Het Ervaringsverslag
A) Waar gaat het boek over? 1. Het verhaal gaat over twee mannen. 1 slimme kleine man en 1 hele sterke, grote, maar domme man. Ze trekken samen van boerderij naar boerderij om geld te verdienen, zodat ze later hun eigen boerderij kunnen beheren met eigen dieren. (Thema = kameraadschap / vriendschap. Titel zegt niets. ) 2. Ik heb dit boek gekozen, omdat we het thuis hadden en mijn moeder het vroeger ook had gelezen. Zij vond het wel mooi en goed leesbaar dus raadde ze me aan het te lezen. 3. Ik wist nog helemaal niets van de schrijver of het boek. Voor ik het boek las heeft mijn moeder me wel kort verteld waar het over ging en toen ben ik het gewoon gaan lezen. B) De personen 1. De hoofdpersonen zijn George en Lennie. (Dat zijn de twee vrienden van opdracht A1. ) 2. George is klein, tenger en slim. Meer wordt in het volgende citaat beschreven. (“The first man was small and quick, dark of face, with restless eyes and sharp, strong features” blz. 8) Hij helpt zijn domme vriend door het leven. Hij vertelt hem altijd wat ie moet doen en beschermt hem tegen al het kwade. Af en toe is hij wel boos op Lennie en vertelt hij hem wat hij allemaal wel niet kon doen als hij niet met Lennie opgescheept zat, maar verder is hij een goed mens. Lennie is zijn domme vriend. Het is een boom van een kerel met de geest van een klein kind. Hij is erg sterk en heel vergeetachtig. Meer wordt in het volgende citaat beschreven. (“Behind him walked his opposite, a huge man, shapeless of face, with large pale eyes, with wide, sloping shoulders; and he walked heavily, dragging his feet a little, the way a bear drags his paws”blz 8). Lennie luistert naar alles wat George zegt en wil dat allemaal zo goed mogelijk doen. George is zijn grote voorbeeld. Ook houdt Lennie erg van zachte dingen knuffelen. Daarom wil hij graag later samen met George een eigen boerderij met dieren. Vooral konijnen, die kan hij dan zelf verzorgen en knuffelen. George vindt het nooit goed dat Lennie kleine dieren knuffelt, omdat hij zijn eigen krachten niet kent en de dieren meestal doodknijpt. Ondanks dat Lennie meestal goed naar George luistert kan hij het soms toch niet laten... “ George looked sharply at him. ‘What ‘d you take outa that pocket?’ ‘Ain’t a thing in my pocket,‘Lennie said cleverly. ‘I know there ain’t. You got it in your hand. What you got in your hand – hidin’ it?. ‘I ain’t got nothin’, George. Honest.’ ‘Come on, give it here.’ Lennie held his closed hand away from George’s direction. ‘ It’s on’y a mouse, George.’ ‘A mouse? A live mouse?’ ‘Uh-uh Jus’ a dead mouse, George. I didn’t kill it. Honest ! I foud it. I found it dead.’ ‘Give it here,’said George. ‘Aw, leave me have it, George.’ ‘Give it here!’ Lennie’s closed hand slowly obeyed. George took the mouse and trew it across the pool to the other side, among the brush. ‘What do you want of a dead mouse, anyways?’ ‘I could pet it with my thumb while we walked along,’said Lennie. ‘Well, you ain’t petting no mice while you walk with me. You remember where we’re goin’ now?’ Lennie looked startled and then in embarrassment hid his face against his knees. ‘I forgot again.’ ‘Jesus Crist,’ George said resignedly. ‘Well – look, we’re gonna work on a ranch like one we come from up north.’ (Blz 10.) Uit dit stukje van het boek blijkt wel een beetje hoe de relatie tussen de twee personen zijn. Je merkt dat Lennie echt een hopeloos geval is en dat George wel een beetje de moederpersoon is. De hoofdpersonen veranderen niet door wat er allemaal gebeurd. Ze blijven hetzelfde. Alleen wordt George later in het boek steeds wat geïrriteerder over de domheid van Lennie. 3. De hoofdpersonen hebben een relatie met elkaar. Daar heb ik al wat over verteld, maar er spelen meerdere mensen een rol in het boek: De baas van de boerderij. Relatie: Redelijk goed, hoewel de baas niet erg aardig tegen ze zijn. (‘How’d you like the boss?’ he asked. ‘Pretty good. Seemed awright.’ Blz 25) Curley (zoon van de baas). Relatie : Zeer slecht. Het is een klein irritant ventje die de pest heeft aan grote kerels en graag eens wil laten zien dat hij met boksen van ze kan winnen. Dus de relatie tussen hem en Lennie is erg slecht en George heeft al helemaal een pest hekel aan hem. Hij denkt dat hij alles zomaar kan maken, omdat ie de zoon is van de baas. George zei het volgende over Curley: (‘This guy Curley sounds like a son-of-a-bitch to me. Idon’t like mean little guys.’ Blz 27) Curley’s vrouw. Relatie: Niet goed. Het is een beetje een slet die flirt met de personen die op de boerderij rondlopen. Echt een dom blondje type. Wel mooi. George vindt het maar een domme slet, maar Lennie vindt haar best mooi, maar heeft bijna geen contact met haar. Later in het boek blijkt dat Curley’s vrouw helemaal niet van Curley houdt en daarom steeds zit te flirten met anderen. (Lennie still stared at the doorway where she had been. ‘Gosh, she was purty.’ He smiled admiringly. George looked quickly down at him and then he took him by an ear and shook him. ‘Listen to me, you crazy bastard,’ he said fiercely. ‘Don’t you ever take a look at that bitch.’ Blz 30-31) The Swamper. Relatie: Goed. Vanaf het begin kunnen de twee hoofdpersonen het goed met elkaar vinden en de meningen over de andere personen komen bij hun ook overeen. Ze roddelen dan ook veel over Curley en zijn vrouw. Tijdens het kaarten bijvoorbeeld. Dit is een deel van een gesprek van de swamper en George: (‘ Wait’ll you see Curleys wife.’ George cut the cards again and put out a solitaire lay, slowly and deliberately. ‘Purty?’ he asked casually. ‘Yeah. Purty...but...’ George studied his cards. ‘But what?’ ‘Well – she got the eye.’ ‘Yeah? Married two weeks and got the eye? Maybe that’s why Curley’s pants is full of ants.’ ‘I seen her give Slim the eye. Slim’s a jerkline skinner. Hell of a nice fella. Slim don’t need to wear no high-heeled boots on a grain team. I seen her give Slim the eye. Curley never seen it. An’ I seen her give Carlson the eye.’ George pretended a lack of interest. ‘Looks like we was gonna have fun.’ Blz 27) Slim. Relatie: Goed. Slim is ook een arbeider op de boerderij. Hij is de leider van een groep die met zijn allen bijvoorbeeld graan gaan oogsten. Hij is aardig tegen George en Lennie en kan af en toe goede gesprekken hebben met George. (Slim sat down on a box across the table from George. He studied the solitaire hand that was upside-down to him. ‘Hope you get on my team,’ he said. His voice was very gentle. ‘I gotta pair of punks on my team that don’t know a barley bag from a blue ball. You guys ever bucked any barley?’ ‘Hell, yes’, said George. ‘I ain’t nothing to scream about, but that big bastard there can put up more grain alone than most pairs can.’ Blz 32) Carlson. Relatie: Goed. George en Carlson kunnen aardig met elkaar overweg. Ze praten gezellig samen met Slim erbij. Lennie heeft niet zoveel contact met Carlson. (en met anderen ook niet zoveel, behalve George) Candy. Relatie: Aardig. Ze zijn niet echt bevriend, maar hebben contact met elkaar omdat ze allebei op de boerderij rondlopen. Lennie vindt Candy erg aardig, omdat Candy ook puppies heeft. De relaties van de hoofdpersonen met de anderen is niet het belangrijkste, maar er wordt wel veel gepraat samen waardoor je ook meer te weten komt over heel wat dingen. Dat is voor het verhaal soms wel van belang. De negatieve relatie met Curley is wel redelijk belangrijk. George en Lennie hadden het minder zwaar gehad als de relatie met hem wel goed was. Er komt in het boek ook een moment dat iemand een grapje maakt over Curley. (Waar hij zelf bij is) Daar moet Lennie om lachen en dan wordt Culey boos. Hij begint Lennie te slaan e.d. en Lennie wil niets verkeerds doen en laat alles gewoon maar gebeuren. Hij roept om George zijn hulp, maar die zegt dat Lennie zichzelf moet verdedigen. Lennie pakt de hand van Curley en breekt al zijn botten in zijn hand. Dit verbeterd hun relatie niet bepaald. En aangezien Curley de zoon van de baas is had het wel voor Lennie’s ontslag kunnen zorgen, maar dat gebeurd gelukkig niet. 4. Nee, ik herken niet echt een bepaald gedrag van de personen bij mijzelf. Dat komt doordat vooral de karakters van George en Lennie worden beschreven en dat zijn een beetje speciale types. 5. Is er niet. 6. De hoofdpersoon is geen bekend figuur. 7. Voor de problemen zorgt Lennie altijd. Hij maakt de dieren bijvoorbeeld per ongeluk dood en dan wordt George weer boos. George probeert wel zo veel mogelijk problemen te voorkomen. Toen ze net op de

boerderij waren bijvoorbeeld mocht Lennie geen woord zeggen van George zodat niemand er achter zou komen dat hj zo ontzettend dom is. De baas stelde het niet erg op prijs dat hij niets zei en vond het maar een raar stel. Hij dacht dat George van Lennie wilde profiteren. Dat hij hem misbruikte. En dus hield hij de twee extra in het oog. George wilde alleen dat hij niets zei zodat ze niet ontslagen werden vanwege de domheid van Lennie. Deze oplossing van het probleem pakte dus ietsje verkeerd uit. Dat de relatie van Lennie en George met Curley erg slecht was dat kwam niet echt door hun maar meer door het vervelende karakter van Curley. En dat Curley’s hand helemaal gebroken was dat was meer zijn eigen schuld. Toch was de slechte relatie een probleem voor de twee vrienden dat niet zomaar op te lossen was. Nog een probleem uit het verhaal was een probleem met de vrouw van Curley. Lennie vond dat ze prachtig mooi en zacht haar had en mocht het wel even voelen van de vrouw. Toen wilde Lennie het niet meer los laten en begon de vrouw te schreeuwen. Lennie werd toen bang. Als George erachter kwam dat hij iets fouts had gedaan dan zou hij vast erg boos op hem worden. Om dat te voorkomen probeerde Lennie ervoor te zorgen dat de vrouw stopte met schreeuwen. Daarbij brak hij per ongeluk haar nek en was ze dood. Toen Curley dat merkte had je natuurlijk helemaal de poppen aan het dansen. Eerst zijn hand gebroken en nu ook nog zijn vrouw vermoord. Nu zat Lennie echt in de problemen. En ook dit was niet zomaar op te lossen. Je merkt dat het een beetje van kwaad tot erger wordt. Lennie heeft helemaal geen slechte bedoelingen. Hij wil gewoon goed doen wat George zegt, zodat ze als ze genoeg hebben verdiend hun eigen boerderij kunnen beheren met dieren en al. Toch komt hij in de problemen als George er even niet is. Sommige problemen zijn ook niet zomaar op te lossen zoals de bovenstaande drie. 8. Ik vind Lennie het meest sympathiek, omdat hij altijd aardig is en goede bedoelingen heeft. Hij is degene die toch de grote smaakmaker van het boek is. Hij zorgt voor de problemen. Hij is van binnen gewoon een schattig klein kind met de wens later een eigen boerderij met dieren te hebben. Hij probeert gewoon George te gehoorzamen en een boze George te voorkomen. Dat vind ik erg leuk aan Lennie. 9. Curley is een beetje de slechterik uit het boek. Hij denkt gewoon dat hij zomaar alles kan maken en dat ie de hele wereld aan kan, maar eigenlijk is ie gewoon heel zwak. Hij voert helemaal niets uit en doet tegen helemaal niemand aardig. Sommige mensen op de boerderij zijn bang voor hem. Waaronder Lennie. Terwijl Lennie eigenlijk veel sterker is, fysiek in ieder geval! C ) De tijd 1. Waarneer het verhaal zich afspeelt is niet echt af te leiden. De eerste druk was in 1937 en het is niet een boek dat over de toekomst gaat dus zal het zich waarschijnlijk zo rond de eerste decennia van de 20 eeuw af hebben gespeeld. 2. Het is onduidelijk wanneer het zich afspeelt dus het is onbelangrijk wanneer het zich af heeft gespeeld. (Anders zal het wel duidelijk zijn geweest.) 3. Als het klopt dat het verhaal zich ongeveer afspeelt rond de eerste paar decennia van de 20e eeuw, dan zou het wel eens in de eerste wereldoorlog afgespeeld kunnen zijn, maar volgens mij is dat niet het geval want er wordt niets over vermeld. Er waren al wel bussen, want George en Lennie kwamen met de bus aan. 4. Van de eerste paar decennia van de 20e eeuw weet ik niet zo veel. Ik was toen natuurlijk nog niet geboren dus moet het wel uit de geschiedenisboeken komen of iets dergelijks. Het zou kunnen dat het uit een tijd kwam dat er nog veel buitenlanders emigreerden omdat ze het niet goed hadden in hun land. Ze emigreren dan natuurlijk naar allerlei landen waar ze dachten makkelijk aan werk te kunnen komen. George en Lennie zijn namelijk negers en er waren er meer op de boerderij. Je merk dat ook erg aan hun taalgebruik. Voorbeeldje: ‘I don’t want no fights’. Zelf zou je dat niet zo zeggen. Twee keer een ontkenning in de zin. Zo zat het boek er vol mee. Maar goed. Als het klopt dat het zich in een tijd afspeelt dat er veel buitenlanders emigreerden dan weet je natuurlijk nog niks, want er emigreren nog steeds veel mensen, omdat ze denken dat ze het in andere landen beter hebben. Het komt er dus eigenlijk op neer dat je deze vraag en vraag 5 niet echt kan beantwoorden als je de tijd waarin het verhaal afspeelt niet weet. 5. Deze vraag kan ik niet antwoorden als ik niet weet uit welke tijd het komt. 6. Dat kan je ook niet uit het boek opmaken. Ik denk dat het leven op de boerderij een beetje tijdloos is. Het maakt niet uit welke dag of tijd het is. Dat is helemaal niet belangrijk voor het verhaal dus is het niet nodig om te vertellen. 7. Er wordt dus geen tijd gemanipuleerd. D) De plaats 1. Het verhaal speelt zich af op een boerderij in Soledad. (Amerika). Vlak bij de Salinas rivier. 2. Ik wist wel dat Soledad in Amerika ligt. Ik had er wel eerder van de naam gehoord maar wist er verder niks van. 3. De plaats Soledad maakt niets uit voor het verhaal. Het kon net zo goed een boerderij in China zijn. Het geeft dus geen extra betekenis aan het verhaal. 4. (‘Evening of a hot day started the little wind to moving among the leaves. The shade climbed up the hills toward the top’) het was die dag dus warm weer. Dat maakt niets uit. Behalve dat ze veel dorst hadden toen ze aankwamen. Ze zitten vlak bij de Salinas rivier. In een streek met wel meerdere boerderijen, maar die liggen wat verder weg. (George en Lennie kwamen van een andere boerderij hierheen) Ze leven volkomen onafhankelijk van steden. Op de boerderij kunnen ze zelf voor eten zorgen. Wel gingen de arbeiders een keer weg van de boerderij om naar een cafeetje te gaan in de stad. 5. De omstandigheden zijn toch meer het decor waartegen het verhaal zich afspeelt dan dat het grote betekenis heeft voor het verhaal. E) Het vertelstandpunt (perspectief) 1. Je kijkt niet door de ogen van een persoon uit het verhaal, maar het is de verteller die het verhaal vertelt. Af en toe beschrijft hij iets. Bijvoorbeeld hoe de slaapkamers eruit zien ofzo, maar over het algemeen volgt de verteller de hoofdpersonen bij wat ze doen. Maar niet vanuit de ogen van de hoofdpersonen. 2. Als het perspectief lag bij iemand uit het verhaal dan zou die persoon overal een mening over hebben en werd die uitgebreid beschreven. Nu volg je de personen die voorkomen in het verhaal. Je weet niet wat ze denken, maar alleen wat ze zeggen. Het is wat oppervlakkiger. Niet te diepzinnig. F) Waar gaat het nou eigenlijk over? 1. Er zit wel zeker een diepere betekenis aan dit verhaal. Dat is volgens mij bij alle literatuurboeken wel zo. Maar die betekenis zit vooral in een gebeurtenis die nog niet is beschreven in dit verslag. Op het einde van het boek wordt Lennie namelijk vermoord door George. Voordat George een kogel op Lennie afvuurde vertelde hij hem weer wat ze samen zouden doen als ze genoeg geld hadden verdiend. De eigen boerderij met dieren en vooral konijnen die Lennie mocht verzorgen. En dat hij zeer binnenkort op een plek zou komen waar iedereen aardig voor hem is. Hij zal niet meer in de problemen komen en niemand zal hem pijn doen. Lennie zei: ‘Laten we er nu al heen gaan, George’ en George zei:’OK’. Hij pakte een pistool richtte hem op het achterhoofd van Lennie en haalde de trekker over. 2. De moord op Lennie symboliseert dat het primitieve denken als Lennie deed. Geen bewust hebben van
regels e.d. niet past in de maatschappij van toen. Er zal waarschijnlijk wel meer betekenis in het boek zitten, maar ik weet niet wat. 3. Ik vind dat die betekenis niet echt duidelijk is. Ik was wel verbaasd toen George Lennie dood schoot en snapte niet dat die betekenis erachter zat. Ik dacht dat hij Lennie gewoon van al zijn problemen af wilde helpen en dat hij hem daarom had vermoord. 4. Ik heb niet echt iets van het verhaal geleerd. Ja, een hoop Engelse woorden en wat oefening in het lezen van Engels, maar dat wordt natuurlijk niet bedoeld. Ik vond het verhaal gewoon wel boeiend.
G) Zou je nog eens een verhaal willen lezen, en waarom dan wel of niet?: 1. Van dezelfde schrijver; Ja, ik vind de schrijver wel goed. Hij schrijft niet te ingewikkeld en wel boeiend. 2. Over dezelfde tijd; De tijd was niet echt duidelijk. 3. Over dezelfde plaats; Over de boerderij hoeft niet zo nodig. Het is ook wel leuk om een boek te lezen dat ergens anders over gaat. Wat zich ergens anders afspeelt. Je zou wel 2 boeken kunnen vergelijken die zich allebei op dezelfde plaats afspelen, maar mij maakt de plaats niet echt uit. 4. Over hetzelfde onderwerp; Om nou weer een boek te gaan lezen over twee mannen waarvan er 1 groot, sterk en dom is en de ander klein en slim en alles wat daar omheen zit dat lijkt me niks. Helemaal hetzelfde lijkt me saai.