Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Spaanschen Brabander door G.A. Bredero

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
Boekcover Spaanschen Brabander
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 3249 woorden
  • 8 april 2002
  • 181 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
181 keer beoordeeld

Boekcover Spaanschen Brabander
Shadow
Spaanschen Brabander door G.A. Bredero
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Motivatie van mijn keuze Ik heb dit boek gekozen omdat ik er voor Globe Laagland al een opdracht over gemaakt heb. Het leek mij wel een leuk en interessant boek omdat het te maken had met het verval van de Amsterdamse waarden, als gevolg van de uitbreidingen van de stad en door de nieuwe inwoners van Amsterdam, die uit verschillende gebieden kwamen maar vooral uit het in Spaanse handen gevallen Antwerpen. Dat thema is nu ook weer actueel, aangezien 48 % van de inwoners van Amsterdam buitenlands is. Door al die verschillende culturen vervagen de oorspronkelijke normen en waarden ook. Door deze opdracht heb ik al veel geleerd over de achtergronden van de tekst en de personages en dat was mooi meegenomen voor de verdiepingsopdrachten. Samenvatting van de inhoud Het stuk gaat over de Antwerpenaar Jerolimo Rodrigo, die naar Amsterdam is gevlucht om zijn schuldeisers te ontlopen. Hij voelt zich erg verheven boven de Amsterdammers qua taal, beschaving en manieren. Als knecht neemt hij Robbeknol in dienst, een zwerver uit Embden. Robbeknol moet van Jerolimo ook Brabants gaan spreken, zich netjes kleden en zuinig leven. In het huis is er helemaal niets te eten en Robbeknol gaat uit bedelen. Hij geeft ook Jerolimo te eten, omdat hij heeft gezien dat zijn meester aangesproken werd door een paar hoeren en er snel vandoor is gegaan toen ze vroegen om hen te trakteren. In het derde bedrijf komt er een stadsomroeper langs, die verkondigt dat bedelarij door het stadsbestuur verboden is. Als Robbeknol dit hoort is hij erg ontdaan, maar hij vindt toch een andere manier om aan geld te komen. Hij gaat voorlezen uit het Evangelie voor Trijn Snaps, Els Kals en Jut Jans (spinsters), waarvoor ze hem geld geven. Nadat Robbeknol een begrafenisstoet op straat heeft gezien, waarbij een vrouw klaagde, dat haar man naar een huis moest, waar wordt gegeten, noch gedronken, komt hij helemaal overstuur thuis. Robbeknol denkt namelijk dat dit het huis van Jerolimo is. Als Jerolimo echter thuiskomt, lacht hij Robbeknol eerst uit maar kalmeert hem daarna. In het vierde bedrijf houden Byateris, een koppelaarster (het komt in de praktijk meer neer op een bordeelhoudster), en Gierige Geraart, de huiseigenaar een gesprek over allerlei zaken, onder meer over het geld, dat ze nog van Jerolimo te goed hebben. Ze kloppen aan, maar Jerolimo weet hen af te schepen. In het vijfde bedrijf treedt Jerolimo niet meer op, hij is gevlucht naar Vianen. Gierige Geraart die weer om zijn geld komt, pikt dit niet en haalt de schout en de notaris erbij. Er is in het hele huis echter niets meer te vinden dan een bed, dat de schout meeneemt. De schuldeisers waaronder ook een schilder, een goudsmid en een tinnegieter krijgen niets. De schout wil Robbeknol gevangen nemen, maar door smeken van de spinsters wordt hij vrijgelaten.
Mijn uitgewerkte persoonlijke reactie Het onderwerp van de Spaansche Brabander is volgens mij bedrog: alles draait om bedrog. De hoofdpersoon Jerolimo doet zich zeer voornaam en rijk voor, maar in werkelijkheid is hij erg trots en arm als de Spanjaarden. De titel komt daar vandaan, omdat hij een Brabander is met een zogenaamde Spaanse komaf. Hij licht ook verschillende mensen op. Aan het slot wordt dit nog eens benadrukt door Gierige Geraart: ‘Al ziet men de lui, men kent ze daarom niet.’ (r. 2223) Ik vond het onderwerp erg interessant, Jerolimo bleef doen alsof hij rijk en voornaam was, hij kleedde zich als een heer, sprak nette taal en voelde zich verheven boven de anderen terwijl hij in werkelijkheid nog minder te eten had als zijn knecht Robbeknol. En toch trapten er veel mensen in, alleen om de schijn die hij wekte met zijn mooie kleren en manieren rijk te zijn: o.a. de huiseigenaar, Byateris, de goudsmid, de tinnegieter en de kunstschilder trapten erin. Ondanks dat dit boek bijna drie eeuwen geleden geschreven is, ligt het onderwerp toch wel in mijn belevingswereld: bedrog komt nog steeds voor. Elke dag worden mensen opgelicht en steeds weer kom je er achter dat niet alle mensen zijn zoals ze op het eerste gezicht leken of zich voordeden. Er zat een les voor iedereen in: let niet alleen op uiterlijke schijn. In het boek wordt dit bedrog sterk bekritiseerd, vooral door Robbeknol, die zijn meester vaak sarcastisch en spottend toespreekt, maar toch medelijden met hem heeft: ‘Jerolimo: Haal mijn ivoren kam, ik wil mijn haar een beetje netjes leggen. Robbeknol: Hé, daar ligt er eentje! Als ik me niet door mijn ogen bedriegen laat, is ie gemaakt van de staart van een schelvisgraat.’ (r. 503 t/m 505) ‘Jerolimo: Wat vind je van mijn haar, is het niet mooi blond? Robbeknol: Ja, net een konijn, met dat grijs erdoor wordt het al aardig bont.’ (r. 508+509) De schrijver heeft het onderwerp niet met veel diepgang beschreven, dat komt waarschijnlijk doordat het een toneelstuk is, er zijn alleen monologen, dialogen en regieaanwijzingen. De belangrijkste gebeurtenis in het boek is het moment waarop Robbeknol ziet dat zijn meester aan het flirten is met de twee snollen Trijn Jans en Bleke An en er vandoor gaat als ze hem uitdagen te trakteren. Robbeknol beseft dat Jerolimo helemaal geen rooie cent heeft en zich wel voornaam voor doet, maar in feite net zo is als alle andere, hij heeft dezelfde lusten. En daar krijgt hij er toch medelijden mee, later deelt hij zijn gebedelde eten met zijn meester. De belangrijkste gebeurtenis wordt niet echt goed beschreven, maar als het toneelstuk opgevoerd wordt, zullen de toneelspelers deze gebeurtenis wel goed uitbeelden. De gebeurtenissen vloeien soms niet logisch uit elkaar voort: het ene moment hebben de drie oude mannen (Jan Knol, Andries en Thomas) op het kerkhof een gesprek en het andere moment krijgen twee niet duidelijk beschreven jongens ruzie bij een spelletje knikkeren. Alles bij elkaar genomen hangt er toch een verband tussen de gebeurtenissen, de tussenstukken beschrijven het Amsterdamse volksleven uit die tijd prachtig. Ik vond de gebeurtenissen erg boeiend, door die gebeurtenissen ben ik meer te weten gekomen over het dagelijkse leven uit die tijd en wat er zich allemaal afspeelde, ik bleef doorlezen. De gebeurtenis die het meeste indruk op mij gemaakt heeft is het stuk waarin Trijn Jans en Bleke An, de twee snollen, vertellen hoe ze in de prostitutie terecht gekomen zijn, het zijn allebei nogal zielige verhalen. De een was er in terecht gekomen omdat ze in dienst was bij een gezin waar één van de zoons haar verleidde. Toen de moeder van de jongen daar achter kwam, kreeg ze haar ontslag en kwam terecht in de rosse buurt. Het verhaal van Trijn is nog erger, ze had een heel goed dienstgezin en had goed gespaard, om op zichzelf te kunnen gaan wonen. Een tijdje daarna ontmoette ze een jongeman die nadat ze getrouwd waren op een nacht al haar geld en bezitting stal. Om toch aan geld te komen ging ze tippelen. Dit zette mij gewoon aan het denken, ik had net een artikel gelezen over kinderhoertjes in Thailand en de Filippijnen, waar ze zelfs door hun ouders verkocht worden aan bordelen. Ik realiseerde mij dat de Trijn en An uit het verhaal er op 14-jarige leeftijd in terecht gekomen waren en er nooit meer uit gekomen waren. De hoofdpersoon is naar mijn mening geen held. Jerolimo is arrogant, hij bedriegt en licht mensen op, schept altijd op en hij brengt graag tijd door met meisjes van lichte zeden. Hij blijft de Amsterdammers en hun taal bespotten terwijl hij zelf een straatarme, gevluchte Brabanders is, zogenaamd van hoge komaf. En dan vlucht hij ook nog voor zijn schuldeisers en neemt de bezittingen die ze hem ter goeder trouw in bruikleen hebben gegeven mee. Zijn karakter is typisch, zijn trots en zijn voornaamheid gaan hem boven alles. Robbeknol vind ik daarentegen een sympathieke jongen. Hij is ook arm en van zijn meester krijgt hij zelfs geen eten, maar hij heeft wel begrip voor hem en zorgt voor het eten en verraadt hem zelfs op het laatst niet aan de schout. Ik snap niet waarom Robbeknol bij Jerolimo is gebleven, hij kreeg niet betaald en moest zelf voor eten zorgen, het enige wat hij kreeg was onderdak in een donker en vies huis. En alhoewel hij de manieren en het gedrag van zijn meester bespotte als bij alle Brabanders, bleef hij loyaal tegen hem. De personages zijn in dit verhaal voor mij levensecht, ze karakteriseren het leven in Amsterdam in de 17e eeuw, doordat ik niet veel over het leven in die tijd weet, behalve wat historische feiten, vind ik de handelingen van de personages begrijpelijk, behalve dan die van de hoofdpersoon. Ik vind dat de personages niet voorspelbaar reageren, ik had niet verwacht dat Jerolimo uit Amsterdam zou vluchten, dat Robbeknol zou gaan bijbellezen en dat de spinsters ervoor zouden zorgen dat Robbeknol niet werd opgepakt. Ik zou in dezelfde situatie als Jerolimo nooit zoveel bedriegen en oplichten en opeens vluchten, dat zou tegen mijn geweten in gaan. Ik zou ook nooit als knecht bij Jerolimo blijven, ik zou een andere meester zoeken die wel betaalde en mij goed te eten zou geven. De Spaansche Brabander bestaat uit vijf bedrijven, met elk gemiddeld zeven scènes. De opbouw is niet ingewikkeld, maar wel rommelig. Door de hoofdverhaallijn lopen diverse andere kleine verhaallijnen die niet zo veel te maken hebben met Jerolimo: - de ruzies tussen twee straatjongens en Floris, de hondenverjager - de gesprekken van de oude mannetjes - de gesprekken van de hoeren - de monologen en dialogen van de spinsters - de monologen en dialogen van Byateris en Gierige Geraart
Ik vind het verhaal niet spannend, er zijn geen open plekken die ingevuld moeten worden. Er zitten heel weinig flashbacks in het verhaal, ik kan er maar twee noemen: - Robbeknol vertelt over zijn ouders en zijn leven - Jerolimo vertelt op zijn beurt over zijn leven en denkt terug aan zijn geliefde Antwerpen
Doordat dit een toneelstuk is, draait alles om de monologen en de dialogen, veel flashbacks passen er niet bij. En het onderwerp bedrog draait om het ‘heden’, het leven in Amsterdam in de 17e eeuw, er wordt niet veel aandacht aan het verleden besteed, behalve door de oude mannetjes, die liever de oude Amsterdamse normen en waarden van voor de uitbreidingen en de stroom vreemdelingen hadden. Je ziet de gebeurtenissen door de ogen van een buitenstaander, die de monologen en dialogen van de personages aanhoort. Ik vind dit geslaagd, aangezien je net iemand uit het publiek bent dat naar het blijspel kijkt. Het verhaal heeft een gesloten einde, je hebt op het einde geen vragen meer, Jerolimo is vertrokken, Robbeknol moet op zoek naar een nieuwe meester en de schuldeisers blijven berooid achter. De Spaansche Brabander boeide mij vanaf het begin tot het einde, ik heb veel interesse voor de geschiedenis, ik vond het leuk om meer te weten te komen over het 17e eeuwse stadsleven en de armoede enz. In het boek kom je (plat) 17e eeuws oud-Amsterdams en verbasterd Antwerps/Leuvens taalgebruik tegen. Toch vond ik het taalgebruik met behulp van de woordenlijst ernaast, goed te volgen. De tekst is helemaal in rijm, behalve de verordening van het stadsbestuur en de taal is voor het grootste deel spreektaal. De monologen en dialogen van de personages waren niet te lang en ze waren niet saai, ze werden goed afgewisseld. In de tekst werd weinig moeilijke beeldspraak gebruikt, ik vond alleen de beeldspraak die Jerolimo tegen een van de hoeren gebruikte erg overdreven: ‘Godinnetjes, u overtreft in schoonheid en verstand de wijze Pallas, de blonde Venus en de schone Diaan en Helena, de dochter van Zeus die zich veranderde in een zwaan. Zij was de
koningin van Sparta, aan wie Troje, die trotse stad, dood en verderf en het Griekse leger veel slachtoffers te danken had. O, koninklijke vrouwe! Als Phoebus Apollo, de zonnegod, u zag, zou het grote licht, de zon, niet schijnen op deze dag. Hij zou zijn koets en paarden laten staan om vol bewondering zijn ogen over uw schoonheid te laten gaan.’ (r. 627 t/m 635) Hij vergelijkt hier een prostituee met Griekse godinnen! Bij de twee hoeren valt zijn beeldspraak ook niet in de smaak, ze verstaan het niet en vinden hem maar raar. Het taalgebruik past goed bij de personages en het onderwerp, de Amsterdammers spreken het platte oud-Amsterdams dat Jerolimo erg onbeschaafd vindt en zelf spreekt hij het verbasterde Antwerps. Bijzonder aan het taalgebruik was dat er veel woorden en uitdrukkingen gebruikt weren die wij niet eens meer kennen en gebruiken, zoals hekelen (r. 1309), baar (r. 309), bullepees (r. 295) en lommerd (r. 1333). Verdiepingsopdracht Politieke achtergronden Bredero plaatst het verhaal in het Amsterdam van omstreeks 1575, maar hij ontleent diverse voorvallen en gebeurtenissen aan zijn eigen tijd (ca. 1615). Het was dus na de beeldenstorm (1566) en tijdens de Tachtigjarige oorlog (1568-1648). Spanje verovert steeds meer en doordat Antwerpen in Spaanse handen gevallen was, vluchtten veel kapitaalkrachtige kooplieden en calvinisten naar het noorden, vooral naar Amsterdam. Amsterdam nam de rol van toonaangevend handelscentrum van Antwerpen over. In het stuk vind je daar diverse uitspraken over van de personages: ‘Andries: Wie brachten hier bedrijvigheid en handel? Dat waren wij!’ (r. 1032) Andries is ook zo’n vreemdeling die in Amsterdam is komen wonen en wat hij zegt klopt, door al die nieuwe bewoners groeide de handel in Amsterdam en de stad breidde uit. ‘Andries: ’t Gaat zo’n beetje, maar ’t is niet goed. Het land is overal in alarm. De één wil ons hier aanvallen, en de ander daar. ’t Is duivelswerk. En dan nog de binnenlandse twisten en onenigheid in de kerk: als de kikvors en de muis onderling hakkentakken, kan de kiekendief ze bij verrassing beide pakken.’ (r. 1007 t/m 1011) Spanje wilde ook Amsterdam aanvallen en de binnenlandse twisten en onenigheid in de kerk duiden op de hervorming. Later kiest Amsterdam voor het protestantisme. Sociaal-economische achtergronden Door de vreemdelingen in de stad verloederen de oude Amsterdamse normen en waarden. Je kunt dit goed afleiden uit de uitspraken van de Amsterdammer Jan Knol: ‘Jan Knol: Lang zo slecht niet, kun je beter zeggen. Want met die lui van buiten kregen we hier in de buurt veel doortrapte schavuiten. Want wat de vreemdelingen hier naartoe hebben gebracht of gehaald, dat moet, verdorie, veel te duur door ons worden betaald. De ouderwetse degelijkheid waar wij zo vaak van spreken is onder al dat nieuwe bedrog vrijwel bezweken. Waar is nu nog de eerlijkheid en de Hollandse trouw? Je zou ver moeten zoeken als je die vinden wou. Toen was een woord een woord, nu moet je alles precies beschrijven als je voor gemene oplichters bespaard wilt blijven.’ (r. 1022 t/m 1031) De Spaansche Brabander hoort ook bij de literatuur die bijdroeg tot het creëren van een eigen stedelijke gedragscode. Geliefd was hierbij het middel van het schetsen van ongewenst gedrag. De personages Jan, Andries en Harmen zijn personen uit de lagere klassen en voorbeelden van slecht gedrag (overmatig drankgebruik, oplichting, hoerenloperij, het slaan van vrouwen en duistere zaken). En natuurlijk is Jerolimo, de grote oplichter, een voorbeeld van slecht gedrag. Jerolimo voelt zich dan wel alsof hij tot de hoogste stand behoort, de stand van de adel, maar hij behoort ook gewoon tot de laagste klasse.
Culturele achtergronden Bredero was lid van de Amsterdamse rederijkerskamer d’Eglentier. De rederijkers werden bij vele stedelijke activiteiten ingeschakeld. Dat was dan ook de reden dat Bredero zoveel wist te vertellen in het stuk over de stad, hij was van alles op de hoogte. Ze discussieerden veel over de nieuwe opvattingen over het geloof (de hervorming) en de ideeën over de Renaissance en het humanisme. In de Spaansche Brabander vind je iets over de hervorming terug in de uitspraken van Jan Knol, via hem laat Bredero zien dat het Amsterdamse volk vrij negatief tegenover de hervorming stond. Ik weet niet of je de eerdergenoemde beeldspraak van Jerolimo (tegen een van de hoeren) in verband kunt brengen met de Renaissance, het zijn wel verwijzingen naar de Griekse klassieke oudheid. Literaire stromingen en genres De tekst behoort tot de humanistisch-renaissancistische literatuur, Bredero schonk hernieuwde aandacht voor het klassieke genre de komedie. De Spaansche Brabander is een blijspel met een tragische ondertoon. Als in een blijspel treden er mensen op uit lagere klassen, de taal is meer spreektaal en het eindigt met een happy end. Er gebeuren ernstige en grappige dingen en de misstanden in de maatschappij (bedrog) worden belachelijk gemaakt. De tragische ondertoon heeft te maken met armoede, ziekte (pest), dood, honger, schulden, prostitutie, racisme (vooral tegen Duitsers, die in de tekst aangeduid worden door de benaming Moffen), bedelen en diefstal. Functie voor het publiek De functie van de Spaansche Brabander is het waarschuwen van de mensen tegen oplichterij en het laten zien van ongewenst gedrag. De Spaansche Brabander ging bij de Nederduytse Academie in première. Het stuk was er voor het Amsterdamse volk. Bredero liet de Amsterdammers een gekleurd beeld van de corrupte, met vreemdelingen overspoelde stad zien. Hij liet de morele waarden binnen een snel multicultureel wordende maatschappij zien. Bredero zelf zocht de oorzaak van het verval van de oude Hollandse eenvoud en eerlijkheid namelijk in die enorme toevloed van vreemden en hij gebruikte Jan Knol om dit over te brengen op het publiek. Evaluatie Mijn aanvankelijke mening is een beetje veranderd na de verdiepingsopdracht, ik vind het stuk nog boeiender, omdat ik me nu verdiept heb in de achtergrond van het stuk. Het laat het verhaal nog werkelijker overkomen, ik snap nu de personages en de gebeurtenissen beter, doordat ik weet welke kwesties er in die tijd speelden. Mijn eindoordeel sluit aan bij mijn uitgewerkte persoonlijke reactie, ik vind het een leuk en interessant boek en ietwat merkwaardig: de gebeurtenissen lopen allemaal door elkaar, een echte goede opbouw zit er niet in en in de laatste scène ontbreekt zelfs de hoofdpersoon. Je krijgt een fraai en kleurrijk beeld van het Amsterdamse volksleven in de 17e eeuw door alle verschillende personages en gebeurtenissen. Ik ben erg tevreden over het uitvoeren van de beschrijvingsopdracht, ik heb het hele stuk kort samengevat met de verschillende personages en ik heb een duidelijke persoonlijke reactie met voorbeelden uit de tekst gemaakt. Ik ben ook tevreden over het uitvoeren van de verdiepingsopdracht, ik heb de Spaansche Brabander grondig doorzocht op de verschillende achtergronden, met behulp van de hoofdstukken in het Informatieboek. De verdiepingsopdracht was niet echt moeilijk, ik heb eerst de stof in het informatieboek bestudeerd en heb toen aantekeningen gemaakt tijden het lezen van de Spaansche Brabander. Dan kun je zo de goede verbanden leggen en het scheelt een hoop tijd, je hoeft alleen maar naar de regels terug te zoeken. Ik vond het lezen van dit 17e eeuwse werk niet moeilijk, maar het zou een stuk moeilijker zijn geweest als ik de vertaling ernaast niet zou hebben gehad, want op sommige plaatsen snapte ik niet helemaal wat de schrijver er mee bedoelde en er waren woorden die ik niet herkende, doordat ze in die tijd andere woorden voor woorden hadden die wij nu gebruiken, andere spelling en een andere beeldspraak. Ik bezat voldoende vaardigheden en kennis om deze opdrachten goed te kunnen uitvoeren, ik heb alleen de achtergronden van de 17e eeuwse literatuur nog eens bestudeerd. Ik weet niet wat ik de volgende keer anders ga doen, ik vind dat het zo goed gegaan is, ik ben tevreden en ik heb het goed gepland qua tijd, want ik wist dat we het in de week dat we deze opdracht moesten inleveren ook een proefwerk hadden.

REACTIES

M.

M.

Heel goed thanx!!!

22 jaar geleden

S.

S.

Heyy,
Ik heb je samenvatting van De Spaanschen Brabander goed kunnen gebruiken voor m'n verdiepingsopdracht :-) Ik had er zelf ook wel een gemaakt, maar de jouwe is veel uitgebreider en completer, good job :-)Bedankt!
Daag,
Sarah

21 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Spaanschen Brabander door G.A. Bredero"