Het bittere kruid door Marga Minco

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
Boekcover Het bittere kruid
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • vmbo | 1634 woorden
  • 15 mei 2001
  • 180 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
180 keer beoordeeld

Boekcover Het bittere kruid
Shadow

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerheid en angst. Zelfs als de bezetter toeslaat, blijft er nog een spoor van hoop om aan het lot te ontkomen. Met kleine middelen roept de schrijfster een sfeer op van dreiging, ongegronde hoop …

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerhe…

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerheid en angst. Zelfs als de bezetter toeslaat, blijft er nog een spoor van hoop om aan het lot te ontkomen. Met kleine middelen roept de schrijfster een sfeer op van dreiging, ongegronde hoop en verwachting, die precies weergeeft wat in die jaren in de harten van de vervolgden leefde. Sober omslag, duidelijke druk.

Het bittere kruid door Marga Minco
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting De Duitsers vallen Nederland binnen en Marga, een joods meisje, vlucht met haar ouders naar het zuiden, naar België. Na een paar dagen gaan ze terug naar Breda, waar ze wonen. In het eerste oorlogsjaar moet het meisje kuren in een Utrechts ziekenhuis vanwege een longaandoening. Haar ouders verhuizen naar Amersfoort, waar ze gaan wonen bij hun zoon Dave, die getrouwd is met Lotte. De oudste zus, Bettie, woont in Amsterdam. Wanneer Marga het ziekenhuis verlaat, voegt ze zich bij haar familie in Amersfoort. Niet lang daarna komt vader thuis met een pakje sterren, die op hun kleren genaaid moeten worden. Ondanks alle bezettingen en verboden blijven zij kalm, vooral vader. Hij is erg optimistisch en denkt dat de Duitsers de Joden netjes zullen behandelen. Op een dag moeten Dave en vader gekeurd worden om te kijken of ze geschikt zijn voor een werkkamp. Vader wordt afgekeurd, want hij heeft last van huiduitslag. Dave slaagt er ook in afgekeurd te worden, door een drankje in te nemen waardoor hij tijdelijk ziek wordt. Er komt een telegram uit Amsterdam: Bettie is opgepakt. Na een poosje komt er weer een oproep binnen en dit keer is het voor Dave, Lotte en Marga. Het lijkt Dave wel avontuurlijk, maar kennissen raden hen sterk af zich te melden. Van de dokter krijgen ze een attest dat ze ziek zijn, waardoor ze kunnen blijven. Ook Lotte mag blijven om hen te verzorgen. Ze lopen de hele dag in pyjama, zodat ze in bed kunnen springen zodra er aangebeld wordt. De ouders moeten wel weg, omdat ze ouder zijn dan vijftig jaar. Ze verhuizen naar het 'Judenviertel' in Amsterdam. Na een poosje reist Marga haar ouders achterna omdat ze het in bed niet meer uithoudt en gaat bij hen wonen. Het gezin wacht nog steeds met onderduiken; ze zijn nog altijd optimistisch en weten bovendien niet waar ze heen zouden moeten gaan. In Amsterdam merkt het meisje langzamerhand wat er met de joden gebeurt: ze worden opgepakt en afgevoerd. Een keer wordt ze zelf bijna opgepakt maar doordat ze standvastig is en zegt dat ze niet in deze straat woont mag ze doorlopen. Na een rustige dag wordt er 's avonds aangebeld: de Duitsers komen hen halen. Als ze van haar vader de jassen moet halen, vlucht ze de tuin in en rent de straat uit. Ze rent naar de Weteringschans, waar Dave en Lotte inmiddels zijn ondergedoken. Daar is ze enige tijd veilig. Om er minder joods uit te zien bleken ze alle drie hun haar. Ook krijgt ze een nieuw persoonsbewijs. De bewoners van het onderduikadres worden bang voor ontdekking en sturen hen weg. Dave weet een adres in Utrecht, waar ze van plan zijn naartoe te gaan. Dave vindt het veiliger afzonderlijk treinkaartjes te kopen. Marga wacht in de trein op de anderen. Dan verschijnt Dave plotseling, zet zijn tas naast haar neer en vertrekt zonder iets te zeggen. Pas in Utrecht hoort ze dat Lotte is aangehouden en dat Dave met haar mee is gegaan. Nu is ze alleen, en ze besluit diezelfde avond nog terug te keren naar Amsterdam. Ze is niet bang meer, want als ze nu opgepakt zou worden zou ze zich tenminste niet meer zo alleen achter gelaten voelen. Ze gaat naar Wout, een jongen die zij enkele weken eerder heeft ontmoet. Hij helpt haar verder. Ze gaat naar de boerderij van oom Hannes, een boer uit Haarlemmermeer. Omdat daar al te veel onderduikers zijn, brengt een jongen haar naar een landarbeidersgezin. Van Wout hoort ze dat haar ouders zijn 'doorgestuurd'. Het geld uit de tas van Dave raakt op en ze wil de arme dagloner niet langer tot last zijn. Wout weet voor haar een adres in Heemstede en zorgt voor een nieuw persoonsbewijs met een nieuwe naam. Daar blijft ze tot het einde van de oorlog. Enkele weken na de bevrijding zoekt ze in Zeist de broer van haar vader op. Omdat hij met een niet-joodse vrouw getrouwd is, hebben de Duitsers hem niks gedaan. Als ze met de tram aankomt, staat haar oom bij de halte. Van zijn vrouw hoort ze dat hij iedere dag bij de halte op haar vader staat te wachten, ook al weet hij dat hij dood is. Nog enkele malen bezoekt ze hem. Als ze hoort dat haar oom is gestorven, gaat ze nog één keer naar Zeist. Ze vindt het vreemd dat ze bij de halte haar oom niet treft. Ze mist het geloof van haar oom dat haar vader terug zou komen. Maar ze besefte wel dat noch haar ouders, noch Bettie, noch Dave of Lotte, terug zouden komen. Analyse Titelverklaring De titel heeft betrekking op het eten van bittere kruiden wat een Joods gebruik is. Het wordt gegeten op Pesach, de Israëlische paasdagen. Hiermee herdenken zij de bevrijding uit Egypte van de Joden. En daarmee ook de bittere tijden die de joden meemaakten. Nu beleeft Marga Minco deze zelf. Ook heeft het kruid een lange nasmaak, hiermee wordt weer bedoeld dat ze een lange nasmaak hebben van de oorlog.
Thema Het thema van het verhaal is oorlogsproblemen, ze moeten op de vlucht voor de oorlog. Aan het begin ziet ze al de narigheid van de oorlog nog niet in, ze vindt het zelfs wel leuk. Ze denkt net als haar vader dat het allemaal zo'n vaart wel niet zal lopen. Op een dag komt haar vader thuis met jodensterren. Deze moeten van de Duitsers kleding worden aangebracht, zodat duidelijk was dat ze joods waren. Marga is eerst trots op haar gele jodenster, maar later realiseert ze zich dat het toch een heel groot nadeel is en dat zij zelf het lijdend voorwerp van (rassen)discriminatie is geworden. Motieven De belangrijkste motieven die in dit boek naar voren komen zijn: oorlog, machteloosheid, vlucht, dood en jodenvervolging. Met deze woorden is de situatie van de ik-figuur voor een groot deel beschreven. Personages Marga, de hoofdpersoon: haar karakter is moeilijk te omschrijven, omdat ze elke keer verandert; ze wordt steeds anders omschreven. Ze groeit op in een joods gezin. Ze moet erg veel verhuizen tijdens de oorlog. Ze moet zich daardoor steeds weer aanpassen en dat is ook een belangrijke oorzaak van haar steeds weer veranderende karakter. Verder is ze best zelfstandig, dat komt ook door alles wat ze meemaakt Uiteindelijk komt ze er zelfs helemaal alleen voor te staan. Moeder: haar karakter is helemaal niet te beschrijven, want ze wordt nooit echt omschreven, het is alleen bekend dat ze bestaat. Vader: Hij is een erg rustige man, hij bekijkt alle dingen van de positieve kant, maar hij laat nooit merken of hij ook bang is, en daardoor weet je soms niet hoe hij zich nou echt voelt. Dave: hij is erg bang om opgepakt te worden, maar laat dat niet zo duidelijk merken. Hij is erg loyaal tegenover zijn vrouw, want als zij opgepakt is, geeft hij zichzelf ook aan, omdat hij haar niet in de steek wil laten. Lotte: ze is met Dave getrouwd en behandelt Marga alsof zij haar eigen zusje is. Bettie: ze leeft niet lang in dit boek, en dus kom je er niet achter wat voor persoon ze eigenlijk was. Marga keek altijd heel erg tegen haar oudere zus op. Perspectief en verteller Het verhaal wordt verteld vanuit het ik-perspectief. Je leest met de gedachten van de 'ik' (Marga) in het verhaal mee. Ook voel je haar gevoelens. Ze vertelt over haar belevenissen van de oorlog en wat zij allemaal moest doorstaan tijdens de Tweede Wereldoorlog. De gebeurtenissen komen ongeveer overeen met de ervaringen van de schrijfster. Je zou daarom kunnen zeggen dat het, gedeeltelijk, een autobiografisch verhaal is. Voorbeeld ik-perspectief: "Ik mocht nu veel gaan lopen en ik had achter het huis een landweggetje ontdekt, dat op een bos uitkwam" Chronologie De hoofdstukken en de tijd verlopen chronologisch. Aan het einde wordt een 'grote sprong' gemaakt van het lopen naar een nieuw onderduikadres, naar een gebeurtenis na de bevrijding. Dit is een hiaat.
Ruimte Het verhaal speelt zich op heel veel verschillende plaatsen af. Eerst in Breda, waarna de familie naar Amersfoort verhuist en vervolgens naar Amsterdam, waar ze denken veiliger te zijn. Marga wordt ook een paar keer door haar ouders naar gastgezinnen gestuurd, omdat ze denken dat ze daar veiliger is, maar dat valt tegen. Aan het eind gaat ze met een tram naar Zeist, waar haar oom woont. De omgevingen waar ze is zijn somber en ongezellig, omdat het oorlog is. Tijd Het verhaal speelt zich af vanaf het begin van de Tweede Wereldoorlog tot een paar weken na de bevrijding. De gebeurtenissen die beschreven worden duren dus ongeveer 5 à 6 jaar. Opbouw De opbouw en de lay-out van het verhaal vond ik erg leesvriendelijk. Het boek is verdeeld in 23 korte hoofdstukken van samen ongeveer 90 bladzijdes. De bladzijdes van het boek zijn niet zo groot, het lettertype daarentegen echter wel. Hierdoor lijkt het lezen sneller te gaan, want je hebt zo een hoofdstuk uit. Taalgebruik Ik vond het taalgebruik erg makkelijk, want er werden korte, makkelijke woorden gebruikt. De gebeurtenissen werden op een heldere manier beschreven, zodat ik een goede voorstelling kon maken. Alleen de eerdergenoemde joodse woorden zouden een klein probleem kunnen vormen, maar daar heb ik zelf weinig van gemerkt. Er zijn ongeveer evenveel dialogen als beschrijvingen (van gebeurtenissen) in het boek, het taalgebruik was dus ook niet eentonig. Stijl Er wordt in het verhaal geen erg moeilijk taalgebruik gebruikt. Sommige (joodse) woorden, die niet helemaal te begrijpen zijn, kun je terugvinden in de verklarende woordenlijst. Ik vond wel, dat er veel dialogen gebruikt werden, dit komt ook omdat het verhaal in de ik-vorm wordt verteld. De hoofdpersoon treedt dus als verteller op. Dan lijkt het erop of alles echt is, wat het in dit geval ook voor een groot deel is.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het bittere kruid door Marga Minco"