Dit moderne sprookje begint als de schrijver/verteller, een piloot, een noodlanding moet maken in de woestijn. Hij heeft voor nauwelijks acht dagen drinkwater mee, en zit een beetje in de rats. De volgende ochtend, nadat hij de nacht in het zand heeft doorgebracht, hoort hij een klein stemmetje dat hem vraagt "Teken eens een schaap voor mij". Dat kleine stemmetje behoort aan een héél uitzonderlijk klein kereltje, dat hem ernstig aankijkt. Ook al lijkt het de verteller zinloos, een schaap tekenen op duizend mijl van de bewoonde wereld, toch doet-ie het. Hij voelt wel iets voor het kleine mannetje. Langzaamaan laat het kereltje, de kleine prins, vallen dat hij van een andere planeet komt. Hij vertelt er niet zo graag over, maar laat zo af en toe een woordje vallen. Het eerste waar de verteller achter komt, is dat die planeet erg klein is. Vervolgens hoort hij van de "baobab". Dat is een boom die heel erg groot kan worden en als onkruid wordt bestempeld. Dan hoort hij het verhaal over een bloem die zichzelf zo bijzonder vindt. Ze ontkiemde uit een zaadje van onbekende oorsprong en bezorgt de kleine prins handenvol werk: iedere dag vers water, een kamerscherm tegen de tocht en toch altijd vervelend, ondankbaar tegen hem doen. Dan komt de dag waarop de kleine prins besluit weg te gaan van zijn planeet. Hij ruimt z'n planeet op, trekt de laatste sprietjes van de "baobab" uit, veegt z'n vulkanen schoon en wil een stolp over de bloem zetten. Dan vraagt de bloem hem vergiffenis en zegt dat ze zich dwaas heeft aangesteld. Dat verbaast de kleine prins. Na zijn vertrek is hij in de buurt van de asteroden 325 t/m 330. Die besluit hij te bezoeken. Op de eerste woont een koning, die in het prinsje een onderdaan ziet. Hij beveelt van alles, maar is zeer redelijk: als de prins wil slapen beveelt de koning hem te slapen en als hij wil weggaan, wordt hem bevolen weg te gaan. De tweede planeet wordt bewoond door een ijdeltuit, die in de prins een bewonderaar ziet. De ijdeltuit wil dat de prins hem bewondert; dat doet-ie, om de ijdeltuit een plezier te doen. De volgende planeet wordt bewoond door een dronkaard. Dit bezoek duurt kort, maar stemt de prins bedroefd. Het komt erop neer dat de dronkaard drinkt om te vergeten dat hij zich schaamt dat hij drinkt. Het prinsje vindt grote mensen toch wel héél wonderlijk. De vierde planeet is van een zakenman, die het zo druk heeft dat hij niet eens opkijkt als de kleine prins komt. Hij is druk aan het tellen. Hij telt 501.622.731 sterren, waar hij niets mee doet dan bezitten. Dan is hij rijk, zodat hij weer nieuwe sterren kan kopen, als iemand die vindt. Deze redenering vindt de prins net zo dwaas als die van de dronkaard. Op de vijfde planeet, de kleinste, treft hij een lantaarn en een lantaarnopsteker, die de lantaarn iedere minuut aan- en uitdoet. Hij redeneert dat deze man misschien wel dwaas is, maar niet zo dwaas als de koning, de ijdeltuit, de zakenman of de dronkaard. De lantaarn moet volgens de voorschriften iedere avond aan en iedere morgen uit, maar omdat de planeet, waar je in drie stappen omheen bent, in de loop der tijd steeds sneller is gaan draaien, heeft de opsteker geen minuutje rust meer. De zesde planeet is wel tien keer zo groot als de vijfde, en wordt bewoond door een oude meneer, een aardrijkskundige, die dikke boeken schrijft. Hij ziet in de kleine prins een ontdekkingsreiziger. Het prinsje vraagt van alles over de planeet, maar de aardrijkskundige weet niets, want hij is aardrijkskundige en geen ontdekkingsreiziger. De zevende planeet was de aarde. De aarde is geen willekeurige planeet, maar telt "honderd en elf koningen, zevenduizend aardrijkskundigen, negenhonderdduizend zakenmensen, zeven en 'n half miljoen dronkaards en driehonderd elf miljoen ijdeltuiten". Tezamen zo'n twee miljard grote mensen. Als de prins op aarde verschijnt, is hij heel verbaasd dat hij niemand ziet. Hij vreest dat hij zich van planeet vergist heeft, als hij in het zand van de woestijn een slang ziet. Daar praat hij even mee. Dan gaat hij op ontdekking. Hij ziet een hele tuin vol bloemen, dezelfde die op zijn planeet zichzelf zo bijzonder vond. Vervolgens ontmoet hij een vos, die vraagt of de prins hem tam wil maken. Na lang aandringen van de vos, doet hij het. Dan trekt de prins weer verder en ontmoet een wisselwachter, met wie hij ook een praatje maakt. Even later een koopman, die dorstlessende pillen verkoopt. Ook daar praat hij even mee. Het is intussen de achtste dag van het oponthoud van de verteller en z'n water is op. De prins besluit om samen een put te gaan zoeken. Het lijkt de verteller onzinnig, maar hij gaat toch mee. Ze ontdekken, tegen het aanbreken van de dag, een put. Ze drinken. Het water is meer dan voedsel, het is als een geschenk voor het hart. Uiteindelijk blijkt dat de kleine prins precies een jaar op aarde is, en dat hij weer terug wil. Vannacht staat zijn ster precies boven de aarde. In deze woestijn ontdekte hij ook de slang toen hij voor het eerst op aarde kwam. Aan hem vraagt hij nu om hem dood te bijten, want z'n lichaam is te zwaar om de reis nogmaals te maken. Als de verteller het hoort reageert die geschokt. Hij krijgt een raad van de prins: kijk 's nachts naar de sterren, Eén ervan is van mij, maar je weet niet precies welke. Toch zul je het prettig vinden om naar de sterren te kijken... Alle sterren zullen je vrienden zijn.
Le petit prince door Antoine de Saint-Exupéry
6.9
Dit prachtige moderne sprookje, geschreven voor jong en oud en schitterend geïllustreerd door de auteur, wordt over de hele wereld tot de klassieken gerekend.
De verteller, een piloot, verhaalt hoe hij na een noodlanding in de Sahara de kleine prins ontmoet. De wijze van betoverende verhalen die de kleine prins vertelt over de planeet waar hij woont met …
Dit prachtige moderne sprookje, geschreven voor jong en oud en schitterend geïllustreerd door de auteur, wordt over de hele wereld tot de klassieken gerekend.
De verteller,…
Dit prachtige moderne sprookje, geschreven voor jong en oud en schitterend geïllustreerd door de auteur, wordt over de hele wereld tot de klassieken gerekend.
De verteller, een piloot, verhaalt hoe hij na een noodlanding in de Sahara de kleine prins ontmoet. De wijze van betoverende verhalen die de kleine prins vertelt over de planeet waar hij woont met een hooghartige bloem, over de andere planeten en hun heersers en zijn gevecht met de slechte zaadjes, maken de kleine prins tot een verrukkelijke en onvergetelijke figuur.
Antoine de Saint-Exupéry was schrijver en vliegenier. Hij schreef de kleine prins een jaar voor zijn dood. In dienst van de geallieerden werd hij in 1944 tijdens een verkenningsvlucht boven bezet gebied neergeschoten. Voor al diegenen die van zijn boeken houden, is Antoine de Saint-Exupéry nog steeds in ons midden en leeft de kleine prins, met miljoenen verkochte exemplaren en circa tachtig vertalingen, meer dan ooit.
Oefenen voor je mondelingen?
Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.
Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden