Krabat door Otfried Preussler

A – samenvatting van de inhoud

Krabat is een weesjongen die samen met twee vrienden over straat zwerft verkleed als de drie koningen om zo aan onderdak en geld te komen. Op een nacht als ze op een hooi zolder liggen krijgt Krabat een droom waarin hij geroepen wordt om naar de molen in het Kossel moeras te komen. Krabat trekt zich niks van deze droom aan maar als deze zich blijft herhalen laat hij op een avond zijn twee vrienden slapend achter.
Als hij bij de molen aan komt wordt hem door de molenaar gevraagd of hij op de molen wil werken en of hij ook al het andere wil leren. Krabat stemt toe. Hij wordt door de molenaar naar bed gestuurd. Die avond wordt hij gewekt door 11 andere molenaarskinderen. Deze zien helemaal wit van het meel. Al vanaf de eerste ochtend dat Krabat op de molen werkt moet hij hard werken. Hij moet een kamer vegen waarin allemaal meel ligt, maar hoe Krabat ook veegt het meel wil niet weg. Tegen de middag komt Tonda Krabat halen. Hij kijkt de kamer rond en ziet het meel er nog steeds liggen. Dan maakt hij een teken in de lucht zegt hier iets bij en spontaan verdwijnt al het meel uit de kamer. Krabat vraagt hoe Tonda dit doet maar Tonda zegt 'vroeg of laat kom je er wel achter, maar laat de molenaar het niet merken en ook Lyschko niet, hij vertelt alles door aan de meester'.

Het wordt winter en Krabat moet sneeuw schuiven alles doet hem pijn. Dan komt Tonda weer langs, legt zijn hand even op Krabats schouder en zegt er weer iets bij. Krabat voelt zich gelijk al weer een stuk beter, en hij wil weer hard aan het werk gaan maar Tonda waarschuwt hem. 'Laat lyschko en de meester het niet merken want dan word ik zwaar gestraft.' Tonda komt nu iedere dag even bij Krabat langs als hij aan het werk is en geeft hem dan nieuwe kracht en Krabat doet net of hij het heel moeilijk heeft om zo Lyschko en de meester te misleiden.
Nu Krabat een paar weken op de molen werkt wordt hij geroepen bij de meester. De anderen zijn er al. Ze zijn veranderd in een kraai en zitten op een stang voor de meester. Als hij bij de meester aan komt zegt de meester dat zijn proeftijd er op zit en dat hij nu bevorderd is tot knecht. Hij zal nu ook de kunst van de zwarte magie leren. Eerst zal hij veranderd worden in een kraai die net zo als de anderen boven op een stang gaat zitten. De meester leest voor uit de koraktor,  dat is het boek waar alle spreuken van de zwarte kunst in staan.
Met stille zaterdag, de dag voor Pasen, hoeven de leerlingen niet te werken en na het eten gaan ze gelijk naar bed. ’s Avonds moeten ze twee aan twee het teken van de geheime broederschap halen. Ze moeten een nacht wakend doorbrengen op een plaats waar iemand aan een gewelddadige dood gestorven is. Krabat en Tonda zitten op boomers dood. Als ze daar zitten ziet Krabat dat Tonda al een hele tijd voor zich uit zit te staren. Zijn geest is uit zijn lichaam getreden. Als Tonda na een tijdje weer bij zich zelf heeft dan vertelt hij dat hij eens van een meisje gehouden had, Worschula, en dat ze nou al weer een half jaar dood op het kerkhof lag. Ze was verdronken. Mocht Krabat ooit van een meisje gaan houden dan mochten Lyschko en de meester het nooit merken want zij, de molenaarsjongens, brachten meisjes geen geluk. In die nacht hoort Krabat ook de zangstemmen van een groep meisjes die in de nacht van Pasen rond de huizen lopen te zingen. Hij weet nog van vroeger dat het meisje dat af en toe alleen zong de kantorka was. Zij had de meest zuivere stem en mocht daarom ook af en toe zonder de rest zingen. Als het licht wordt tekenen ze het teken van de geheime broederschap op elkaars voorhoofd. Als ze dan terug zijn bij de molen moeten ze hard aan het werk. De toverkrachten werken nu niet dus alle leerlingen hebben het zwaar. Tegen de tijd dat het teken van hun gezicht is weg gezweet mogen ze ophouden met werken. De volgende winter gaan Krabat, Tonda en nog een paar andere jongens naar het bos om hout te hakken. Krabat wil paddenstoelen gaan plukken maar hij heeft geen mes bij zich dus vraagt hij of hij het mes van Tonda mag lenen. Als Tonda het mest uitklapt is het lemmet helemaal zwart alsof het boven een kaars is gehouden. Als dan Krabat het mes open doet is het lemmet weer helemaal glanzend. Als je het mes open doet en het lemmet is zwart zegt Tonda hem ben je in levensgevaar.
Een paar weken na de Allerheiligen (de herfst) worden de jongens allemaal heel gespannen. Als Krabat met hen wil stoeien vliegen ze hem bijna naar de keel Krabat begrijpt hier niks van. Na een paar dagen als ze in bed liggen horen ze een gil, Krabat wil naar beneden gaan om te kijken wat er is gebeurd maar hij wordt tegengehouden door de Juro. Hij moest maar weer naar bed gaan. Als ze de volgende ochtend naar beneden gaan ligt Tonda onderaan de trap. Hij was in het donker van de trap gevallen en had hierbij zijn nek gebroken. Maar Krabat betwijfelt of het een ongeluk was. Tonda wordt begraven zonder rouwteken of kruis. Nu Tonda dood is moet er een nieuwe meesterknecht komen. De jongens benoemen Hanzo tot nieuwe meesterknecht en Hanzo stemt toe.
Er komt een nieuwe leerjongen omdat ze met z’n twaalven op de molen moeten blijven. Wiko heet hij. Michal helpt Witko op de zelfde manier zoals Tonda Krabat geholpen had, maar Lyschko komt er achter en vertelt het aan de meester. Michal wordt door de meester zwaar gestraft. Ze zijn allemaal heel boos op Lyschko en willen niet meer met hem praten en uit de zelfde pan eten. Maar als er weer een feestdag is moeten ze alle ruzies vergeten en weer verder met elkaar gaan als vrienden. De meester mag Michal helemaal niet meer.
En een paar dagen voor oudejaarsavond worden de leerlingen weer net zo gespannen als het jaar daarvoor. In de nacht van oudejaarsavond als ze in bed liggen horen ze ineens een dof gerommel in het huis, een gil en daarna stilte. Merten, de beste vriend van Michal, begon te huilen. De volgende ochtend als ze beneden kwamen vonden ze Michal.  De dwarsbalk van de weegschaal was uit de zoldering komen vallen en hij had zijn nek gebroken. Ze begroeven Michal zonder rouwteken of kruis. Na de dood van Michal moest er weer een nieuwe leerjongen bijkomen. De nieuwe jongen is Lobosch. Krabat kent de jongen want hij had vroeger met deze jongen op straat gezworven. Krabat helpt de jongen zoals Tonda hem geholpen had en zoals Michal Witko geholpen had. Daarna gaat alles weer zoals de jaren er voor. Alleen kan Krabat de mooie stem van de Kantora niet vergeten. Met hulp van Juro kan hij haar weer zien. Hij vertelt de Kantora alles over de molen en dat hij van haar houdt. Ook vertelt hij dat hij vermoedt dat de molenaar Tonda en Michal heeft vermoord. Hij kan alleen bij de molen weg als hij meer kennis heeft van de zwarte kunst dan de meester of door de liefde van een meisje. De kantora wil voor hem vragen of hij Krabat wil laten gaan. Maar Krabat wil dit niet want hij denkt aan hetgene wat Tonda hem vertelde over zijn meisje dat verdronken was. Het is echt gevaarlijk want als ze de test niet haalt zal ze sterven.
Lyschko is er achter gekomen dat Krabat verliefd is en heeft het aan de meester verteld. De meester gaat met behulp van een spreuk in Krabats hoofd zitten als hij slaapt en komt er zo achter wie de kantora is. De meester laat krabat weten dat hij weet dat Krabat verliefd is en dus moet Krabat het meisje zo snel mogelijk waarschuwen anders zal ze sterven. Als Krabat de kantora verteld heeft dat de meester weet wie ze is besluit ze meteen met hem mee te gaan en de test wil doen. Als ze bij de molen komen staat iedereen al op hen te wachten. De meester verandert hen allemaal in kraaien en de kantora moet Krabat zien aan te wijzen.  Na een tijdje wijst ze er een aan en zegt 'hij is Krabat, ik voel het aan zijn liefde voor mij EN de angst die hij heeft om mij kwijt te raken'. Het is goed, ze heeft Krabat aangewezen. De meester sterft dan en alle leerjongens zijn vrij. Ze vergeten alles van de zwarte kunst maar het molenaarswerk weten ze nog .

VERKLARING WAAROM DE MEESTER ELK JAAR EEN LEERLING VERMOORDDE

De meester moest elk jaar een leerling vermoorden anders zou hij zelf sterven of hij zou door de macht die de leerjongens kregen van zijn molen gestoten worden

HOE BEGINT EN HOE EINDIGT HET VERHAAL

Het verhaal begint als Krabat op een avond een droom krijgt waarin hij geroepen wordt om naar de molen in het Kossel moeras te komen. En het verhaal eindigt als het meisje Krabat aan wijst als ze in kraaien veranderd zijn. De meester gaat dan dood en iedereen is weer vrij.

UITLEG VAN DE TITEL

Titel: MEESTER VAN DE ZWARTE MOLEN


1: De titel is gekozen omdat het verhaal zich afspeelt op een molen waar een molenaarsmeester de macht heeft over de molenaarsleerlingen. Op deze molen worden ze knecht als hun proeftijd er op zit en leren ze naast het molenaarswerk de kunst van de zwarte magie. De meester leest hen de spreuken voor uit de koraktor, dat is een boek waarin alle spreuken staan. Deze spreuken kunnen de molenaarsleerlingen helpen bij het doen van hun werk.

SOORT VERHAAL

2: Het boek is duidelijk een liefdesverhaal maar ook wel een avonturenverhaal. Het deel waarin blijkt dat het een liefdesverhaal is is het deel dat Krabat verliefd wordt op de Kantora. En dat zij hem later bevrijdt van de molen. Het deel van het avontuur speelt zich daar om heen hoe Krabat reageert op de dingen die er om hem heen gebeuren en hoe hij het oplost.

GEBEURTENISSEN, PROBLEEM EN HOOFDLIJN

3: Het probleem is er al van af het begin. Krabat en zijn twee vrienden moeten elke dag zelf aan voedsel en onderdak zien te komen. Dan komt hij bij een molen en daar ontstaan ook weer problemen want elk jaar gaat er iemand dood en dat kan zo niet langer vindt hij. Als hij verliefd wordt wil hij zijn meisje beschermen tegen de meester maar als die er achter komt moet hij zo snel mogelijk het meisje waarschuwen anders is het voor haar te laat.

HOOFDLIJN BEKNOPT IN ZES STAPPEN

-Beginsituatie: Krabat zwerft samen met twee vrienden over straat. Verkleed als de drie koningen proberen ze door toneelstukjes te geven aan voedsel en onderdak te komen. Als Krabat op een dag een droom krijgt waar in hij geroepen wordt naar de molen in het Kossel moeras te gaan laat hij zijn twee vrienden achter. Hier begint dan het probleem

-Ontstaan van een probleem: Krabat merkt al snel dat er wat mis is op de molen maar precies wat weet hij niet. Toen Tonda al het meel liet verdwijnen door middel van een spreuk wist hij dat hij niet te maken had met een gewone molen.

-Verslechtering van de situatie: Een paar dagen voor nieuwjaars dag gaat Tonda dood. Hij is van de trap gevallen maar Krabat denkt dat de molenaar dit heeft gedaan en als het jaar erop ook Michal dood gaat weet Krabat zeker dat er iets ernstig mis is met het hele gedoe rond de molen.

-Dieptepunt: Krabat denkt steeds aan de dag teug dat hij de kantora hoorde zingen. Zou ze hem nog kennen of zou ze al een vriend hebben?


-Langzame of snelle verbetering: Krabat wordt verliefd op de Kantora die hem wil helpen om weg te komen bij de molen. Je kunt daar alleen weg door middel van meer van de zwarte magie af te weten dan de meester of door een meisje die vraagt of de meester je wil laten gaan. Maar ja, eerst moet het meisje een test doen om je vrij te krijgen.

-Oplossing : het meisje vraagt aan de meester of hij Krabat wil laten gaan. Dan moet zij de test doorstaan. Ze moet Krabat aanwijzen tussen alle andere leerlingen maar dan zijn ze wel allemaal veranderd in een kraai. Doordat Krabat zo veel van het meisje houdt en bang is om haar kwijt te raken voelt de Kantora de angst en wijst hem aan. Het is gelukt de meester sterft en alles wat ze aan zwarte magie geleerd hebben zijn ze vergeten maar ze zijn nu wel weer vrij.

PERSONEN

4A/B: DE belangrijkste personen in dit boek zijn: Krabat, Tonda, Lyschko, Michal, de Meester en de Kantora.

-Krabat: een zelfstandige maar een iele jongen. Dit verandert in de loop van het verhaal. Hij is echt een karakter. Hij verandery in het verloop van het verhaal steeds meer. Hij komt voor zich zelf en voor anderen op. Hij is +/- 16 jaar oud en wordt door het werk dat hij bij de molen moet doen veel volwassener.

-Tonda: de meesterknecht. Hij is rond de 18 jaar een echte forse kerel. Ook een karakter. Hij helpt Krabat door de leerjaren heen geeft hem nieuwe kracht en helpt ook veel anderen. Maar hij komt om het leven doordat hij teveel weet van de zwarte kunst.

-Lyschko: een vies mannetje dat alleen maar bij de meester kan klikken. Hij is echt een type want hij blijft het hele verhaal hetzelfde. Hij wordt door de andere jongens niet geaccepteerd en niemand mag hem dan ook hij is ook rond de 18 jaar.

-Michal: hij wordt naar Tonda meesterknecht en komt ook om het leven omdat hij teveel van de zwarte kunst af weet. Hij is ook een karakter omdat hij de verantwoording op zich neemt en nu voor de anderen zorgt. Ook hij is rond de 17 jaar.

-De meester: is net als Lyschko een type want hij blijft het hele verhaal hetzelfde. Hij moet elk jaar een leerling doden omdat hij anders zelf sterft. Hij kiest altijd de gene die het meest van de zwarte kunst afweet om dat zij een bedreiging voor hem kunnen vormen. Hij is rond de 33 jaar.

-De Kantora: het meisje met de zuiverste stem en daarom mocht zij een deel van de nacht alleen zingen. In die nacht werd Krabat al een beetje verliefd op haar. Zij is een type want zij zet haar angst aan de kant om zo Krabat vrij te krijgen. Ze is ook net als Krabat rond de 16 jaar en heel erg dapper.


TIJD

5: Het verhaal speelt zich af op de molen in het Kossel moeras. Precies wanneer wordt niet in het verhaal duidelijk gemaakt. Het boek heeft een gesloten eind omdat het allemaal opgelost wordt.
B: In het boek worty van dag tot dag geleefd. Soms wordt er ook zo een paar maanden overgeslagen. De precieze tijd wordt niet verteld maar het gaat wel om een paar jaren.
C: Het is een niet chronologisch verteld verhaal want er zijn sprongen in de tijd.
D: Er zijn wel terugblikken, van hoe heeft het kunnen gebeuren, vooral als hij terugdenkt aan de fijne tijd met Tonda en als hij terugdenkt aan de nacht waar hij de kantora hoorde zingen.
E: er zijn grote maar ook kleine sprongen in de tijd b.v. als Tonda gedood wordt. Vlak daarna is Michal ook dood terwijl er wel een jaar tussen zit.

VERTELWIJZE

6: Het verhaal beleven we grotendeels door de ogen van Krabat maar sommige stukken ook door een alwetende verteller
B: Nee het is niet echt een ik-verhaal maar meer een verhaal met een alwetende verteller
C: Ja er worden stukken verteld door iemand die buiten het boek staat maar die wel van alles af weet

RUIMTE

7: Het verhaal speelt zich af op en rond de molen in het Kossel moeras

ONDERWERP

8: Het onderwerp is Magie: bestaat het eigenlijk. De schrijver laat zijn eigen fantasie spelen en laat alles wat niet echt kan in een avontuur op de vrije loop

BEDOELING BOODSCHAP

9: de bedoeling die ik in dit boek gevonden heb is eigenlijk zorg dat je vrienden hebt je hebt ze nodig in goede maar ook in slechte tijden vrienden zijn belangrijk voor iedereen.

B: De boodschap is maak wat van je leven. Velen hebben het slechter dan jij en met je vrienden bij je kom je heel ver in de maatschappij.

TAAL

10: Het taalgebruik in het boek was makkelijk te volgen daarom leest het boek ook zo lekker
B: Het verhaal bevat weinig tot geen beschrijvingen
C: Ja het verhaal bevat wel dialogen maar die zijn vrij kort dus dat hindert het het lezen niet

MENING

C: Ik vond het een heel spannend maar ook een heel leuk boek. Wat er in dit boek afspeelt kan in werkelijkheid niet gebeuren en dat is wel eens fijn om te lezen. Gewoon even alles opzij zetten en lekker lezen over dingen die gewoon niet kunnen. Ik zou dit boek aan iedereen aanraden. Ik heb het al drie keer gelezen en het boek verveelt niet want steeds ontdek je andere dingen die je eerst niet opgevallen zijn. Doordat de schrijver het eind steeds uitstelt blijf je aan het lezen en stop je niet snel. Er gebeuren heel veel dingen in het boek. Het is vol spanning. Het is echt een avonturenroman en is geschikt voor de leeftijd 15 tot 17 jaar. Er gebeuren dingen in die niet zo leuk zijn en dat maakt het voor de jongeren niet echt een mooi boek maar voor onze leeftijd is het een super mooi boek.