Bezonken rood door Jeroen Brouwers

Beoordeling 7
Foto van een scholier
Boekcover Bezonken rood
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 2089 woorden
  • 4 juni 2001
  • 126 keer beoordeeld
Cijfer 7
126 keer beoordeeld

Boekcover Bezonken rood
Shadow

Samen met zijn moeder bracht Jeroen Brouwers zijn kleuterjaren door in het Japanse interneringskamp Tjideng op Java. In de roman Bezonken rood heeft hij op aangrijpende wijze zijn herinneringen verwerkt aan deze periode uit zijn jeugd.

Bezonken rood werd door de critici unaniem lovend besproken. Inmiddels zijn er vertalingen verschenen in Frankrijk, Duitsland, Enge…

Samen met zijn moeder bracht Jeroen Brouwers zijn kleuterjaren door in het Japanse interneringskamp Tjideng op Java. In de roman Bezonken rood heeft hij op aangrijpende wijze zijn …

Samen met zijn moeder bracht Jeroen Brouwers zijn kleuterjaren door in het Japanse interneringskamp Tjideng op Java. In de roman Bezonken rood heeft hij op aangrijpende wijze zijn herinneringen verwerkt aan deze periode uit zijn jeugd.

Bezonken rood werd door de critici unaniem lovend besproken. Inmiddels zijn er vertalingen verschenen in Frankrijk, Duitsland, Engeland, de Verenigde Staten, Zwitserland, Noorwegen, Zweden, Polen, Portugal, Turkije en Servië.

Bezonken rood werd in 1995 in Parijs bekroond met de prestigieuze Prix Fémina Étranger.

Bezonken rood door Jeroen Brouwers
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Zakelijke gegevens Auteur: Jeroen Brouwers
Titel: ‘Bezonken rood’, eerste druk 1981, Genre: Een psychologische roman. De roman heeft sterk autobiografische trekken. Jeroen Brouwers noemt het ‘autobiografische fictie’. Eerste reactie Keuze: Ik heb dit boek gekozen, omdat ik voor mijn lijst van Nederlands nog een boek moest lezen uit een bepaalde periode. Van een aantal mensen hoorde ik, zowel positieve en negatieve, reacties. Ik werd benieuwd naar het verhaal en ik heb het boek in de bibliotheek gehaald. Inhoud: Toen ik het boek uit had gelezen, vond ik het jammer dat het uit was. Ik vond het een heel mooi boek. Vreselijke gebeurtenissen worden op een kinderlijke manier beschreven. Ik vond het heel bijzonder.
Verdieping Samenvatting: De hoofdpersoon heet Jeroen Brouwers. Hij krijgt per telefoon bericht dat zijn moeder is overleden. Alle bijzonderheden laat hij zich in detail beschrijven, maar hij gaat niet naar haar toe. De laatste jaren heeft hij haar niet meer bezocht. Zijn moeder belde soms wel, maar zei dan als ze zijn naam hoorde: ‘ik ben verkeerd verbonden’. Het beste dat ze hem heeft gegeven is lezen, maar het boekje waaruit ze hem dat geleerd heeft, Daantje gaat op reis door L. Roggeveen, kan hij n nergens meer vinden. De hoofdpersoon lijdt aan plotselinge aanvallen, waarbij hij halfkrankzinnig van angst wordt. De ‘angst- en emotiedempers’ die hij er tegen slikt, maken hem rustig en onverschillig, denken wordt onmogelijk en er treedt een vervreemding op van zichzelf. Zijn gezicht lijkt in klodders van hem af te druipen en in de spiegel herkent hij zichzelf niet meer. Jaren geleden heeft hij Liza ontmoet, is met haar naar bed geweest, maar heeft haar na enige dagen weer verlaten. In gedachten verbindt hij Liza met zijn moeder. ‘Ik voel niets en ik wil niets voelen’. Van zijn derde tot zijn vijfde, drie jaar lang, heeft hij met zijn grootmoeder, moeder en zus in het Jappenkamp Tjideng gezeten. Het was een vrouwenkamp, maar ook voor jongetjes beneden de tien. Hij zal geen kampgeschiedenis kunnen schrijven, daarvoor was hij nog te jong. Zijn gegevens heeft hij voor een deel van horen zeggen en uit een opstel van D.M.G. Koch. De ellende is voor hem pas later realiteit geworden. Destijds heeft hij, ‘egoïstische, levenslustige kleuter’, helemaal niet geleden. Zo heeft hij geen slechte herinnering aan de psychologische foltering die erin bestond dat van tijd tot tijd alle jongetjes afscheid van hun moeder moesten nemen, omdat ze werden opgehaald met onbekende bestemming, waarna ze soms dagenlang wegbleven. Voor hem werd afscheid pas traumatisch na de oorlog, als zijn moeder hem achterlaat in een pensionaat. Dat voelt hij als verraad. Bij de afscheidszoen valt de voile van zijn moeder voor zijn lippen. Hij zegt: “Dit voorval is tekenend voor de rest van mijn leven: wij kussen elkaar door een traliewerk van spinnenweb. Het traliewerk tussen mij en het verraderlijke vrouwendom is nooit meer opgetrokken”. Op de avond dat zijn moeder stierf keek hij op de tv naar een Japanse versie van MacBeth. Als aan het eind MacBeth onthoofd wordt, vergelijkt hij dat in drie haiku's met de ook onthoofde Kenitji Sone, de kampcommandant van Tjideng. Daarna verwijdert hij met een vijl het eelt van zijn voeten, maar raakt het eeltvijlsel niet kwijt. In een droom is hij een kikker die door een kus bevrijd zou kunnen worden. Hij verslindt Liza, in een gedaante van een libel. Sterven was in het kamp ‘doodgewoon’, bijvoorbeeld de dood van zijn vriendinnetje Nettie Stenvert “ik voelde niets”. Vliegen hebben voor hem met de dood te maken. Je moet ze verjagen en doden om te voorkomen dat ze op iemand blijven zitten zodat die sterft. Hij was bedreven in het dood drukken van vliegen en voelde daarbij “een prikkeling in mijn scrotum en kneep er mijn billen krampachtig bij tegen elkaar”. Hij heeft geschaterd als vrouwen door de Jap mishandeld werden. “Mijn kampsyndroom bestaat uit de wroeging die ik heden heb, om de, alles begerig in zich opnemende, kleuter die ik ben geweest”. Zijn moeder heeft eens voor straf een nacht lang naakt in het licht van schijnwerpers moeten staan, met mitrailleurs op zich gericht. Als hij veel later op een feestje in een roes schiet op een schijf van een naakte vrouw, valt er na afloop opeens ‘een waas van bezonken rood’ voor zijn ogen. Hij verwacht dat zijn overleden moeder hem zal opbellen, en met de stem van Liza zal zeggen ‘Ik hou van je. Kom je naar me toe?’ Hij herinnert zich vooral de urenlange kampappèls in de brandende zon. Hij leerde toen als vanzelfsprekend aanvaarden dat vrouwen moeten worden gefolterd en gestraft. Het ergste was als Sone kwam en er in hurksprongen ‘gekikkerd’ moest worden tot bij sommigen de ontlasting naar buiten kwam, samen met ‘losgeschoten organen’, in bloed en blubber. Hij heeft een associatie met de walging die hij voelde bij de ‘duurzame beschadiging van de schoonheid’ toen zijn dochtertje met een keizersnede ter wereld kwam. Hij gaat niet naar de crematie van zijn moeder. Wel laat hij zich het verloop van de plechtigheid van minuut tot minuut nauwkeurig beschrijven. Zelf rijdt hij die middag rond en denkt onder meer aan Liza. Hij loopt in een mistig bos en voelt in zijn hoofd die zelfde mist. De bomen lijken uit zichzelf om hem heen te hollen, de decorstukken zijn in beweging gekomen. In het kamp moesten de vrouwen eens grote kuilen graven, naar bleek om daar voedselzendingen van het Rode Kruis in te gooien, waarna alles vernietigd werd. Zijn moeder blijkt eten in haar kleren te hebben gesmokkeld, maar ze wordt gesnapt en door Sone persoonlijk in het kruis getrapt, tot bloedens toe. “Mijn moeder was de mooiste moeder, op dat moment hield ik op van haar te houden”. En hij denkt: “nu wil ik een ander, want deze is kapot”, zoals later, bij de geboorte van zijn dochtertje denkt: “nu wil ik een andere vrouw”. Na de tijd waarop de crematie geweest is rijdt hij naar huis en “ik ben aan mijn werktafel gaan zitten om zogenaamd onaangeraakt, onaangedaan, onverstoord, het werk aan mijn boek over zelfmoord in de Nederlandstalige literatuur, dat ik onder handen had, te hervatten”. Hij krijgt weer een angstaanval en ziet zijn gezicht in de mist in vloeibaarheid ontbinden. Personen: - Jeroen Brouwers, schrijver van beroep. Hij is voor de tweede keer getrouwd; de kinderen uit zijn eerste huwelijk ziet hij liever niet meer. De gebeurtenissen die hij als kleuter in het Tjideng-kamp heeft meegemaakt hebben een onuitwisbaar stempel op de rest van zijn leven gedrukt. Hij heeft nooit geleerd te voelen, het lijkt alsof zijn gevoel met eelt bedekt is. - Liza, de vrouw waarmee Jeroen een korte relatie heeft gehad - Jeroen’s moeder, zij is de aanleiding voor het schrijven van dit boek. Titelverklaring: De titel staat voor het bloed dat veel vloeide in het Jappenkamp. Ook de rode cirkel in de vlag van Japan staat voor het bezonken rood. Het land met bloed aan de handen. Tevens heeft de ik-figuur geprobeerd zijn verleden te verbergen. Hij dacht dat al het leed en het bloed wat hij heeft gezien bezonken is. Iets wat Japan zelf ook doet, door zijn verleden te verstoppen, en nooit een echte openbare schuldbekentenis af te leggen, omdat dit tegen hun cultuur indruist. Plaats: Het verhaal speelt zich voornamelijk af op drie plaatsen, namelijk het Tjideng-kamp, in het stadje waar Liza woont, en in de woning van de ik-figuur. - Het kamp was een vrouwenkamp, waar ook jongetjes van tien jaar zaten. Het kamp was een hiervoor speciaal ingerichte wijk. Er was veel te weinig ruimte voor de mensen. Men leefde met tientallen mensen in een huis. De familie van de ik-figuur bewoonde een aanrecht. - Het stadje waar de ik-figuur Liza heeft ontmoet. Liza woont in een appartement boven een klokkenwinkel. - Het huis van de ik-figuur is omgeven door mist. Verder wordt er hierover weinig verteld. Tijd: Het verhaal speelt zich af in het Tjideng-kamp. Dit kamp is een Jappenkamp voor vrouwen, gedurende de Tweede Wereldoorlog. Maar niet tussen 1940 en 1945, want de oorlog ging in het Verre Oosten hierna nog door. Het verhaal speelt zich tussen 1940 en 1946. Als er wordt verteld over het huis van de ik-figuur, is dit ongeveer 40 jaar na de oorlog, dus rond 1980. Als er wordt verteld over Liza in haar stad, is dit ongeveer zes jaar voor het gebeuren rond de woning van de ik-figuur, dus rond 1974.
Thema: Dood, liefde, angst, haat en liefde voor de moeder van de jeugd, zijn de overkoepelde thema's. De moeder was een ideaalbeeld voor de ik. De kleine Jeroen is in het kamp sterk aangewezen op zijn moeder en zijn vader is geheel afwezig, zodat hij weinig meer kan doen dan voortdurend met het portret van zijn vader op zak lopen. Het ideaalbeeld dat hij van zijn moeder heeft, houdt stand totdat zij door de Japanners wordt mishandeld: 'mijn moeder was de mooiste moeder, op dat moment hield ik op van haar te houden'. Vanaf dat moment is hij 'verdwaald', hij wil niet zien hoe zijn liefde en de schoonheid die hij koestert, worden verwoest of beschadigd. Na het verraad van zijn moeder, als hij in de pensionaten wordt gestopt, slaat zijn liefde om in haat: 'Waarom heeft men haar in het Jappenkamp niet doodgeslagen?'. Zijn verdere leven blijft hij op zoek naar het verloren gegane ideaalbeeld, maar hij is ook bang dat dat beeld opnieuw teloor zal gaan, of dat het beschadigd zal worden. Zo wordt de schoonheid van de vrouw volgens hem beschadigd wanneer ze een kind krijgt; daarom wil hij niet bij de geboorte van zijn kind aanwezig zijn, en daarom wil hij ook na die geboorte een andere vrouw zoals hij eerst een andere moeder wilde: het ideaalbeeld van de schoonheid is geschonden. Ook wil hij de aftakeling van zijn moeder niet meemaken; het liefst denkt hij terug aan zijn moeder van voor de mishandeling, toen ze nog de mooiste was. Motto: Het verhaal heeft twee motto’s. Het eerste is: ‘Er aber, in seiner gewöhnlichen Art, hüllte sich in Geheimnisse, indem er mich mit grossen Augen anblikte und mir die Worte wiederholte: Die Mütter! Mütter! ‘s klingt so wunderlich! (Johann Peter Eckermann, Gesprächen mit Goethe) Vertaling: Hij echter, op zijn gewone manier, hulde zich in geheimzinnigheid, doordat hij mij met de grote ogen aankeek en mij de woorden herhaalde: Moeder! Moeder! Het klinkt zo wonderlijk! Het tweede motto is: ‘Zoek mij terwijl ik er ben. Leer mij kennen, omdat ik er ben. Ik ben er immers. En toch is zeker dat ik er niet ben.’ (Dodenlied, Zuid Celebes) Deze twee motto’s hebben betrekking tot zijn moeder. Omdat hij haar eigenlijk helemaal niet kent, sinds hij niets meer voor haar voelt. Hij kent haar dus helemaal niet meer. Het laatste motto geeft aan dat hij gaat zoeken naar haar, zij is nog in zijn gedachten, ondanks dat zij er zelf niet meer is. Het eerste motto geeft aan hoe ver hij van zijn moeder verwijderd was tijdens haar leven. Iemand die om zijn moeder riep vond hij wonderlijk en vreemd. Want dat deed hij immers nooit. Perspectief: het verhaal is verteld vanuit de ik-persoon van Jeroen Brouwers Typering: Brouwers schrijft veel autobiografische romans, zo zegt hij. Deze roman viel daar volgens velen niet onder, want de kampgebeurtenissen die hij schrijft zouden niet kloppen. Beoordeling Er zijn niet zozeer verhaalelementen, die voor mij een positieve werking hebben gehad. Het is meer het geheel. Er is geen passage uit het boek, waarbij ik denk: “Dat werkt positief op mij”. Ik had gewoon een positief gevoel bij dit boek, heel vreemd… Er zijn ook een aantal verhaalelementen, die voor mij en negatieve werking hebben: - de gebeurtenissen, in het Tjideng-kamp. Brouwers beschreef deze heel uitvoerig en dat had wat mij betreft wel wat minder gemogen. Mijn oordeel over het thema van dit boek is positief. Ik denk dat er redelijk vaak over gevoelens e.d. geschreven wordt, maar niet op deze manier. Jeroen Brouwers beschrijft zijn gevoelens, welke ook niet ‘standaard’ zijn, op een aparte manier. Het taalgebruik in dit boek vind ik normaal. Het was normaal Nederlands en er werden niet zo veel moeilijke woorden gebruikt. Mijn eindoordeel over ‘Bezonken Rood’ is heel positief. Ik vond het een boeiend boek, ik kon er niet mee stoppen. Vooral de manier, waarop Brouwers zijn gevoel uit, vond ik heel mooi. Naast ‘Nooit meer slapen’ is dit het mooiste boek tot nu toe, dat ik voor mijn lijst heb gelezen. Een aanrader!

REACTIES

V.

V.

bedankt voor de uitvoerige beschrijving van het boek bezonken rood

21 jaar geleden

B.

B.

ik vond je verslag geweldig bedankt voor het plaatsen van dit boekverslag.


21 jaar geleden

M.

M.

Ik heb er echt wat aan gehad voor mijn mondeling

20 jaar geleden

B.

B.

hoi, ik hou van dit boek. Bedankt

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Bezonken rood door Jeroen Brouwers"