Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Spaanschen Brabander door G.A. Bredero

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover Spaanschen Brabander
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 1739 woorden
  • 29 september 2002
  • 15 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
15 keer beoordeeld

Boekcover Spaanschen Brabander
Shadow
Spaanschen Brabander door G.A. Bredero
Shadow
Titelbeschrijving. G.A. Bredero, (Moortje en) Spaanschen Brabander, Leeuwarden 1992 (eerste druk) Motivatie boekkeuze. In dit boek stonden twee verhalen, Moortje en Spaanschen Brabander, dus had ik twee keuzes. Ook stond het vooraan, dat hielp ook wel mee bij het kiezen. Samenvatting inhoud. Het eerste stuk gaat over de Antwerpenaar Jerolimo Rodrigo, die naar Amsterdam is gevlucht om zijn vele schuldeisers te ontlopen. Hij voelt zich erg verheven boven de Amsterdammers qua taal, beschaving en manieren. Als knecht neemt hij Robbeknol in dienst, een zwerver uit Embden. Robbeknol moet van Jerolimo ook Brabants gaan spreken, zich netjes kleden en zuinig leven. In het huis is er helemaal niets te eten en Robbeknol gaat uit bedelen. Hij geeft ook Jerolimo te eten, omdat hij heeft gezien dat zijn meester aangesproken werd door een paar hoeren en er snel vandoor is gegaan toen ze vroegen om hen te trakteren. In het derde bedrijf komt er een stadsomroeper langs, die verkondigt dat bedelarij door het stadsbestuur verboden is. Als Robbeknol dit hoort is hij erg ontdaan, maar hij vindt toch een andere manier om aan geld te komen. Hij gaat voorlezen uit het Evangelie voor Trijn Snaps, Els Kals en Jut Jans (spinsters), waarvoor ze hem geld geven. Nadat Robbeknol een begrafenisstoet op straat heeft gezien, waarbij een vrouw klaagde, dat haar man naar een huis moest, waar wordt gegeten, noch gedronken, komt hij helemaal overstuur thuis. Robbeknol denkt namelijk dat dit het huis van Jerolimo is. Als Jerolimo echter thuiskomt, lacht hij Robbeknol eerst uit maar kalmeert hem daarna. In het vierde bedrijf houden Byateris, een koppelaarster (het komt in de praktijk meer neer op een bordeelhoudster), en Gierige Geraart, de huiseigenaar een gesprek over allerlei zaken, onder meer over het geld dat ze nog van Jerolimo te goed hebben. Ze kloppen aan, maar Jerolimo weet hen af te schepen. In het vijfde bedrijf treedt Jerolimo niet meer op, hij is gevlucht naar Vianen. Gierige Geraart die weer om zijn geld komt, pikt dit niet en haalt de schout en de notaris erbij. Er is in het hele huis echter niets meer te vinden dan een bed dat de schout meeneemt. De schuldeisers waaronder ook een schilder, een goudsmid en een tinnegieter krijgen niets. De schout wil Robbeknol gevangen nemen, maar door smeken van de spinsters wordt hij vrijgelaten. Persoonlijke reactie. Ik vond het onderwerp erg interessant, Jerolimo bleef doen alsof hij rijk en voornaam was, hij kleedde zich als een heer, sprak nette taal en voelde zich verheven boven de anderen terwijl hij in werkelijkheid nog minder te eten had dan zijn knecht Robbeknol. Toch trapten er veel mensen in, alleen om de schijn die hij wekte met zijn mooie kleren en manieren rijk te zijn: o.a. de huiseigenaar, Byateris, de goudsmid, de tinnegieter en de kunstschilder trapten erin. Ondanks dat dit boek bijna drie eeuwen geleden geschreven werd, ligt het onderwerp toch wel in mijn belevingswereld: bedrog komt nog steeds voor. Elke dag worden mensen opgelicht en steeds weer kom je er achter dat niet alle mensen zijn zoals ze op het eerste gezicht leken of zich voordeden. Er zat een les voor iedereen in: let niet alleen op uiterlijke schijn. In het boek wordt dit bedrog sterk bekritiseerd, vooral door Robbeknol, die zijn meester vaak sarcastisch en spottend toespreekt, maar toch medelijden met hem heeft: ‘Jerolimo: Haal mijn ivoren kam, ik wil mijn haar een beetje netjes leggen. Robbeknol: Hé, daar ligt er eentje! Als ik me niet door mijn ogen bedriegen laat, is ie gemaakt van de staart van een schelvisgraat.’ (r. 503 t/m 505) ‘Jerolimo: Wat vind je van mijn haar, is het niet mooi blond? Robbeknol: Ja, net een Engels konijn, met dat grijs erdoor wordt het al aardig bont.’ (r. 508+509) Ook waren enkele andere stukken zéér humoristisch, wat weer goed maakte dat het wat lastig te lezen was (ook al had ik een boek met vertaling in de vorm van voetnoten).
Verdiepingsopdracht. Politieke achtergronden. Bredero plaatst het verhaal in het Amsterdam van circa 1575, maar hij ontleent diverse voorvallen en gebeurtenissen aan zijn eigen tijd (omstreeks 1615). Het was dus na de beeldenstorm (1566) en tijdens de Tachtigjarige oorlog (1568-1648). Spanje verovert steeds meer en doordat Antwerpen in Spaanse handen gevallen was, vluchtten veel calvinisten en kapitaalkrachtige kooplieden (veelal joden) naar het noorden, vooral naar Amsterdam. Amsterdam nam de rol van ‘hét toonaangevend handelscentrum’ van Antwerpen over. In het stuk vind je daar diverse uitspraken over van de personages, hiervan heb ik er enkele uitgezocht: ‘Andries: Wie brachten hier bedrijvigheid en handel? Dat waren wij!’ (r. 1032) Andries is ook zo’n vreemdeling die in Amsterdam is komen wonen en wat hij zegt klopt, door al die nieuwe bewoners groeide de handel in Amsterdam en de stad breidde uit. ‘Andries: ’t Gaat zo’n beetje, maar ’t is niet goed. Het land is overal in alarm. De één wil ons hier aanvallen, en de ander daar. ’t Is duivelswerk. En dan nog de binnenlandse twisten en onenigheid in de kerk: als de kikvors en de muis onderling hakkentakken, kan de kiekendief ze bij verrassing beide pakken.’ (r. 1007 t/m 1011) Spanje wilde ook Amsterdam aanvallen en de binnenlandse twisten en onenigheid in de kerk duiden op de hervorming. Later kiest Amsterdam voor het protestantisme als geloof. Sociaal economische achtergronden. Door de vreemdelingen in de stad verloren de oude Amsterdamse normen en waarden hun invloed. Dit is goed afleiden uit de uitspraken van de Amsterdammer Jan Knol: ‘Jan Knol: Lang zo slecht niet, kun je beter zeggen. Want met die lui van buiten kregen we hier in de buurt veel doortrapte schavuiten. Want wat de vreemdelingen hier naartoe hebben gebracht of gehaald, dat moet, verdorie, veel te duur door ons worden betaald. De ouderwetse degelijkheid waar wij zo vaak van spreken is onder al dat nieuwe bedrog vrijwel bezweken. Waar is nu nog de eerlijkheid en de Hollandse trouw? Je zou ver moeten zoeken als je die vinden wou. Toen was een woord een woord, nu moet je alles precies beschrijven als je voor gemene oplichters bespaard wilt blijven.’ (r. 1022 t/m 1031) De Spaanschen Brabander hoort ook bij de literatuur die bijdroeg tot het creëren van een eigen stedelijke gedragscode. Geliefd was hierbij het middel van het schetsen van ongewenst gedrag. De personages Jan, Andries en Harmen zijn personen uit de lagere klassen en dé voorbeelden van slecht gedrag (hoerenloperij, overmatig drankgebruik, oplichting en andere duistere zaakjes). En natuurlijk is Jerolimo een voorbeeld van slecht gedrag omdat hij het toonbeeld is van een geboren oplichter. Jerolimo doet zich dan wel voor alsof hij tot de hoogste stand behoort maar hij behoort in wezen tot de laagste klasse. Culturele achtergronden. Bredero was lid van de Amsterdamse rederijkerskamer d’Eglentier. De rederijkers werden bij vele stedelijke activiteiten ingeschakeld. Dat was dan ook de reden dat Bredero zoveel wist te vertellen in het stuk over de stad, hij was van alles op de hoogte. Ik weet niet of je de eerdergenoemde beeldspraak van Jerolimo (tegen een van de hoeren) in verband kunt brengen met de Renaissance, het zijn wel verwijzingen naar de Griekse klassieke oudheid. Ze discussieerden veel over de nieuwe opvattingen over het geloof (de hervorming) en de ideeën over de Renaissance en het humanisme. In de Spaanschen Brabander vind je iets over de hervorming terug in de uitspraken van Jan Knol, via hem laat Bredero zien dat het Amsterdamse volk vrij negatief tegenover de hervorming stond. Literaire stromingen en genres. De tekst behoort tot de “humanistisch-renaissancistische literatuur” (leuk woord voor galgje zeg), Bredero schonk hernieuwde aandacht aan het klassieke genre ‘de komedie’. De Spaanschen Brabander is een blijspel met een wat dramatische ondertoon waardoor de gehele tekst toch wat zwaarder word als een normale komedie. Als in een blijspel treden er mensen op uit lagere klassen, de taal is meer spreektaal en het eindigt met een happy end. Er gebeuren ernstige en grappige dingen en de misstanden in de maatschappij (bedrog) worden belachelijk gemaakt. De tragische ondertoon heeft te maken met armoede, ziekte (pest), dood, honger, schulden, prostitutie, racisme (vooral tegen Duitsers, die in de tekst aangeduid worden door de benaming Moffen), bedelen en diefstal. Functie voor het publiek. De functie van de Spaanschen Brabander is het waarschuwen van de mensen tegen oplichterij en het laten zien van ongewenst gedrag. Het stuk was er voor het Amsterdamse volk. Bredero liet de Amsterdammers een gekleurd beeld van de corrupte, met vreemdelingen overspoelde stad zien. Hij liet de morele waarden binnen een snel multicultureel wordende maatschappij zien. Bredero zelf zocht de oorzaak van het verval van de oude Hollandse eenvoud en eerlijkheid namelijk in die enorme toevloed van vreemden en hij gebruikte Jan Knol om dit over te brengen op het publiek.
Evaluatie. Op de vraag of mijn “eerste aanvankelijke mening” is veranderd na de verdiepingsopdracht moet ik ontkennend reageren, ik ben dan ook nog steeds van mening dat het een leuk maar lastig te lezen boek is en dat ze zulke boeken moeten gebruiken op scholen ipv al de rotzooi die ze nu gebruiken. Als de huidige en toekomstige jeugd fatsoen wordt bijgebracht (allochtoon én autochtoon) zou dit de samenleving zéér ten goede komen. Het voordeel van dit boek is ook dat alles zo herkenbaar is, ondanks dat we nu in een hele andere tijd leven. Zoals ik al zei is mijn mening over het boek niet erg veranderd, ik vond het nog steeds heel lastig en ingewikkeld om de tekst te lezen omdat het taalgebruik vrij lastig is, mede omdat het in rijm is geschreven. Wel vind ik het verhaal nog steeds wel realistisch, er zullen ook wel zulke voorvallen zijn geweest, en er zijn er nog steeds, helaas. De les die in dit verhaal zit (namelijk; “schijn bedriegt”) heeft me ook wel aan het denken gezet, zo leer je dat je verder moet kijken dan uiterlijke schijn om te weten hoe iemand in werkelijkheid is. Dit is iets wat ik steeds meer leer te doen, ik ben al vaker bedrogen uitgekomen omdat ik alleen afging op uiterlijk. Ik ben zeer tevreden over zowel de beschrijvings- als de verdiepingsopdracht, als ik niet tevreden zou zijn zou ik het ook niet zo inleveren en niet op internet zetten. De opdrachten waren ook goed te doen, met wat gezond verstand en wat hulp van het Laagland boek uiteraard. De volgende keer doe ik niks anders, zo als het nu is gedaan is het naar mijn mening zeer goed afgehandeld.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Spaanschen Brabander door G.A. Bredero"