Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

La cantatrice chauve door Eugene Ionesco

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
Boekcover La cantatrice chauve
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 1659 woorden
  • 29 mei 2004
  • 41 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
41 keer beoordeeld

Boekcover La cantatrice chauve
Shadow
La cantatrice chauve door Eugene Ionesco
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Zakelijke gegevens Auteur: Eugène Ionesco Biografie Eugène Ionesco werd geboren op 26 november 1909 in Slatine (Roemenië). Zijn geboorteplaats is een klein dorpje, ongeveer 150 kilometer vanaf hoofdstad Boekarest. Veel bronnen vermelden 1912 als geboortejaar, wat te danken is aan de ijdelheid van Ionesco. Begin jaren ’50 had hij zichzelf drie jaar jonger gelogen nadat hij een statement had gelezen van de criticus Jacques Lemerchand die Ionesco in de nieuwe, veelbelovende generatie van jongen schrijvers (onder de 40 jaar) had geplaatst. Hij groeide op in Frankrijk, maar keerde samen met zijn vader terug naar Roemenië nadat zijn ouders zijn gescheiden. Zijn vader wilde dat hij ingenieur werd, maar Eugène was geïnteresseerder in andere zaken. Hij studeerde Franse literatuur en de Unniversiteit van Boekarest van 1928 tot 1933. In 1928 debuteerde hij bovendien als dichter. Verder zou hij tussen 1928 en 1935 als literair criticus veel artikelen publiceren in verschillende literaire en politieke tijdschriften. Op de Universiteit leerde hij Rodica Burileanu kennen, een studente filosofie en recht. Hij trouwde met haar in 1936. Vanaf ditzelfde jaar werkte hij als docent Frans en bij het Ministerie van Onderwijs, waar hij verantwoordelijk was voor het departement dat internationale relaties onderhield. Rodica baarde in 1944 een dochter: Marie-France. Ionesco schreef een hele bundel onconventionele kinderverhalen, speciaal voor haar. Samen met zijn familie verhuisde hij in 1948 terug naar Parijs. Pas rond die tijd begon hij met schrijven van (vooral absurdistisch) toneel. Veel van zijn werk is tot klassiekers gaan behoren en sommige van deze stukken worden onafgebroken opgevoerd sinds 1955. Gedurende zijn hele leven ontving hij veel literaire prijzen voor zijn werk. In 1970 werd hij toegelaten tot het prestigieuze Academie Française. Ionesco was een fervent voorvechter van de mensenrechten en een fel strijder tegen politieke tirannie. Met zijn werk wilde hij overbrengen wat hij zag als de strijd van de mens om te overleven in een samenleving waar, volgens hem, alleen maar barricades tussen mensen werden opgeworpen. Hij was een militaire anti-communist en heeft lang actie gevoerd tegen het autoritaire bewind van de Roemeense dictator Nicolae Ceausescu, die zijn werk verboden had. Eind jaren ’70 begon hij te schilderen. Hij wou eigenlijk niets meer met theater te doen hebben: hij had naar eigen zeggen “genoeg van de taal en de woorden”. Hij kreeg behoefte aan stilte, aan een zwijgende kunst. Een ander voordeel van de kunstuiting vond hij dat er niemand meer tussen zijn werk en de toeschouwer komt te staan: eindelijk geen ruziende regisseur meer. In zijn werk schreef hij daarom altijd veel regie-aanwijzingen, hij vertrouwde eigenlijk geen enkele regisseur. Ionesco stierf uiteindelijk op 28 maart 1994 in zijn woning in Parijs, na een bewogen leven van 84 jaar. Hij werd begraven op het kerkhof van Montparnasse. Bibliografie Verschillende literaire recensies in diverse tijdschriften

Enkele kinderverhalen
La cantatrice chauve, 1950, absurdistisch toneelstuk
La leçon, 1951, absurdistisch toneelstuk
Les chaises, 1952, absurdistisch toneelstuk
Le rhinoceros, 1959, absurdistisch toneelstuk
Le roi se meurt, 1962, absurdistisch toneelstuk
Le solitaire, ± 1965, roman
Titel: La cantatrice chauve Éditions Callimard, 1954. Genre: Toneelstuk: absurdistische komedie Eerste reactie
Keuze
Mijn keuze is op dit toneelstuk gevallen, nadat ik een opvoering ervan heb gezien. Eerst had ik de Nederlandse versie en daarna de Franse versie gelezen, en ik snapte er niets van. Maar na de opvoering begreep ik waar het om draaide en hoe de verhaallijn liep. En toen had ik ook door hoeveel humor er in zit. Dat heeft me erg aangesproken. Inhoud Ik vond het stuk vooral vreemd om te lezen. Het is erg moeilijk om de verhaallijn (voor zover die er überhaupt in zit) te volgen. Wel zijn bijna alle situaties erg lachwekkend.
Verdieping
Samenvatting
Meneer en mevrouw Smith zitten samen in de huiskamer. Meneer leest de krant en geeft af en toe een teken van leven, terwijl zijn vrouw hele verhalen aan het vertellen is tegen hem. Als de huishoudster Mary thuiskomt, vertelt zij wat ze de afgelopen avond gedaan heeft. Ook vertelt ze dat meneer en mevrouw Martin voor de deur staan te wachten, tot ze worden binnengelaten. Mary laat dan op bevel van mevrouw Smith de gasten binnen en wijst hen een plekje om te zitten. Alleen op de gang zittend, raken meneer en mevrouw Martin in gesprek. Ze blijken elkaar niet te kennen, maar hebben wel heel veel gemeen, zoals het woonadres. Ze vertellen over hun dochtertje met één rood oog en één wit oog. Ze stellen vast dat ze hoogstwaarschijnlijk getrouwd zijn. Ze beloven elkaar nooit meer te vergeten. In de volgende scène spreekt Mary het publiek aan met de boodschap dat meneer en mevrouw Martin niet getrouwd zijn: het ene dochtertje heeft links een rood oog, en andere rechts. Daarna ontvangt het echtpaar Smith de twee gasten. De gasten worden beschuldigd van te laat komen en verzinnen daar flauwe smoesjes over. Langzaam gaat het gesprek over op andere onderwerpen. Mevrouw Martin wil een verhaal vertellen, maar krijgt steeds de beurt niet. Meneer Martin komt voor haar op. Dan gaat de deurbel. Mevrouw Smith doet open, maar ziet niemand. Als ze weer gaat zitten, gaat de bel opnieuw. Dit gebeurt een aantal keren. De vierde keer gaat meneer Smith en hij laat de brandweercommandant binnen. Na een lange nutteloze discussie over deurbellen en het al dan niet aanwezig zijn van mensen die aanbellen, vertelt de brandweercommandant wat hij komt doen. Hij is bang dat er te weinig branden zijn en komt nu aan mevrouw Smith vragen of zij toevallig brand in huis heeft. Helaas voor de commandant is dit niet het geval. Als hij weg wil gaan, wordt hem gevraagd nog even te blijven. Hij vindt het goed en gaat een anekdote vertellen. Als iedereen aan de beurt is geweest om een anekdote te vertellen, komt Mary binnen. Zij wil ook iets voordragen. Maar daar is de rest het niet mee eens. Dan opeens blijkt dat de brandweercommandant en Mary elkaar kennen, elkaars eerste liefde waren. Dan draagt Mary een gedicht voor en vertrekt weer. Ook de brandweercommandant vertrekt even later. De vier overgebleven personen krijgen een hekel aan elkaar en gaan allerlei lawaaierige nutteloze onzin uitkramen. In de epiloog vertrekken meneer en mevrouw Smith en nemen meneer en mevrouw Martin hun plaatsen in de woonkamer in. Op deze manier kan het hele stuk opnieuw beginnen, alleen met omgedraaide rollen voor de echtparen. Thema Het thema is het absurde, het nutteloze. Onderzoek van de verhaaltechniek Schrijfstijl De schrijfstijl van dit toneelstuk is net zo kenmerkend voor het absurdistisch theater als de samenvatting is. Er is geen samenhang tussen verschillende zinnen, de zinnen op zichzelf zijn taalkundig geheel correct, maar in het geheel is er geen enkele samenhang. Er zijn heel veel cliché opmerkingen in verwerkt. Ruimte: plaats en tijd Het verhaal speelt zich af in het huis van meneer en mevrouw Smith. De woonkamer is heel Engels ingericht, met Engelse stoelen, een Engelse klok enz. Deze plaats heeft geheel geen invloed op het verhaal, het kan eigenlijk overal afspelen. De tijd waarin het zich afspeelt, is dezelfde tijd als dat het geschreven is. Vlak na de Tweede Wereldoorlog, in een tijd dat men veel met zichzelf bezig is en vrijwel niet naar een ander luistert, het zelfs vaak niet eens probeert. De verhaalfiguren Monsieur Smith is een rustige man. Hij doet of hij altijd naar zijn vrouw luistert, maar in werkelijkheid is dit meestal schijn. Hij heeft in elke situatie zijn woordje klaar. Madame Smith is een vrouw die graag over alles en iedereen praat. Monsieur Martin is een bezoeker van de familie Smith. Hij heeft een dochtertje. Madame Martin is ook een bezoeker van de familie Smith en heeft ook een dochtertje. Mary is in het toneelstuk de enige speler die rechtstreeks tegen het publiek spreekt. Voor de rest speelt zij de rol van de huishoudster van de Smiths, maar op het eind vertelt ze dat ze eigenlijk een detective is. De brandweercommandant is een man die graag verhalen vertelt aan anderen. Zijn verhalen zijn vooral totale fictie en dus ook zeer ongeloofwaardig. Hij is dol op zijn werk, maar is bang dat hij af en toe te weinig branden te blussen heeft. De spelers op zich zijn gewone rollen. Ionesco wilde niet zozeer specifieke karakters in zijn stuk hebben, maar juist figuren die door iedereen op de wereld zouden kunnen worden gevuld.
Op zoek naar de thematiek Hoofdgedachte en thema Hoofdgedachte ven het toneelstuk is dat een hoop mensen een heleboel kunnen zeggen en er helemaal niets mee bedoelen en/of bereiken. Dit geeft duidelijk aan dat het thema absurdisme en nutteloosheid is. Motieven
Elke situatie is een motief, want in elke situatie wordt een hoop gepraat en eigenlijk niets gezegd. Een heleboel anekdotes en dialogen bij elkaar vormen een toneelstuk, dat blijkt, maar er zit geen enkel verband in. Verband tussen de titel en het thema
De titel staat in duidelijk verband met het thema. Een kale zangeres komt namelijk in het hele stuk maar een onbenullige keer voor en het is dus een nutteloze titel. Beoordeling Ik vond het een heel vreemd verhaal om te lezen. Het is goed te lezen, vooral omdat de woorden en zinnen op zich goed in elkaar zitten en niet te moeilijk gevormd zijn. Maar om de hoofdlijn te blijven volgen, kost veel moeite. Gelukkig was de opvoering iets beter te volgen dan het verhaal, al zal daar natuurlijk evenmin een (duidelijke) verhaallijn in. Het leukste vond ik het einde (het wisselen van rollen door de twee echtparen en het opnieuw beginnen) en het totale absurde. Het minst fijne was toch de verhaallijn die er niet (of in ieder geval nauwelijks) inzit. Dit zorgt ervoor dat het niet altijd even gemakkelijk te lezen is. Ik zou iemand alleen maar aanraden het stuk te lezen, als ze daarna nar de opvoering gaan. Vooral omdat je dan de opvoering beter kunt volgen, maar ook omdat je zonder opvoering het script niet volgen of begrijpen kan. Toch is mijn eindoordeel wel voldoende. Dat is vooral te danken aan het absurde: ik vind het nog steeds erg onwaarschijnlijk dat iemand zulk vreselijk nutteloze situaties kan bedenken.

REACTIES

Q.

Q.

heb jij nog enig idee waar jij de nederlandse versie hebt gelezen. ik kan hem namelijk nergens vinden

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "La cantatrice chauve door Eugene Ionesco"