De aanprekers
Roman van vader en zoon
Uitgeverij de arbeiderspers, Amsterdam 1988, 21ste druk 2. Uiterlijke beschrijving; De aansprekers heeft 202 pagina’s. Het boek heeft 12 redelijk lange hoofdstukken. Zij zijn niet genummerd maar hebben wel titels. Het motto is: Soms kun je eenzaam wandelen op straat
En naar de lucht zien en de stille daken
Het lijkt of je de wolken aankunt raken
En even is het of je echt bestaat
Waarop je stiller zijn zult dan in je slaap
Maar vogels strijken op de daken neer
En om de hoek verschijnt een oude man
De kaft is zwart met groen en ik vind het echt net als de dood. B SAMENVATTING: De hoofdpersoon is de schrijver zelf: Maarten ’t Hart. In dit boek heeft hij een leeftijd van 19 jaar. Zijn vader Pau is grafmaker. Dat is een apart beroep. Pau heeft al 30 jaar lang last van zijn maag. Eindelijk krijgt hij in het voorjaar van 1973 dus een operatie. Hij voelt zich daarna erg goed. Maar Maarten was echter heel ongerust. Zijn grootvader had het ook al heel lang aan zijn maag en op het einde van het liedje bleek hij kanker te hebben en daar is zijn grootvader ook aan dood gegaan. Nu was Maarten natuurlijk ook bang dat zijn vader dat ook zou hebben. Dus had hij een afspraak met de dokter gemaakt en de dokter vertelde dat Pau ook een gezwel heeft wat ze helaas niet weg konden halen. Hij zou nog hooguit een half jaar te leven hebben. Maar het ging zo ongelooflijk goed met hem, dat ze hadden besloten om het niet te zeggen tegen hem want misschien zou hij dan wel instorten en hij voelde zich nu net zo goed. Pau herstelde zich snel. Hij ging alweer snel werken op het kerkhof. Maarten besefte plotseling dat het misschien wel eens de laatste lente zou kunnen zijn dat hij zijn vader op het kerkhof zag werken, dus ging hij de dag na de uitslag naar het kerkhof. Er kwam meteen een man naar hem toe gelopen. Hij vertelde dat hij deze zomer dood wilde gaan. En hij wilde Maarten de plek aanwijzen waar hij kwam te liggen. Hij waarschuwde Maarten voor de grafmaker want die had het niet op hem (niet wetende dat hij met de zoon van de grafmaker te maken had). Pau dat zag, kwam hij heel boos naar buiten en jaagde de man weg. Hij kwam daar blijkbaar heel vaak om alle mensen te laten zien waar hij kwam te liggen als hij dood was. Pau was niet alleen, hij was samen met zijn baas meneer Quaavers. De chef vertelde Pau wat hij moest doen. Hij moest de hele derde klas ontruimen en Maarten hielp hem daarbij. Maarten kon maar moeilijk met het geheim leven en hij werd net als zijn vader boosaardig. Zelfs zijn vriendin Hanneke merkte het. Maar hij mocht niks zeggen. Hanneke vond maar dat hij op vakantie moest. Hij wilde het liefst weer op vakantie naat Zwitserland. En zo gingen ze daar samen heen. Daar aangekomen, kregen ze de sleutel van het huisje en een klein meisje met rode haren wees hen de weg. Ze kwamen in een veel te klein huisje. De deuren waren veel te laag en zo ook het plafond. De eerste nacht had Maarten een droom. Hij droomde dat hij zijn vader tussen klaprozen zag lopen. Hij stond zelf op een dijk. Zijn vader wilde naar hem toekomen maar hoe hard hij ook liep, hij kwam geen meter dichterbij. Dat vond hij zo beangstigend, die machteloosheid. Ook was hij op vakantie naar de Italiaanse grens geweest. Dat deed hem in één keer denken aan oudejaarsavond van 1962. Maarten liep toen over de kade en dacht aan wat zijn vader die avond had gezegd. Pau vertelde over een man die op het kerkhof kwam. Hij vroeg: “Meneer de Aanspreker mag ik u wat vragen?” Maar Pau zei dat hij geen aanspreker was. Toch wilde die man iets aan hem vragen. Hij zei dat hij het nieuwe jaar niet meer in wilde en hij wilde weten waar hij zou komen liggen als hij zich die avond nog van kant zou maken. Pau zei dat hij dat vanavond niet moest doen wat anders zou Pau op nieuwjaarsdag in de vroege morgen een gat moeten gaan graven en de grond was kei en keihard. Vader zei dat hij maar moest wachten totdat de vorst uit de grond was, want dan kon hij tenminste een goed gat graven. Maarten was nu bang dat hij deze man tegen zou komen. Toen zag hij voetsporen die naar het water leidde. Ze hielden op bij het water. Maarten dacht dat de voetsporen van die man waren. Hier dacht hier dacht hij dus aan. Nog verder in zijn vakantie in Zwitserland, stond hij bij een rivier. Hij was niet de enige. Verderop zag hij nog heel veel mensen. Hij zag ook een helicopter. De helicopter bleef even stilhangen boven de rivier en toen haalde hij een mens uit het water. Hij was al dood en Maarten dacht dat het de man was die in zijn dorp in het water was gelopen. Weer terug in zijn dorp, ging Maarten weer naar zijn vader. Pau moest nu een graf gaan ontruimen. Maarten wilde dat eigenlijk wel heel graag meemaken en wilde meehelpen. Maar dat wilde pau niet. Want soms blijven er nog resten mens achter. Vooral als het een eiken of grenen kist was want die verteren niet zo goed. Maar Maarten stond erop en zijn vader keurde het goed. Ze kregen ook hulp van Ai van Leeuwen. Ai was er ook niet zo mee eens dat Maarten mee ging. Het was eengrote klus om de steen van zijn plaats te krijgen. Eindelijk hadden ze de steen eraf. Ze zagen niks liggen, dachten ze. Pau zag iets liggen. Hij raapte het op en legde het in de handen van Maarten. Die schrok zich helemaal dood en trok helemaal wit weg. Het was een menselijk rood bot met hier en daar nog wat vochtig en onder het bloed. Op drie oktober wilde Maarten uit zijn woonplaats Leiden zijn want er was een plaatselijke feestdag. Dus ging hij naar zijn ouders in Maasluis. Hij wilde naar zijn vader op het kerkhof en meehelpen de bladeren van het kerkhof af te vegen. Hij snapte niet goed waarom hij dat nu eigenlijk persé wilde. In één keer wist hij het. Hij wilde zijn vader vertellen wat eraan de hand is met hem! Hij kon er niet meer tegen. Er kwam een man bij de vader van Maarten. Het was een begrafenisondernemer. Hij wilde Pau onder 4 ogen spreken. Hij kwam vragen of pau de zerken van iemand uit Schiedam voortaan wilde adviseren. Maar dat wilde pau niet. Hij was veel te tevreden over van Leeuwen. Maarten dacht wel eens na over de dood. Het eerste wat hem te binnen schiet is pissende paarden. Van toen zijn buurman overleed. Hel lang geleden toen hij nog maar 6 jaar was. Hij dacht toen even heel diep naar waar zijn buurman was. Hij wist nu dat hij bij God was. Als 6-jarig jongetje liep hij ergens rond en ieder mens die hij tegen kwam dacht hij dat het God was. Hij was onderweg naar het tuintje van Pau. Onderweg kwam hij boer Berend tegen en hij mocht meerijden op zijn koets tot aan de tuintjes van zijn vader. Toen werd Maarten opgebeld dat hij naar het ziekenhuis moest komen want zijn vader lag in het ziekenhuis met spoed. Hij was met meneer Quaavers in het baarhuisjes waar hij in elkaar zakte. Hij was dat wel bij bewustzijn. Bij aankomst in het ziekenhuis, moest Maarten even wachten op de gang want zijn toestand was nu niet zo kritiek, maar hij moest daar blijven omdat de toestand ook kon verslechteren. Hij vertelde ook aan zijn moeder van het gezwel in zijn maag. Om 6 uur mocht Maarten bij hem. Het ging best goed. Maarten was degen die in het ziekenhuis mocht blijven slapen. Midden in de nacht werd hij wakker gemaakt want het ging heel slecht met Pau. Hij ging erheen en zijn vader lag in zijn bed. Hij kwam de hele tijd omhoog en het leek alsof hij ergens voor weg wilde en toen zakte hij weer terug in zijn kussen en was dood. C. ANALYSE EN INTERPRETATIE
Titel. Een aanspreker was een in het zwart geklede man die langs huizen ging om te vertellen dat een familielid was gestorven. In deze roman komen veel aankondigingen van de dood voor: Motto. Soms kun je eenzaam wandelen op straat
En naar de lucht zien en de stille daken
Het lijkt of je de wolken aankunt raken
En even is het of je echt bestaat
En of er nooit een ogenblik zal komen
Waarop je stiller zijn zult dan in je slaap
En om de hoek verschijnt een oude man
Dit gedicht is door Maarten ’t Hart zelf geschreven. Maar dat staat er niet bij. ‘waarop je stiller zult zijn dan in slaap’ stelt de dood voor, en in ‘om de hoek verschijnt een oude man’. Dit zijn ook aankondigingen van de dood. Genre. Ik vind het een beetje een psychologische roman. Ik vind het nogal een zwaar onderwerp, de dood. Dat is echt iets psychologisch. Idee, Thema, Motieven. Het centrale probleem in dit boek is dat de vader van de hoofdpersoon ongeneeslijk ziek is en nog maar een half jaar te leven heeft. Alleen de hoofdpersoon weet dit en hij mag dit ook niet tegen zijn vader of iemand anders zeggen. Het idee achter dit verhaal is de gedachte over de dood. En dat het altijd heel zwaar is voor iedereen, ook al sta je er in het dagelijks leven toch heel dichtbij zoals in dit boek waarbij die vader dus grafmaker is. Motieven: De dood keert telkens terug en de gedachtes van Maarten dat hij best bang is dat zijn vader dood gaat. Het beroep van zijn vader dus ook. En de gedachtes over God Opbouw, structuur, spanning. Het verhaal zit vol met flashbacks. Het is helemaal geen spannend boek. Ik kan eigenlijk het hele verhaal in drie zinnen weergeven: De vader van de hoofdpersoon is ongeneeslijk ziek, maar dat weet alleen de hoofdpersoon. De hoofdpersoon denkt bij alles wat hij doet en ziet aan de dood van zijn vader en hij heeft het er moeilijk mee dat hij er met niemand over kan praten want hij is de enige die weet dat zijn vader over een half jaar dood is. Op het eind van het boek gaat die vader dood. Die dingen die de hoofdpersoon Maarten meemaakt, zijn heel onbelangrijk, maar ze laten alleen zien dat op die momenten Maarten dus denkt aan de dood van zijn vader. Daarom zit er dus geen spanning in. Personages. Maarten ’t Hart (type) Karakter: Hij is heel gelovig en denk nu veel na over de dood. Hij zit er wel heel erg mee dat hij voor zich mot houden dat zijn vader dood gaat. Innerlijke veranderingen: Eerst wilde hij niks vertellen tegen zijn vader dat hij ziek was. Hij wilde zich aan de belofte houden van de dokter. Maar het wordt voor hem steeds moeilijker. Onderlinge verhoudingen: Vroeger toen hij klein was, werd hij vaak geslagen door zijn vader. Maar nu is de verhouding heel erg goed. Vooral omdat hij weet dat zijn vader dood gaat. Nu wil hij zoveel mogelijk van zijn aanwezigheid genieten. Met Hanneke heeft hij een liefdesrelatie en die ging eerst iets minder omdat hij ook een beetje agressief werd van wat er met zijn vader gaat gebeuren. Uiterlijk: Er komt niet in voor over hoe hij eruit ziet. leeftijd: Hij is in dit boek 19 jaar. Beroep / bezigheden: Medeschappelijk medewerker op het zoologische laboratorium van de universiteit van Leiden. En in het boek helpt hij zijn vader heel vaak mee. Hij is bezig met zijn vader zoveel mogelijk te zien. Omdat zijn binnenkort dood gaat. En verder maakt hij zich heel veel zorgen. Hij komt bij mij echt over als een heel diep nadenkend wanhopig gestresst mannetje. Pau ’t Hart (type) Innerlijke veranderingen: Eerst was hij bang dat hij net als zijn vader zou overlijden aan kanker. Na de operatie ging het heel goed. Hij voelde zich gezonder dan ooit! Onderlinge verhoudingen: De verhoudingen tussen zijn zoon gaat nu heel goed. Uiterlijk: Er komt niet in voor over hoe hij eruit ziet. leeftijd: Hij is in dit boek 56 jaar.. Beroep / bezigheden: Grafmaker. Hij is altijd op het kerkhof. En verzorgt daar de graven. Meneer Quaavers (Flat character) Onderlinge verhoudingen: Het is de baas van Pau. Uiterlijk: Er komt niet in voor over hoe hij eruit ziet. leeftijd: Komt er niet in voor. Beroep/ bezigheden: Het is de chef van Pau. Meneer die deze zomer dood dacht te gaan (Flat character) Onderlinge verhoudingen: Hij kon het heel slecht vinden met Pau. Omdat hij van het kerkhof een showroom maakt. Hij laat aan iedere voorbijkomende zien waar hij komt te liggen. Zo ook aan Maarten. Beroep / Bezigheden: Mensen laten zien waar hij komt te liggen als hij dood gaat. Hanneke (Flat character) Onderlinge verhoudingen: Het was de verloofde van Maarten. De vader van Maarten mocht haar niet zo omdat ze niet zo gelovig was als hen (rassist). Beroep / bezigheden: Niet bekend. Meneer die dood wilde (Flat character) Onderlinge verhoudingen: Niet duidelijk. Hij komt alleen vragen waar hij komt te liggen als hij zich nu van kant maakt. Beroep / Bezigheden: Hij was bezig een eind aan zijn leven te maken wat hij dan ook had gedaan. Maar dan niet voor ht nieuwe jaar maar een paar maanden daarna. Begrafenisondernemer (Flat Character) Onderlinge verhoudingen: Niet bekend. Pau vond het niet leuk dat hij kwam aanbieden of Pau voor iemand anders reclame wilde maken. Beroep / bezigheden: Begrafenisondernemer.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
J.
J.
hoi
het was een leuk verslag en erg goed bruikbaar.
21 jaar geleden
Antwoorden