Krabat door Otfried Preussler

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Krabat
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 2e klas vwo | 1971 woorden
  • 20 juni 2002
  • 83 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
83 keer beoordeeld

Boekcover Krabat
Shadow
Krabat door Otfried Preussler
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: De meester van de zwarte molen
Auteur: Otfried Preussler Samenvatting Krabat is een weesjongen die samen met twee vrienden over straat zwerft verkleed als de drie koningen om zo aan onderdak en geld te komen. Op een nacht als ze op een hooi zolder liggen krijgt Krabat een droom waarin hij geroepen wordt om naar de molen in het Koselmoeras te komen. Als hij bij de molen aan komt word hem door de molenaar gevraagd of hij op de molen wil werken en of hij ook al het andere wil leren. Krabat zegt ja en hij wordt de nieuwe leerling op de molen. Die avond wordt hij gewekt door 11 andere molenaars kinderen. Deze zien helemaal wit van het meel. Al vanaf de eerste ochtend dat Krabat op de molen werkt moet hij hard werken.Tonda, de meesterknecht helpt Krabat vaak met klusjes opknappen. Tonda laat al het meel verdwijnen met een tovertrucje. Krabat vraagt hoe Tonda dit doet maar Tonda zegt vroeg of laat kom je er wel achter. In de winter moet Krabat sneeuwschuiven maar het wordt hem een beetje te zwaar. Tonda legt zijn hand op zijn schouder en zegt een een of andere toverwoord en Krabat voelt zich gelijk al weer een stuk beter, en hij wil gelijk weer hard aan het werk. Na een paar weken op de molen werken word Krabat geroepen bij de meester de anderen zijn er al. Ze zijn veranderd in een kraai en zitten op een stang voor de meester. Als hij bij de meester aan komt zegt de meester dat zij proeftijd er op zit en dat hij nu bevorderd is tot knecht. Hij zal nu ook de zwarte magie leren. Eerst zal hij veranderd worden in een kraai die net zo als de anderen boven op een stang gaat zitten. De meester leest voor uit de Koraktor, dat is het boek waar alle spreuken van de zwarte kunst in staan. Na een paar ongeveer een jaar als ze in bed liggen horen ze een gil, Krabat wil naar beneden gaan om te kijken wat er is gebeurd maar hij wordt tegen gehouden door Juro. Als ze de volgen de ochtend naar beneden gaan ligt Tonda onder aan de trap, hij was in het donker van de trap gevallen en had hierbij zijn nek gebroken. Maar Krabat weet het nog niet of het een ongeluk was. Tonda wordt begraven zonder rouwteken of kruis. Nu Tonda dood is moet er een nieuwe meesterknecht komen. De jongens vonden Hanzo wel een goede meesterknecht. En Hanzo vind het goed. Er komt een nieuwe leerjongen omdat ze met z’n twaalven op de molen moeten blijven. Witko heet hij, Michal helpt Witko op de zelfde manier zoals Tonda Krabat geholpen had, maar Lyschko komt er achter en verteld het aan de meester. Michal word door de meester gestraft. Ze zijn allemaal heel boos op Lyschko en willen niet meer met hem praten. Maar als er weer een feestdag is moeten ze alle ruzies vergeten en weer verder met elkaar gaan als vrienden. De meester mag Michal helemaal niet meer. Na ongeveer twee jaar worden de leerlingen weer net zo gespannen als het jaar daar voor. In de nacht van oudejaarsavond als ze in bed liggen horen ze ineens gerommel in het huis en een gil. De volgende ochtend als ze beneden kwamen vonden ze Michal. De dwars balk van de weegschaal was uit de zoldering gevallen en hij had zijn nek gebroken. Ze begroeven Michal zonder rouwteken of kruis. Na de dood van Michal moest er weer een nieuwe leerjongen bij komen. De nieuwe jongen is Lobosch. Krabat kent de jongen want hij had vroeger met deze jongen op straat gezworven. Krabat helpt de jongen zoals Tonda hem geholpen had en zoals Michal Witko geholpen had. Daarna gaat alles weer zoals de jaren er voor. Alleen kan Krabat de mooie stem van de Kantorka (een meisje die hij had zien zingen met Pasen in het eerste jaar) niet vergeten. Met hulp van Juro kan hij haar weer zien. Hij vertelt de Kantorka alles over de molen en dat hij van haar houd. Ook vertelt hij dat hij denkt dat de molenaar Tonda en Michal heeft vermoord. Hij kan alleen bij de molen weg als hij meer kennis heeft van de zwarte kunst dan de meester of door de liefde van een meisje. Lyschko is er achter gekomen dat Krabat verliefd is en heeft het aan de meester verteld. De meester gaat met behulp van een spreuk in Krabats hoofd zitten als hij slaapt en komt er zo achter wie de Kantorka is. De meester laat Krabat weten dat hij weet dat Krabat verliefd is en dus moet Krabat het meisje zo snel moegelijk waarschuwen anders zal ze sterven. Als Krabat de Kantorka verteld heeft dat de meester weet wie ze is besluit ze meteen met hem mee te gaan en de test wil doen. Als ze bij de molen komen staat iedereen al op hen te wachten. De meester veranderd hen allemaal in kraaien en de Kantorka moet Krabat zien aan te wijzen Na een tijdje wijst ze er een aan en zegt hij is Krabat ik voel het aan zijn liefde voor mij. En de angst die hij heeft om mij kwijt te raken. Het is goed ze heeft Krabat aan gewezen de meester sterft dan en alle leerjongens zijn vrij ze vergeten alles van de zwarte kunst maar het molenaars werk weten ze nog . Personen - Krabat: een zelfstandige jongen. Hij is echt een karakter hij veranderd in het verloop van het verhaal steeds meer. Hij komt voor zich zelf en voor anderen op hij is +- 16 jaar oud en word door het werk dat hij bij de molen moet doen veel ouder. Hi heeft een goede relatie met Tonda in het eerste jaar maar als Tonda onverwacht zijn nek breekt dan is dat over. Je leert hem kennen doordat de verteller iets over hem zegt en wat anderen over hem zeggen/denken en wat hij zelf denkt/zegt. - Tonda: de meester knecht hij is rond de 18 jaar een echte forse kerel, hij helpt Krabat door de leerjaren heen geeft hem nieuwe kracht en help ook veel anderen. Maar hij komt om het leven omdat hij teveel weet van de zwarte kunst. Hij kan het goed vinden met Krabat, maar hij gaat dood. - Lyschko: een vies mannetje dat alleen maar bij de meester klikt. Hij is echt een bijpersoon, want hij blijft het hele verhaal hetzelfde hij wordt door de andere jongens niet geaccepteerd en niemand mag hem dan ook hij is ook rond de 18 jaar. - De Meester: is net als Lyschko een type want hij blijft het hele verhaal hetzelfde hij moet elk jaar een leerling doden omdat hij anders zelf sterft. Hij kiest altijd de gene die het meest van de zwarte kunst af weet om dat zij een bedreiging voor hen kunnen vormen hij is rond de 33 jaar. (ongeveer) - De Kantorka: het meisje met de zuiverste stem en daarom mocht zij een deel van de nacht alleen zingen in die nacht werd Krabat al een beetje verliefd op haar. Zij is een type want zij zet haar angst aan de kant om zo Krabat vrij te krijgen ze is ook net als Krabat rond de 16 jaar en heel erg dapper.
Probleem Het probleem is er al van af het begin Krabat en zijn twee vrienden moeten elke dag zelf aan voedsel en onderdak zien te komen. Dan komt hij bij een molen een daar ontstaan ook weer problemen want elk jaar gaat er iemand dood. Als hij verliefd word wil hij zijn meisje beschermen tegen de meester maar als die er achter komt moet hij zo snel mogelijk het meisje waarschuwen anders is het voor haar te laat. Het probleem wordt opgelost doordat de Kantorka een test doet voor het bevrijden van Krabat. En voor haar eigen leven. Waar? Het speelt zich voornamelijk af bij de molen in het Koselmoeras. Maar het speelt zich ok af in een paar dorpjes buiten het bos waar de molen zich bevindt. Tijd In welke tijd ze leven wordt niet in het boek verteld. In het boek word van dag tot dag geleefd soms wordt er ook zo een paar maanden overgeslagen de precieze tijd wordt niet verteld maar het gaat wel om een paar jaren. Het is een niet chronologisch verteld boek want er zijn sprongen in de tijd. Er zijn wel terug blikken van hoe heeft het kunnen gebeuren vooral als hij terugdenkt aan de fijne tijd met Tonda en al hij terug denkt aan de nacht waar hij de Kantorka hoorde zingen. Genre Het boek is een roman maar ook wel avontuur, het deel waarin blijkt dat het een liefdes verhaal is, is het deel dat Krabat verliefd word op de Kantorka. En dat zij hem later bevrijd van de molen. Het deel van het avontuur speelt zich daar meer op de moolen en de gebeurtenissen op de molen. Mening Ik vind het een heel leuk boek omdat het over zwarte magie gaat, een beetje fictie dus. En ik vind fictie leuke boeken omdat het niet kan je moet je het echt voor je zien hoe het gaat, fantaseren. Het boek heeft ook niet zoveel bladzijdes dus je leest het best wel snel door. Mijn uitgekozen stukje gaat over een (volgens de molenaar de Peetoom) man met een zwarte hoed en een felrode haneveer erin. De man is geheel in het zwart. De Peetoom komt altijd met nieuwe maan. Hij zit op een platte wagen die zwaarbeladen word door de molenaarsknechten op de molen. De man had zakken met iets erin (je komt er niet achter wat er in die zakken zat) op zijn huifkar. De jongens sjouwden de zakken naar de enige maalkamer die nooit gebruikt werd maar nu wel. Krabat hoorde namelijk een vreemd geluid uit de maal gangen komen, eentje die hij nog nooit gehoord had. Het moest uit de ‘’dode gang’’ komen. Toen de inhoud van de zakken was gemaald en weer ingeladen was reed de Peetoom weg maar de zwaarbeladen huifkar liet geen sporen achter. Ik heb dit stukje uitgekozen omdat ik dat een interessant stukje vind. Je moet er veel bij bedenken dat is het leuke ervan. Je weet niet wat erin de zakken zit en waarom het in de ‘’dode gang’’ gemalen wordt. Allemaal mysterieuze dingen die maar moet verzinnen. Dat is leuk en waarom komt hij met elke nieuwe maan? Moet je maar verzinnen misschien omdat hij dan het gemalen iets opgegeten had als je het kan eten. Schrijver Otfried Preussler groeide op in een leraarsgezin in een deel van Tsjecho-Slowakije waar veel Duitsers woonden. In zijn jeugd hoorde hij graag oude verhalen en sprookjes. Hij ging in dienst in het Duitse leger en werd in 1944 in Rusland krijgsgevangen gemaakt. Pas vijf jaar later kwam hij vrij. Met een grote kennis van de Russische volksverhalen ging hij naar Beieren, waar zijn familie was gaan wonen. Hij werd onderwijzer. In zijn vrije tijd schreef hij hoorspelen en toneelstukken en op school las hij sprookjes voor die hij zelf had geschreven. In 1956 verscheen in Duitsland zijn eerste boek. In 1970 hield hij op met lesgeven om te kunnen schrijven. Zijn boeken zijn in meer dan veertig talen vertaald. Otfried Preussler is getrouwd en heeft drie dochters. 1958 De kleine waterman (Ploegsma / 5e druk 1997) 1962 De kleine heks (Het Spectrum / 8e druk 1996) 1969 Het spookje (Van Goor / 6e druk 1997) 1971 Sterke Wanja (Lemniscaat / 6e druk 1987) 1972 Meester van de zwarte molen (Krabat) (Lemniscaat / 12e druk 1990) 1976 Floris de vogelverschrikker (Van Holkema & Warendorf) 1978 Rover Hosseklos en de gestolen koffiemolen (Holland) 1979 Rover Hosseklos en het zuivere geweten (Holland) 1979 Rover Hosseklos en de brief in de fles (Holland) 1982 Wobbe met de wondermuts (Lemniscaat / 4e druk 1996) 1989 Klokslag twaalf en andere verhalen (Lemniscaat)

REACTIES

G.

G.

tnx kheb er wel een beetje info uit kunnen halen

tnx groetjes

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Krabat door Otfried Preussler"