Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De klucht van de koe door G.A. Bredero

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover De klucht van de koe
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 2044 woorden
  • 17 januari 2002
  • 81 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
81 keer beoordeeld

Boekcover De klucht van de koe
Shadow

Hoofdpersoon in deze klucht uit 1612 is een gauwdief, die zijn medespelers op listige wijze een koe en andere zaken afhandig maakt. De karakters van de personen worden tamelijk grof en karikaturaal geschetst, zoals in een klucht gebruikelijk. De kracht ligt in de beschrijving van de volksfiguren en de dialogen. Een inleiding geeft informatie over auteur en inhoud en o…

Hoofdpersoon in deze klucht uit 1612 is een gauwdief, die zijn medespelers op listige wijze een koe en andere zaken afhandig maakt. De karakters van de personen worden tamelijk gro…

Hoofdpersoon in deze klucht uit 1612 is een gauwdief, die zijn medespelers op listige wijze een koe en andere zaken afhandig maakt. De karakters van de personen worden tamelijk grof en karikaturaal geschetst, zoals in een klucht gebruikelijk. De kracht ligt in de beschrijving van de volksfiguren en de dialogen. Een inleiding geeft informatie over auteur en inhoud en over de bedoeling van deze uitgave. Bredero schreef lyriek en toneelstukken, met name kluchten en blijspelen. Hij werd minder beïnvloed door de renaissance dan zijn tijdgenoten.

De klucht van de koe door G.A. Bredero
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
G. A. Bredero, De klucht van de koe. Zutphen 1973 (6e druk) Beschrijvingsopdracht
Motivatie
Dit boek heb ik gekozen, omdat ik een niet al te moeilijk en zeker niet te lang boek wilde. Ik was al begonnen in 'Het Spaens Heydinnetje' van J. Cats, maar ik vond dat erg moeilijk lezen. Ik begreep een groot deel van het verhaal niet en ik vond het daarom niet zo'n verstandig idee om het verder te lezen. Aangezien al een paar mensen 'De klucht van de koe' aan het lezen waren en ik van hen hoorden dat het niet zo'n moeilijk boekje was en al helemaal niet lang, dacht ik dat het beter was om deze dan maar te gaan lezen. Samenvatting Het verhaal is geschreven als een toneelstuk en speelt zich af in de omgeving van Amsterdam. Gijsje de gauwdief loopt op een dag te wandelen en begint te vertellen. Een waarzegster had hem verteld dat hij rond zijn achttiende jaar zou sterven aan de galg, maar het was nog niet zover gekomen. Alles was tot dusver goed gegaan. Zelfs bij zijn inval in de Rederijkerskamer waren er geen problemen. Dan loopt Gijsje langs het huis van boer Dirk Thijssen. Gijsje vraagt hem om onderdak en eten. De vriendelijke boer nodigt Gijsje uit in zijn huis. Gijsje eet en drinkt veel en hij vertelt de boer dat hij uit Keulen komt en dat hij een rijke koopman is. De boer vraagt hem om nog een paar dagen te blijven, want er is binnenkort feest. Gijsje vindt het allemaal prima en blijft. Gijsje vraagt de boer om hem vroeg wakker te maken, want hij wil de volgende dag naar Amsterdam. De boer gaat zelf ook mee en zal hem om twee uur wakker maken, dan kunnen ze om vijf uur in Amsterdam zijn. Ondertussen in Amsterdam heeft Joosje, de optrekker, ruzie met zijn vrouw gehad en probeert zijn ellende weg te drinken. Hij vindt dat je nooit moet trouwen, want dan ben je verloren. Als hij bij café 'Het swarte paert' aankomt wil hij nog wat drinken, maar Giertje wil dat niet, want na elf uur wordt er niet meer getapt. Toch krijgt Joosje het voor elkaar om binnen te komen en zit hij even later aan het bier. Uiteindelijk valt hij dronken in slaap en gaat Giertje ook naar bed. Gijsje is midden in de nacht op gestaan. Hij heeft de mooie, vette koe van de boer uit de stal gehaald en bindt haar vast aan een hooiberg vlakbij Kostverloren. Gijsje gaat snel weer terug naar zijn bed. Vlak daarna komt de boer hem wakker maken om naar Amsterdam te gaan en even later zijn ze vrolijk pratend op weg naar Amsterdam. Als ze vlakbij Kostverloren zijn, verteld Gijsje dat er hier nog mensen zijn waarvan hij geld krijgt en dat hij dat nu op gaat halen. De goedgelovige boer wacht op hem. Als Gijsje weer terugkomt heeft hij de koe bij zich. De boer vindt dat ze erg op zijn eigen koe lijkt, maar Gijsje zegt dat dat niet kan en verandert het gespreksonderwerp. Gijsje vraagt zelfs of de boer de koe voor hem wil verkopen, want Gijsje zegt dat hij dat als koopman niet zelf kan doen. De boer vindt het een goed idee. Ze spreken af om elkaar weer te zien in 'Het swarte paert'. Intussen is Joosje wakker geworden en neemt meteen weer een pot bier, het lijkt hem geen leuk idee om weer thuis te komen bij zijn vrouw. Hij wil graag naar bed met Giertje, maar zij vindt dat niet zo'n goed idee. Als Gijsje binnenkomt neemt hij een pot bier en praten ze wat. Tenslotte komt ook de boer binnen en geeft Gijsje het geld. Gijsje vindt dat het tijd is voor een feest, hij zal alles betalen. Hij vindt dat er vlees en vis moet komen om het te vieren en gaat dat dan zelf halen. Hij krijgt twee schalen van Giertje en de mantel van Joosje mee om alles te halen. Gijsje maakt dat hij weg komt met alle spullen, zonder dat de anderen er iets van merken. Totdat Keesje, het zoontje van de boer, binnenkomt. Hij vertelt huilend dat de koe is gestolen. Dan valt het kwartje voor de boer en eigenlijk kan hij er toch wel een klein beetje om lachen. De boer vraagt aan Giertje of zij dit niet aan andere mensen wil vertellen, tenslotte heeft hij hun allemaal te pakken gehad. En Joosje zegt als slot: "Hij heeft niet van ons gestolen, wij hebben hem alledrie gegeven." (639 woorden)
Persoonlijke reactie Ik vond dit een aardig boek om te lezen, niet zo heel erg interessant, maar wel aardig. Het was in ieder geval geen dik boek en daar ben ik achteraf erg blij om, want ik had nu al af en toe moeite om mij aandacht bij het lezen te houden en als het boek langer was geweest was ik zeker niet doorheen gekomen. Het onderwerp vind ik wel leuk, omdat het een beetje over dingen gaat die niet helemaal goed zijn, ze hebben niet allemaal een zuiver geweten. Ik vind het idee achter het verhaal wel leuk bedacht. Een dief die een boer zover krijgt om zijn eigen koe te verkopen. Ook vind ik dat Gijsje, de gauwdief, het erg slim aanpakt, ik vind dat de schrijver daar goed over nagedacht heeft. Bredero had misschien iets meer met dit verhaal kunnen doen, iets meer gebeurtenissen, zodat het waarschijnlijk wat boeiender zou zijn geworden. Maar het is natuurlijk al een oud boek, met een oud verhaal en de mensen uit die tijd vonden het waarschijnlijk een erg komisch boek, dat is dan weer het tijdverschil. Erg komisch vind ik het verhaal ook niet, af en toe doet de boer erg dom en dan vond ik het wel grappig, maar over het algemeen vond ik het erg meevallen hoe komisch het was. Over de gebeurtenissen is niet zo heel veel te vertellen, omdat er niet zo heel veel gebeurde in dit korte verhaal. In ieder geval is het stelen van de koe en het laten verkopen door de boer zelf de belangrijkste gebeurtenis in het boek. Alles wat er verder gebeurd heeft ook wel een rol in het verhaal, maar er ligt veel minder nadruk op. De gebeurtenissen zijn wel goed te volgen, dat komt doordat het verhaal als een toneelstuk is geschreven en dus alles in detail is uitgelegd, soms niet met tekst, maar door de handeling op te schrijven. Zo kun je wel een goede voorstelling maken van wat er zich afspeelt, dat is denk ik het enige voordeel aan het schrijven als een toneelstuk, want ik vind het verder alleen maar irritant als er steeds stukken tussen staan van mensen die opkomen enz. De personages zijn wel goed uitgewerkt vind ik. Gijsje is een echte sluwe dief die zijn plannetjes heel goed voorbereid. Hij komt erg betrouwbaar over, vandaar ook dat de boer hem gelooft op zijn woord. Door de manier waarop Gijsje het brengt lijkt alles erg aannemelijk en daardoor kan hij de boer, Joosje en Giertje bestelen, zonder dat ze het doorhebben. De boer is een echte boer, hij is een beetje traag van begrip en erg goedgelovig. Hiervan maakt Gijsje erg goed gebruik, de boer is niet erg slim, maar heeft toch wel gevoel voor humor. Als hij eindelijk doorheeft wat er allemaal is gebeurd kan hij er toch wel om lachen. Giertje is een vrouw die erg gesteld is op geld en op haar principes, de mannen die in haar café komen weert ze moeiteloos af en als het moet is ze ook wel eens grof tegen ze. Ze is een vrouw die je niet voor de gek moet houden, want daar houdt ze niet van, maar ze is al met al een leuke vrouw. Joosje is een ander verhaal, hij is ongelukkig getrouwd en drinkt zijn zorgen weg aan de bar. Zijn motto is dan ook om nooit te trouwen, want dat brengt alleen maar ellende. En dan is er nog Keesje, het zoontje van de boer. Hij heeft een erg kleine rol in het verhaal, hij vertelt alleen maar dat de koe is gestolen. Eigenlijk zijn al deze personages typen, ze hebben niet echt emoties of ze veranderen tijdens het verhaal. Maar dat klopt ook, want een van de kenmerken van een klucht is dat er voornamelijk typen in voorkomen, dus het klopt helemaal. De opbouw van het verhaal daar kan ik erg kort over zijn. Het verhaal duurt ongeveer twee dagen, waarin op de eerste dag Gijsje de boer ontmoet en op de tweede dag iedereen wordt bedrogen door Gijsje. Er komt geen spanning in het verhaal voor, maar het is ook een komisch verhaal en geen thriller, dus dat is wel logisch. De opbouw is erg chronologisch, er vinden geen flashbacks plaats, alleen plaatswisselingen. Het hele verhaal is duidelijk, alles wordt goed uitgelegd en er is niks in het verhaal waar ik moeite mee had. Het taalgebruik viel me ook erg mee. Ik had het allemaal veel erger verwacht, zoals bij het middeleeuwse boekje. Het was meestal duidelijk te volgen en als er iets niet helemaal duidelijk was, kon ik er wel achter komen door de woorden die onder aan de bladzijden staan. Het taalgebruik van de personages is af en toe wel een beetje raar, maar dat komt ook door het tijdverschil denk ik. Af en toe vond ik ze wel een beetje grof, maar dat is ook een van de kenmerken van de klucht, dat de personages een beetje grof zijn. Ik heb vrijwel geen moeite gehad met het lezen van dit boekje, ik vond het heel erg meevallen. Al met al vond ik het een best leuk boekje, ik zou het vooral aanraden aan mensen die, net als ik, geen zin hebben in een dik en moeilijk boek. Het leest erg makkelijk en doordat het vrij dun is, is het in korte tijd uit te lezen. Ik vind het een aanrader. (903 woorden) Verdiepingsopdracht Het verhaal is voor de lagere en de middelste klassen geschreven. Het was volksliteratuur, dus niet voor de hogere klassen. Deze verhalen werden geschreven om het publiek te vermaken en ik denk dat dat wel gelukt is met dit verhaal. Misschien heeft het in verband gestaan met de stedelijke gedragscode, door in dit soort verhalen types naar voren te laten komen die 'fout' waren en dat men daar om kon lachen. Men begreep ook dat dit geen voorbeelden waren voor de mensen uit die tijd. De verhalen zijn puur vermaak en ik denk dat ze verder nergens mee te maken hadden. Het verhaal is uit dezelfde tijd als dat van de rederijkers, want Gijsje gauwdief vertelt trots over zijn succesvolle inval in de Rederijkerskamer. Bredero was ook lid van de Rederijkers, ook al is het verhaal geen gedicht, het gaat hier om het vermaak. Ik denk dat Bredero niet echt een maatschappelijke taak had, maar misschien toch de mensen wilde vermaken met dit soort verhalen en dat als zijn taak zag. Het verhaal is heel erg duidelijk een klucht, niet alleen omdat het al in de titel wordt genoemd, maar ook omdat het verhaal veel kluchtige eigenschappen heeft. Ten eerste zijn de personages types, wat vooral in kluchten voorkwam. Ten tweede komen de personages uit een laag sociaal milieu, het gaat hier om een boer, een dief en een hoerenloper. Dit is ook iets wat bijna altijd voorkwam in kluchten. Ten derde laten de personages zich leiden door primaire levensdriften als eten, zuipen en vrijen. En als laatste heeft het verhaal iets typisch kluchtigs, het gaat over een dief die een koe steelt van een boer en dan de boer zijn eigen koe laten verkopen voor de dief. Zo'n soort verhaallijn is ook iets typisch kluchtigs. Ik denk dat dit verhaal maar een functie heeft gehad voor het publiek. Bij dit verhaal ging het volgens mij alleen maar om vermaak. Dat de mensen een leuke tijd hadden als ze naar het toneelstuk keken of het boek lazen. Dat ze konden lachen om de domheid van de boer en de sluwheid en geslepenheid van de dief. Ik denk dat het bij dit verhaal echt alleen maar ging om het vermaak, iets anders zou ik in ieder geval niet kunnen verzinnen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De klucht van de koe door G.A. Bredero"