Een barbaar in China door Adriaan van Dis

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
Boekcover Een barbaar in China
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas vwo | 3088 woorden
  • 23 januari 2004
  • 63 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
63 keer beoordeeld

Boekcover Een barbaar in China
Shadow
Een barbaar in China door Adriaan van Dis
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
A-zakelijke gegevens: -titel van het boek: Een barbaar in China -naam van de auteur: Adriaan van Dis -naam van de uitgever en jaar van verschijnen: Meulenhoff, eerste druk 1987 B-korte uitleg waarom ik dit boek gekozen heb: Net voor dat ik opzoek naar een boek ging heb ik met iemand gesproken die terug was van een reis naar Hong kong en china.Hij vertelde hoe mooi en groot het daar was. Toen ik bij de boeken ging kijken zag ik het boek een barbaar in china staan,nadat ik de achter kant had gelezen was ik er van overtuigd dat het een leuk en spannend boek was.En aan dat achter kant kon ik ook wel opmaken dat dit boek ook sterk over de chinese cultuur zou gaan. C eerste persoonlijke reactie: Een leuk boek ook wel erg leerzaam,de bouw is wel goed en de zinnen zijn makkelijk te lezen en niet al te lang.De spanning die ik dacht dat erin zou zitten viel wel mee maar dat maakte het boek niet minder leuk.
D-korte samenvating van de inhoud: Het boek “een Barbaar in China” is een reisverslag. Hierin beschrijft Adriaan van Dis zijn hele reis en wat hij van die dingen vind die hij ziet. In het voorwoord bezoekt Adriaan een eethuis in Amsterdam waar hij een Chinese serveerster vertelt dat hij de zijde route gaat volgen. Hij gaat per vliegtuig naar Hongkong en dan naar Shanghai, Peking en Xian. De route die al twintig eeuwen oud is werd gebruikt door de Chinezen om zijde, papier en porselein naar de Romeinen te brengen, in ruil hier voor kregen de ze wijn, graan en katoen.Enige godsdienstige stromingen kwamen ook langs deze weg naar China: het boeddhisme, het christendom en het jodendom, de islam. Van Turpan naar Kashgar De reis begint met een busreis van Turpan naar Kashgar. Adriaan weet met moeite een kaartje te kopen. Want Chinezen houden niet zo van vreemdelingen in verband met het communisme. Als een vreemdeling vraagt om een kaartje is het antwoord steeds: 'Mei you'. Dit betekent: hebben we niet, nee. De busreis is niet bepaald comfortabel, Iedereen rochelt op de grond en een oud vrouwtje gebruikt zijn schouder als een zacht kussen. Hij komt in de bus een Japanner tegen,Minoroo. omdat de Japanners 1500 jaar geleden hun schrift uit China hebben gehaald, kunnen beide volken elkaars taal lezen, maar niet verstaan. Minoroo schrijft dus op zijn hand wat hij wil vragen. Hij krijgt schriftelijk antwoord. De reis duurt 4 dagen en er wordt vaak gestopt om te eten, want de restaurants betalen de chauffeur van de bus om bij hun te stoppen. Adriaan heeft veel moeite met de taal, Als hij vraag om thee krijgt hij een bord rijstepap. En op stations wijst men hem nooit naar het juiste perron. Als Adriaan in verband met de kou een trainingspak wil kopen en niet geholpen wordt, klimt hij over de toonbank, grist het pak van de plank en smijt het geld neer. Eten is voor Chinezen erg belangrijk. Adriaan eet zoveel mogelijk in gewone restaurants; het eten is erg goed. De Chinezen gedragen zich tijdens de maaltijd nogal onsmakelijk: ze slurpen , schransen, boeren en laten winden, naar hartelust. In de hotels is de dienstverlening slecht en aan onderhoud wordt weinig gedaan. Adriaan verklaart dit uit 'communistische sloddervosserij'. Van Xian naar Lanzhou Xian is het eindpunt van de zijderoute. Als Adriaan probeert een zijdeplantage te bezoeken, verzinnen de Chinezen allerlei smoesjes om maar geen buitenlander op hun plantages te krijgen. Want eigenlijk hebben vreemdelingen geen recht om de rupsen te zien. Uiteindelijk vindt hij een iemand die hem wel zijn zijdeplantage wil laten zien. Hij kweekt de rupsen nog op een oud Chinese manier: Hij heeft de eitjes van de rupsen op een riem die hij draagt. ‘s Avonds maakt Adriaan een wandeling door Lanzhou. Twee meisjes vragen aan hem of hij even met ze wil praten. Het blijkt dat ze bij een groep horen, die andere talen wil leren. Het wordt hem verteld dat ze binnen die groep alleen maar vreemde talen spreken maar dat geloofd hij niet. Als hij naar zijn hotel loopt blijkt het toch waar te zijn. In de verte hoort hij Frans, Engels, Japans en andere vreemde talen maar geen woord Chinees. De volgende dag bezoekt Adriaan het Labrang-klooster, een Tibetaanse gemeenschap, vlak bij Lanzhou. In het klooster is er bijna alleen maar voedsel te vinden dat is gebaseerd op yak vlees of boter. Zijn gids vertelt hem dat hij in de kamer van hun “Levende Boeddha” slaapt. Dat is een reïncarnatie van Boeddha. Maar als Adriaan de levende Boeddha wil zien, verzint zijn gids een hoop smoesjes. Later komt Adriaan erachter dat de levende Boeddha gewoon in Lanzhou werkt. Hij is verbannen uit Labrang. Van Lanzhou naar Turpan Adriaan reist met een trein naar het westen. Het reizen per Chinese trein doet hem denken aan zijn kinderjaren, toen hij elke winter met Bello (het treintje tussen Bergen aan Zee en Alkmaar) naar school ging. Bij een station bedelen kinderen aan de raampjes van de trein. De passagiers gooien halve sinasappels en kokend water naar hun, en lachen ze uit. Adriaan geeft ze een appel. Adriaan had de wagonbediende gevraag hem 20 minuten voor de trein bij zijn station kwam wakker te maken. Maar de trein was veel eerder bij het station dan verwacht en Adriaan had maar een minuut om zijn spullen te pakken en uit te stappen. In de haast verloor hij z’n kaartje. Toen hij geen kaartje kon laten zien, dachten de controleurs dat hij een zwartrijder was en wordt hij hardhandig met de andere zwartrijders in een cel gegooid. Met moeite wist Adriaan zijn boete te betalen om zo vrij te komen. Van Kashgar naar Khunjerab probeert Adriaan mee te rijden met een vrachtwagen chauffeur. Dat kost hem 800 yuan “and shoe”. Adriaan vindt het niet zo erg om zijn schoenen weg te geven. Later blijkt dat de chauffeur geen “shoe” bedoelde, maar “you”. Na een klap op z’n kop van Adriaan, hoeft het niet zo nodig meer.
Van de Khunjerab naar Karimabad De tocht door de bergen is gevaarlijk: de weg is smal en slecht, een steenlawine treft de jeep. In Gulmit verlaat Adriaan de jeep om van het zeuren van Silberman (zijn reisgenoot) af te zijn. Hij neemt zijn intrek in een simpele herberg. Gulmit ligt in Hunza, een bergkoninkrijk dat zich in 1974 bij Pakistan heeft aangesloten. Shah Bahadur, de herbergier, zorgt ervoor dat Adriaan met een vrachtwagen verder kan. De schrijver komt van de Hunza-vallei in Karimabad. Hij is weer in het land van vork en messen en neemt afscheid van zijn stokjes. De volgende dag koopt hij ze weer terug. E-besprekingen van de volgende verhaalaspecten: -spanning: Ik vind het verhaal niet echt spannend maar dat heeft de schrijver er ook niet mee bedoeld. Het verhaal is echter wel boeiend omdat je veel nieuwe dingen leert. Bijvoorbeeld het gedrag van de chinezen en je leert ook veel over hun cultuur. -personages: * Minoroo: is een japanner in een gerafeld mao-jasje met baard. Hij schrijft alles op zijn hand, omdat Japanners en Chinezen elkaars taal wel kunnen lezen maar niet verstaan. * Valerie: is een Française die Chinees studeert aan de Sor-bonne. Zij kan heel goed vloeken en lijkt op een man. *Oeigoeren: is een apart volkje dus ook niet een echt personage.Zij zijn groot, blond en hebben ronde ogen. Hun land is Xinjiang en de Chinezen beschouwen ze als last. De Oeigoeren willen op hun beurt ook niets met de Chinezen te maken hebben. * liu: is de gids van Adriaan van Dis. Hij is zanger geweest en nu reist hij rond met vreemdelingen, maar hij zingt liever. * Geng: is een Tibetaanse tolk en komt uit Noord-India. Samen met Van Dis bezoeken ze Lama-kloosters. * Li Qin: is Van Dis ‘vriendinnetje’ in het eenzame China. Zij is 29 jaar oud en is in New York geboren. Ze ontmoeten elkaar op een station en reizen een tijdje samen, daarna bezoekt zij haar familie in het Zuiden. * Hussein: is een Oeigoer die Van Dis mee naar huis neemt. * Abdullah: is een vrachtwagenchauffeur met wie Van Dis meereist naar Pirali. Hij ziet eruit als een cowboy. * Heinz Silbermann: reist met Van Dis mee naar Pakistan. Het is een Duitser, Van Dis mag hem niet, vooral omdat hij ongelooflijk zeurt tijdens de reis. * Wang: dat is de gids van Van Dis in Peking. Adriaan van Dis vindt de chinezen als volk erg onaardig maar toch krijgt hij met een aantal mensen een goede band, zoals met Minoroo, Li Qin en Hussein. Over het algemeen vallen de Chinezen hem echter erg tegen. Thema: Een een recensie die ik had gelezen van dit boek(die mijn vader aan mij gegeven had) vond ik het thema prachtig verwoord namelijk ‘culturele tegenstellingen’.hoe Adriaan van dis opeens in een hele andere wereld beland met andere normen en waarden. Opbouw: Het boek is opgebouwd uit 5 hoofdstukken, de titels van de hoofdstukken bestaan steeds uit de trajecten die hij aflegt in dat hoofdstuk.de zinnen lezen makkelijk omdat ze niet zo lang zijn. Tijd: De reis van Adriaan van Dis heeft afgelegd zou zich in deze tijd afgespeeld kunnen hebben. Van Dis heeft zijn reis langs de beroemde eeuwenoude zijderoute van China afgelegd in vijf etappes en deze reis duurde ongeveer 50 dagen. Het verhaal speelt in de tweede helft van 1986 en duurt 2 maanden.
Vertelsituatie: Het verhaal is in een ik- vorm geschreven. Het wordt verteld vanuit Adriaan van dis zelf. Je volgt het verhaal door de ogen van Adriaan van Dis. Je leest wat zijn gedachtes zijn bij bepaalde situaties en weet wat er in zijn hoofd afspeelt. Ruimte: De ruimte n het verhaal was voor mij erg duidelijk ik kon me en goede voorstelling maken van de omgeving. F-grondige beschrijving van je leeservaringen: Het onderwerp 1-Het onderwerp in dit verhaal sprak me erg aan de cltuurverschillen tussen twee culturen en hoe de shrijver (en de hoofdpersoon)daar op reageerde.In dit boek ben ik ook wel geschrokken van sommige gebruken en hoe mensen met elkaar omgaan in deze cultuur.(bv warm water over een zwerf kind gooien).Ik ben wel anders gaan denken over het onderwerp na het lezen van dit boek omdat wij (westerlingen) raar opkijken tegen sommige gebruiken van hun maar dat dat voor hun natuurlijk precies hetzelfde is.Het onderwerp werd gebracht door de ogen van de schrijver en hij gaf ook zijn mening over die zaken,ik wist voor dat ik het boek ging lezen dat het een reisverslag was dus ik had wel verwacht dat het zo uitgewerkt zou worden.Of ik het eens ben met de mening die uit het boek blijkt kan ik niet zeggen dan zal ik zelf ook eerst die reis moeten maken.Het was niet zo dat ik vond dat sommige onderwerpebn te weinig of te veel aandacht hebben gekregen,tijdens het lezen heb ik daar ook niet aan gedacht. Gebeurtenissen 2-Het verhaal bevat zeker voldoende gebeurtenissen om te blijven boeien.En alle gebeurtenissen komen ook lochisch uit elkaar voort want het is een reis en in elk dorp/stad/plek waar hij komt zijn de gewoontes of de karakters van de mensen anders dus zullen de gebeurtenissen ook anders zijn.Ik vind de gebeurtenissen boeiend omdat ze je een kant van een andere cultuur laten zien waar ikzelf nog niks van wist.Ook was het natuurlijk geloofwaardig omdat het een verslag is van een indrukwekkende reis.De gebeurtenissen in het verhaal hebben me zeker aan het denken gezet.Over b.v de cultuur en de omstandigheden van hoe de mensen daar leven en met elkaar omgaan en de gebruiken die ze daar hebben.Het fragment dat het meeste indruk op me heeft gemaakt was dat de trein stopt in een station in het westen en dat daar kinderen aan het bedelen zijn de mensen kokend water over die kinderen gooien en sinaasappelschillen en ze vervolgens ook nog uitlachen. Personages 3-De hoofdpersoon is niet echt een held maar hij heeft wel lef en nieuwsgierig.Wat ik bewonder aan Adriaan van Dis is de nieuwsgierigheid naar andere culturen want dat heb ik zelf ook heel erg als ik later op mezelf kan reizen ben ik ook van plan om veel reizen te maken naar landen met andere culturen en leefomgevingen.de personage van Adriaan ging natuurlijk erg bij mij leven maar ook de personage van li qin een ging bij mij al leven al vanaf het moment dat hij haar op het station tegen kwam.Soms reageren de personages onvoorspel baar omdat ze soms ook belangrijke keuzes moeten nemen.Veel chinezen hebben het niet zo op vreemde als Adriaan maar sommige waren ook erg gastvrij.Van de personage van Adriaan kom je natuurlijk het meeste te weten en ik ging zo verder als ik kwam in het verhaal zijn gedrag steeds beter begrijpen,ik was het ook vaak met zijn mening eens.Het is natuurlijk makkelijk praten van wat ik anders gedaan zou hebben etc maar daar kan je pas over oordelen als je zelf situaties hebt meegemaakt als deze in het verhaal.
Bouw 4-Ik vind dat het verhaal goed samenhangt en duidelijk geschreven/beschreven is/wordt. Het verhaal is een reisverslag en hij geeft duidelijk aan waar hij is en hoe het er daar uitziet etc.Ik vind het een mooi en goed einde alleen het is niet een einde als in de meeste boeken want dit is echt gebeurd en in de meeste boeken verzint de schrijver gewoon het einde om het mooi of goed af te laten lopen,in dit verhaal kan Adriaan dat niet doen omdat het echt gebeurd is. Taalgebruik 5-Ik vond het taalgebruik niet lastig om te lezen en de schrijver gaf ook goed zijn eigen gedachtes aan en de plaats war hij was.De taal past ook heel goed bij de personages goed en duidelijk. G-een verwerkingsopdracht naar keuze: Verwerkingsopdracht 6: Stel je voor dat je journalist bent en de hoofdpersoon interviewt. Bedenk passende vragen. De antwoorden moet je afleiden uit het verhaal. Schrijf daarna het interview. Vraag 1: In uw boek heeft u het over bureaucratie. Wat bedoelt u daarmee? Daarmee bedoel ik de kleingeestigheid van ambtenaren zoals bijvoorbeeld die keer in Kashgar, toen bij de bank de caissière mij een uur treiterde met het controleren van mijn paspoort en het natellen van afschriften van eerdere transacties. Vraag 2: Wat voor niet-westerse gewoontes zijn u opgevallen in de Chinese cultuur? leven van een Chinees. De regering telt het volk in monden i.p.v hoofden. Chinese eten 2 keer per dag, smakkend, slurpend, spugend, warm. Dat zijn tekenen van tevredenheid. In de trein kom je altijd levende kippen tegen, gedroogde vis gaat van hand tot hand en meegebrachte etenswaar wordt genuttigd. Zoz. Vraag 3: U beheerst de Chinese taal niet. Hoe communiceerde u met de Chinezen? Via mijn gidsen en met handen en voeten en ik kende enkele zinnen in het Chinees zoals "Goede morgen", "Goede avond" en "Heeft u thee?". In Lanzhou ontmoette ik een groep jongeren die engels sprak. Met hen sprak ik over de cultuur, politiek, abortus en de pil. H-informatie over de schrijver: Adriaan van Dis wordt geboren in Noord-Holland, maar zijn moeder en zijn halfzussen leefden tot kort voor zijn geboorte in Nederlands-Indië. Zijn ouders, die niet getrouwd waren, leerden elkaar kennen in de verwarde periode tussen de Japanse capitulatie en het vertrek van veel Nederlanders uit Indië. Bij hun aankomst in Nederland krijgt het koppel een huis toegewezen in het destijds geïsoleerde Bergen aan Zee, waar Adriaan wordt geboren en opgroeit. Zijn opvoeding is streng, is beladen met verhalen over Indië en staat in het teken van orde en zuiverheid. In 1967 besluit Van Dis Nederlands en Afrikaans te gaan studeren in Amsterdam. Tijdens zijn studietijd maakt hij een lange reis naar India: na acht maanden strandt hij echter aan de grens met Afghanistan. Naar eigen zeggen is die reis een ‘waterscheiding’ in zijn leven, een ommekeer waardoor hij een ander mens is geworden. Van Dis studeert in 1978 af met een scriptie over Breyten Breytenbach. Na zijn studies werkt hij als redacteur voor het NRC Handelsblad. Vanaf 1983 presenteert hij op de Nederlandse televisie het praatprogramma Hier is... Adriaan van Dis, waarin hij in gesprek gaat met een keur aan binnen- en buitenlandse gasten, veelal schrijvers. Met het toenemend succes van het programma verplaatsen de schijnwerpers zich steeds meer van de gasten naar de gastheer: van Dis wordt door bijna alle Nederlandse kranten en tijdschriften gevraagd voor interviews. In 1992 stopt hij met zijn televisieprogramma en wijdt hij zich volledig aan het schrijven. Van Dis, die enige jaren bestuurslid is van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, is van 1987 tot 1992 redacteur van het literaire tijdschrift De gids. In 1983 verschijnt zijn literair debuut, de sterk autobiografische novelle Nathan Sid, waarin het over zijn jongensjaren in een gerepatrieerde Indische familie gaat. Hij krijgt er in 1984 het Gouden Ezeloor voor, de prijs voor het best verkochte literaire debuut. In 1992 wacht hem een onaangenaam schandaal als Vrij Nederland hem van plagiaat beschuldigd: voor zijn Zuid-Afrikaanse reisverhaal Het beloofde land had hij, zonder bronvermelding, enkele bladzijden bewerkt uit een Amerikaanse sociologische studie. Het duurt twee jaar eer Van Dis met een nieuw boek komt: in 1994 verschijnt Indische tuinen. De roman kent een groot succes, wordt genomineerd voor de AKO- en de Libris-Literatuurprijs en bekroond met de Gouden Uil-Literatuurprijs en de Trouw-Publieksprijs. In 1996 schrijft hij het Boekenweekgeschenk Palmwijn. Zijn werk is vertaald in het Duits, Frans, Engels, Spaans, Portugees, Zweeds, Noors, Deens, Italiaans, Afrikaans en Servo-Kroatisch. Andere werken van Adriaan van Dis: 1983 Nathan Sid, roman
1986 De rat van Arras

1986 De vraatzuchtige spreekt
1986 Casablanca. Schetsen en verhalen
1986 Tropenjaren
1986 Brieven zonder grieven, speech
1987 Een barbaar in China. Een reis door Centraal-Azië 1987 Zoen
1988 Een keuze uit mijn vrolijke doodsgedachten, in: Mens en gevoelens
1988 Komedie om geld
1988 Zilver of Het verlies van de onschuld, roman
1989 Een uur in de wind. Een komedie om geld en Tropenjaren
1990 Het beloofde land, reisverhaal
1991 In Afrika, reisverhaal
1992 De man uit het Noorden, in: De Gids
1992 Waar twee olifanten vechten. Mozambique in oorlog, reisverhaal
1993 Classics
1994 Indische duinen, roman
1996 Palmwijn, novelle
1997 Totok, poëzie met collages van arald Vlugt
1998 O wye en droewe land, honderd-en-een gedichten uit de Afrikaanse poëzie, gekozen door Robert Dorsman en Adriaan van Dis
1998 Een deken van herinnering, gvolgd door het gedicht De laatste wereldvrede, toespraak voorafgaand aan de dodenherdenking 1998

1999 Dubelliefde, geschiedenis van een jongeman, roman
2000 De mooiste koninginnen verhalen, verhalen over koninginnen en prinsessen van Adriaan van Dis ... en Darryl Pinckney
2000 Op oorlogspad in Japan, novelle

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Een barbaar in China door Adriaan van Dis"