Motieven: seks, dood, leven, schilderen, verminking, oorlog, jeugdproblemen Spanning Dood van Frans, razzia van Peter, dood van Elly, dood van Eric zelf Waardering Smerig boek, seks met teveel details. Zielig om te zien hoe de hoofdpersoon wegkwijnt. Structuur 152 bladzijdes, 18 hoofdstukken aangegeven door cijfers Persoonlijke beoordeling Het onderwerp Ik vond het nu niet een erg interessant onderwerp, maar het was toch boeiend uitgewerkt. Het hele boek was in de verre verte niet herkenbaar in mijn belevingswereld, maar toch was het interessant om te lezen. Ik vond alleen als die seksscènes iets aan de vulgaire kant. De gebeurtenissen De meeste belangrijke gebeurtenissen had iedere keer wel weer iets te maken met seks, dit vond ik op een gegeven moment toch wel hinderlijk worden. Ik denk dat de gebeurtenissen belangrijker waren dan de gevoelens, deze werden nauwelijks naar voren gebracht. De meeste gebeurtenissen lieten mij koud, een paar vond ik walgelijk en op het einde, wanneer Eric gek word en word neergeschoten, vond ik zielig. Het verhaal heeft mijn gedrag dan ook op geen enkele manier beïnvloed.
In de romans en verhalen van Jan Wolkers (1925) speelt het gereformeerde geloof een belangrijke rol. En daarbij gaat het met name om twee dingen: de taal van de Statenbijbel en de obsessie voor de dood. Jan Wolkers' literaire taal, vol barokke beelden, is getekend door die van de Bijbel, waaruit zijn vader hem driemaal daags voorlas. Anderzijds is Wolkers al op jonge leeftijd doordrongen van het calvinistische credo "memento mori": denk eraan dat je elk moment kunt sterven. Tegenover dat laatste bracht Wolkers als schrijver van de eerste literaire bestellers in Nederland de seksualiteit en de verbeelding in stelling. Op 26 oktober 2000 werd Jan Wolkers 75, met een groot nationaal feest en mooie herdrukken van zijn romans en verhalenbundels. (BVW) Ik ben het niet met dit artikel eens: Wolkers schrijft bijna alleen maar over seks, waarbij dood meer op de achtergrond rondsluipt. En die staatsbijbeltaal geloof ik ook niet: er wordt juist hele gewone taal gebruikt. Jan Wolkers wordt ‘verstript’ - 15 maart 2004
Kort Amerikaans van Jan Wolkers is de tweede Nederlandse roman die tekenaar Dick Matena gaat bewerken tot stripverhaal. Metana hoopt in juni zijn bewerking van Gerard Reves De Avonden te voltooien. Matena verwacht aan Kort Amerikaans een grotere kluif te hebben dan aan De Avonden. ‘Bij de laatste roman kon ik me meer vrijheden permitteren, omdat Reve het ook niet zo nauw nam met de historische werkelijkheid’, aldus Metana. ‘Maar Wolkers beschrijft alles precies zoals het was. Ik zal me voor Kort Amerikaans dus uitgebreid moeten documenteren.’ Daarvoor zal Matena binnenkort met Wolkers, die naar verluidt een groot bewonderaar is van de tekenaar, een wandeling maken door Leiden, waar het boek zich afspeelt. In tegenstelling tot De Avonden zal Kort Amerikaans in kleur worden verstript. ‘Ik heb laatst een zeldzaam boek met kleurenfoto's uit de Tweede Wereldoorlog op de kop getikt. Het zijn foto's in vreemde, bruingroenige tinten, precies wat ik voor ogen heb met Kort Amerikaans.’ Kleur past bij Wolkers' boek, zoals grijstinten bij De Avonden passen, vindt Matena. ‘Kort Amerikaans is een heel ander soort boek, met meer actie en seks.’ Matena weet nog niet wie de strippagina's gaat voorpubliceren. Overigens moet uitgeverij Meulenhoff, die de rechten op de roman bezit, nog akkoord gaan met de plannen van Matena en Wolkers. De Bezige Bij zal het werk uitgeven. Bron: Haagsche Courant. Een strip in bruingroenig? Ik zie het juist in heel felle kleuren, alles heel scherp en helder, zodat je er bijna hoofdpijn van krijgt. Maar verder vind ik het een geniaal idee om een literair werk tot een strip te maken. Toen Wolkers in Parijs woonde, begon hij verhalen te schrijven. In 1961 debuteerde Jan op 36-jarige leeftijd bij uitgeverij Heijnis te Zaandam in de Gard Sivikreeks met de verhalenbundel Serpentina’s petticoat (oplage 800 ex.). De bundel dankt zijn titel aan het verhaal waarin Wolkers’ zuster Serpentina een stuk van het doodskleed van een oom afknipt om er een onderjurk van te maken. Publieke reacties bleven uit. Een jaar later verscheen bij uitgeverij Meulenhoff Kort Amerikaans, enkele maanden later gevolgd door een herdruk van Serpentina’s petticoat als Meulenhoff pocket. Vanaf dat moment erkenden collega’s en critici Wolkers als een groot talent. Gerenommeerde tijdschriften en uitgevers vochten om zijn werk. Herdruk volgde op herdruk. In de eerste publicaties vallen al meteen kenmerken op, die ook het latere werk van Wolkers zullen bepalen: een ongegeneerde aandacht voor primaire lichamelijke processen (seksualiteit, verval en dood, spijsvertering), een wrange humor, drukkende gezinsomstandigheden, scherpe waarneming van natuurverschijnselen, een sterke band met dieren, veel ruimte voor gevoelens van eenzaamheid en gekwetsheid en een onomwonden autobiografische basis van de verhalen. Na de publicatie van Kort Amerikaans kreeg Wolkers’ uitgeverij Meulenhoff veel brieven van lezers met het verzoek deze ‘vuilbek’ te ontslaan. Dit bleken echter uitzonderingen, want binnen een jaar gingen er tien drukken van het boek over de toonbank. Het verhaal in Kort Amerikaans speelt zich af in het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog en gaat over de student Erik van Poelgeest, die in Leiden is ondergedoken en zich daar inschrijft aan een kunstacademie. Als zijn vriendin hem daar betrapt op ‘overspel’ met een gipsen tors van een vrouwenfiguur, vermoordt hij haar. Ook met Erik loopt het niet goed af. Na Serpentina’s petticoat en Kort Amerikaans volgden in snel tempo de verhalenbund als Gesponnen suiker (1963), De hond met de blauwe tong (1964) en de roman Terug naar Oegstgeest (1965). Alle gaan terug naar Wolkers’ wortels in Oegstgeest en Leiden tussen 1925 en 1950, naar een jeugd die gekarakteriseerd wordt door een dominante vader en een sussende moeder, door een bijbelvast gereformeerd gezin van tien kinderen, door de gekkenhuizen in de buurt van de ouderlijke woning en het faillissement van de winkel van zijn vader, door crisis, oorlog en armoede, door de dood van de geliefde oudste broer, zijn jongste zusje en zijn dochtertje Eva. De romans en verhalen steunen wel op Wolkers’ autobiografie, maar zijn geen autobiografie noch delen ervan. De bouwstenen – afkomstig uit een krachtig geheugen en geladen met emotie – worden door de auteur gerangschikt en aangevuld tot een harmonische en sluitende vorm, die men in het werkelijke leven niet aantreft. Bij het componeren van zijn literaire werk fuseert de auteur niet alleen feiten, die afkomstig zijn van diverse plaatsen en tijden en personen, maar voegt hij ook verzinsels toe. In de jaren zestig veroorzaakte een deel van Wolkers’ werk schandaal. Bij het voorlezen van Kunstfruit bij voorbeeld, liepen mensen weg omdat Wolkers ‘de grens van het toelaatbare met betrekking tot de openbare orde en goede zeden verre overschreed.’ Veel van zijn werk vond men in de vroege jaren zestig bovendien te neerslachtig en te negatief. Terug naar Oegstgeest, een roman waarin Wolkers acht hoofdstukken met jeugdherinneringen afwisselt met acht verslagen van bezoeken aan de plekken van de jeugd twintig jaar later, werd daarentegen unaniem geprezen als een ontroerend meesterwerk en een hoogtepunt uit de naoorlogse literatuur. Het is een van Wolkers’ mooiste boeken. De roman bevat herinneringen van de schrijver aan zijn jeugd en aan de tijd dat hij als dierenverzorger en tuinjongen zijn eerste geld verdiende. Uit de verhalen blijkt niet alleen Wolkers’ wreedheid tegenover dieren (veroorzaakt door het verlangen naar macht), maar vooral ook zijn grote zorg en liefde voor de schepsels. Naast Wolkers’ streng gelovige vader, voor wie hij als kind erg bang was, speelt, net als zijn in 1944 overleden oudste broer Gerrit, die hij enorm bewonderde en met wie hij veel optrok, een belangrijke rol in Terug naar Oegstgeest. Terug naar Oegstgeest is in vier talen vertaald, evenals Een roos van vlees. Turks fruit verscheen in tien talen. Elf titels van Wolkers werden in het Zweeds gepubliceerd, vier in het Duits en drie in het Engels. Bron:
Concluderend mag je zeggen dat alle werken van Jan Wolkers veel seks bevatten, met dood en een sterke band met dieren veel terugkomen. Ook komen er veel autobiografische aspecten in voor en word er vaak verwezen naar de bijbel. Opdracht 27 Recensies
Schrijver
Wolkers, Jan
Titel
Kort Amerikaans : roman
Jaar van uitgave
1962
Bron
De Tijd/De Maasbode
Publicatiedatum
03-11-1962
Recensent
Kees Fens
Recensietitel
Het litteken van de dood
Jan Wolkers' eerste roman, Kort Amerikaans, zijn tweede boek na zijn debuut, de verhalenbundel Serpentina's petticoat, begint met een razzia door de Duitsers, waarbij de enige vriend van de hoofdfiguur verdwijnt, en eindigt met het doodschieten van de hoofdpersoon op de bevrijdingsdag door de illegalen. Tussen die twee feiten spelen zich de laatste levensmaanden van Eric Poelgeest, de hoofdfiguur af; en in de vele gebeurtenissen uit die maanden zijn uiterst geconcentreerd aanwezig de twee hoofdproblemen van Erics leven: eenzaamheid en dood. Het verlies dat in het eerste hoofdstuk wordt beschreven en dat Eric eenzaam maakt, leidt snel en noodlottig rechtlijnig naar Erics definitieve eenzaamheid, waarna uitstoting van de overbodige mens uit het leven de enige consequentie is. Vier van de vijf verhalen uit Serpentina's petticoat worden door de dood beheerst. De bundel kreeg het volgende motto mee, ontleend aan het ganzenbordspel: Hij die op den Dood komt, moet van voren af aan beginnen en betaalt den Inzet, motto dat ook aan de roman meegegeven had kunnen worden. In de bespreking van de bundel is er hier op gewezen, hoe knap Wolkers zijn thema intensiveert, met name in het verhaal Vivisectie. Op gelijke wijze gaat hij in zijn roman te werk, met enkele duidelijke hoogtepunten. Zijn roman is een opeenvolging van situaties, die aan de problemen van de hoofdfiguur steeds meer diepte geven, zijn positie hachelijker maken. Het in Serpentina's petticoat thematisch afwijkende verhaal De verschrikkelijke sneeuwman beschrijft hoe een jongen wraak neemt op het door hem gehate ouderlijke milieu: hij houdt zich blind, en zijn wrekend plezier is te ontdekken, hoe ongeblindeerd en klein de familieleden zich nu aan hem voordoen; blind doorziet hij hen allemaal, juist op hun hinderlijke zwakheden. Het ouderlijk milieu is ook de achtergrond van de vier andere verhalen en eveneens in het jongste nummer van De Gids gepubliceerde verhaal. Ook in Kort Amerikaans is het ouderlijk huis thematisch van zeer groot belang: daar ligt de oorsprong van Erics problemen, die accuut worden, nu hij zich van thuis heeft trachten lost e maken. Eric van Poelgeest is een getekende: van kind af is hij geschonden geweest door een opvallend litteken op zijn hoofd. Het litteken heeft hem als kind al angst voor de mensen gegeven en hem van hen geïsoleerd. Hij weet, dat hij erop aan gekeken en erom gemeden wordt. Vooral als mijn haar pas geknipt was en het gedeelte van het litteken bloot kwam dat eronder verborgen was, zag je het erg. Kort Amerikaans model knipte zijn vader om geld uit te sparen. Ik wordt nu nog nat van het zweet wakker en dan voel ik de ijskoude tondeuse op mijn slaap drukken. Hij verplettert mijn schedel. Zijn jeugdsituatie is die van de onbegrepenheid en daardoor van isolatie. Een meesterlijke parabel van de eenzame benauwde in het ouderlijk huis staat in het zevende hoofdstuk. De kwalificatie die Eric op een ander toepast, geldt voor hem zelf; hij is altijd de derde man, de overbodige. Hij kan zich echter bij zijn situatie niet neerleggen. De roman is het verhaal van zijn voortdurend pogen, de eenzaamheid te doorbreken. Maar wie hij wint, verliest hij weer door de dood, en daardoor wordt zijn situatie nog meer toegekneld. Zijn litteken blijkt een litteken van de dood: een brandmerk van de vergankelijkheid voor de anderen en voor hem zelf. De roman kent twee hoogtepunten, waarin het thema zo uitgediept wordt, dat het een haast volkomen karakter krijgt. Daar is allereerst de ontmoeting met de schilder De Spin, de man die in een geblindeerd huis woont met een doofstomme moeder. Hij is Erics lotgenoot, en de lezer ziet Erics problematiek haast karikaturaal en daardoor zo treffend weerspiegeld in het leven van De Spin. De man wandelt langs de grens van de waanzin, heeft zich in zijn eenzaamheid en uitgestotenheid een eigen, omgekeerd wereldbeeld gebouwd. Hij is lid geworden van de N.S.B., maar zelfs daar wordt hij niet geaccepteerd. Zijn enige levensgenoot, zijn hond, heeft hij vermoord, omdat het beest niet wilde spreken, zijn isolement niet kon doorbreken. Tussen Eric en De Spin groeit een zekere sympathie door een weten van lotsverbondenheid. De Spin verhangt zich echter, waarmee ook om Erics hals de strop nauwer wordt aangehaald. Een tweede hoogtepunt vormen de hoofdstukken waarin het sterven en de begrafenis van Erics oudste broer worden beschreven. Zij hebben de beste en aangrijpendste bladzijden van de roman opgeleverd. Erics gezamenlijke ervaringen in die hoofdstukken zijn een genadeloze confrontatie met de dood. En in Peter, de broer, sterft voor hem ook het ouderlijk milieu af. Met Peter wordt een verleden begraven; het afscheid van hem is het verbreken van een laatste band; Eric is zelfstandig geworden en daarmee heeft zijn eenzaamheid een definitieve gestalte gekregen. De weg naar de totale afzondering en naar de eigen dood ligt open. In deze bladzijden treft ook bijzonder Wolkers' groot stilistisch vermogen: zijn taalgebruik is van een grote directheid en doeltreffendheid en van een zekere ongegeneerdheid zelfs. Erics wil tot genadeloze beleving heeft een genadeloos taalgebruik tot gevolg. Er wordt niet literair verdoezeld, maar onmiddellijk uitgesproken. Die onmiddellijkheid, die geen piëteit kent, brengt een haast macabere humor mee, zoals op een der meest trieste ogenblikken van het boek: het bezoek van Eric en zijn familie aan het lijkenhuisje, waar Peter tussen anderen ligt opgebaard. Bijzonder suggestief werken in de roman Erics monologen en gedachten en dat door de objectieve wijze waar op die gegeven worden; ze vormen als het ware brokken intense beleving, waarin de buitenwereld in de geestelijke situatie van het ogenblik betrokken wordt: de uiterlijke wereld krijgt de gestalte van de innerlijke van de hoofdfiguur, wat aan de roman zijn onmisbare totaliteit geeft. Die totaliteit, dat één-zijn van wereld en hoofdfiguur, de buitenwereld is het steeds veranderend beeld van wat in de hoofdfiguur omgaat, treft op veel plaatsen in de roman. karakteristiek is bijvoorbeeld de volgende passage: Toen hij opkeek zag hij zijn vader en moeder langs de Rijnsburgerweg lopen op weg naar het ziekenhuis. Ze liepen voorbij het huis waarop in een tegeltableau stond: Eben Haëzer. Eben Haëzer, dacht hij, dat betekent: tot hiertoe heeft de Here ons geholpen, tot daartoe wel, maar ze lopen er voorbij, ze gaan te ver. Hij zal ze in de steek laten. Zijn ouders bleven staan. Aarzelden ze voor de afgrond zonder de hulp van boven? Zijn vader haalde een nog opgevouwen witte zakdoek uit zijn jaszak, sloeg die onhandig open en gaf die aan zijn vrouw. Toen liepen ze beiden door, langzaam en onzeker, als wisten ze dat ze toch te laat zouden komen. Misschien zijn ze wel door de politie gewaarschuwd, dacht hij. Ze weten nog niet dat hij dood is. Moeder heeft de tram niet willen nemen omdat ze aanhoudend huilt. Daar schaamt ze zich voor. Zijn ouders verdwenen achter het in klimop verpakte huis Pomona. Als God bestaat, mag hij ze niet in de steek laten, dacht hij. Ze hebben altijd op hem vertrouwd. Wij zijn nergens tegen ingeënt omdat ze op God vertrouwden. De dood loert dubbel op ons. We lopen veel meer gevaar dan de mensen die schijt aan God hebben. Hij is niet alleen hun god, maar ook hun dokter. Ze denken dat hij het homeopatisch boek dat ze soms consulteren als aanhangsel bij de bijbel heeft geschreven ter voorkoming en verzorging van hun kwalen. Als God niet bestaat moet hij voor hen doen alsof. De roman speelt in het laatste jaar van de oorlog. Heel veel gebeurtenissen uit de roman zijn gevolg van de oorlogsomstandigheden. De personen vertegenwoordigen ieder een grote groep mensen, die, elk op zijn wijze en vanuit zijn karakter, hun houding tegenover dat gebeuren en de vijand hebben bepaald. Er nog van afgezien, dat bepaalde typen slechts schematisch blijven: De WA-man van Grouw, de lafaard d'Alleurs (beider rol in het totaal van het romangebeuren is trouwens weinig functioneel), moet gezegd worden, dat het oorlogsgebeuren te weinig op het hoofdthema van het boek betrokken is, waardoor met name Erics dood op de dag van de bevrijding te weinig sprekend wordt. oorlogsgebeuren en hoofdthema's zijn naast elkaar blijven staan. Ze hadden, en dat zal de auteur, gezien het slot van zijn boek, ongetwijfeld beoogd hebben, elkaar moeten doordringen. De achtergrond van de oorlog had Erics hachelijke situatie, die zich juist van een eigen bevrijding af ontwikkelde, moeten accentueren. Het is opvallend, dat de hoogtepunten van het boek zich geheel los van de achtergrond afspelen. Het gevolg is dat Wolkers' roman op sommige plaatsen een verbrokkelde indruk maakt, zelfs nu en dan de idee geeft, uit losse verhalen, die thematisch overigens wel samenhang vertonen, te zijn opgebouwd. Met name in het begin van de roman is dat het geval. De wijze waarop de auteur Eric in de lugubere omgeving van een kleine academie voor beeldende kunsten doet belanden, maakt een wat geforceerde indruk. de vanzelfsprekendheid van het gebeuren, eigen aan elke grote roman en ook aan delen van Wolkers' werk, is hier en op nog enkele plaatsen zoek. Bij een vermelding van Dominee met strooien hoed is er hier op gewezen hoe Wolkers haast a-literair schrijft, met een bijna schaamteloze directheid van toon en woordkeus, die hun kracht danken aan hun natuurlijkheid en hun precies functioneren binnen het geheel van het verhaal. Dat geldt ook voor Kort Amerikaans. Wie bepaalde passages niet ziet binnen het geheel van de roman, de daar gehanteerde directheid van beschrijving en woordkeus los maakt en niet ontdekt hoe alle gebeuren vanuit één beleving wordt beschreven en door enkele hoofdthema's bepaald is, zal wellicht aan enkele hoofdstukken aanstoot nemen. Wie kan lezen, zal echter bemerken, dat die hoofdstukken zich wezenlijk in niets onderscheiden van de rest van de roman; dat ze door een gelijke wanhoop, verlossing te zoeken uit het isolement en door een gelijke deernis zijn bepaald. Als men de hoofdgedachte, die Kort Amerikaans bij de lezer achterlaat, zou moeten weergeven, kan dat het best gebeuren in enkele woorden van de hoofdfiguur, als neergeschreven op bladzijde 154. Ik geloof dat men in de daar gegeven uitspraak de kern van het boek kan zien: De mens is een zielig geval. Als er alleen dieren bestonden zou je in God geloven. De mens verpest alles. God heeft de mens geschapen als bewijs van zijn macht, zegt vader. Maar de mens is te veel En wie te veel bewijst niets. De mens is een kale neet. Met kleding moet hij zich tegen de kou en de hitte beschermen. Hij heeft niet eens een pels. God heeft zijn werk halverwege in de steek gelaten. Hij zag dat het toch op niets zou uitlopen. Eric is de mens die te veel is en zich te veel weet, door zijn getekendheid niet in staat met de andere mens in levensgemeenschap, maar alleen in doodsgemeenschap te treden. Steeds komt hij op den Dood, moet dan met zijn leven weer van voren af aan beginnen en tenslotte met de Inzet zijn eigen leven betalen. Leven is voortdurend het leven verliezen, alleen en zonder hulp. Het is Wolkers' grote verdienste en een bewijs van zijn onmiskenbaar talent als schrijver die waarheid in een roman verbeeld te hebben, op een geheel oorspronkelijke wijze, zonder, en dat in een thematisch zo gebonden roman, in monologen of beschouwingen in het moderne getheoretiseer te vervallen. De beeldhouwer Wolkers heeft zich in zijn twee tot op heden verschenen boeken een ras-schrijver getoond. En een ontmoeting met zo'n auteur is tegenwoordig te zeldzaam om er niet blij over te zijn. Kort Amerikaans van Jan Wolkers verscheen bij J.M. Meulenhoff te Amsterdam.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
P.
P.
het is wel een leuk boek maar dit is wel heel overdreven echt gewoon onzin dit is duidelijk geen 5vwo eerder 4 vmbo-assistent
12 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
Wat een belachelijk boekverslag. Er is duidelijk niks van begrepen. Je moet dieper nadenken over dingen die je leest, en het niet oppervlakkig over je heen laten gaan, voordat je een oordeel kunt geven.
12 jaar geleden
Antwoorden