Proeve van kleine gedigten voor kinderen door Hieronymus van Alphen

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
Boekcover Proeve van kleine gedigten voor kinderen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 1596 woorden
  • 21 april 2001
  • 94 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
94 keer beoordeeld

Boekcover Proeve van kleine gedigten voor kinderen
Shadow

'Zie daar eenige kleine gedigten, ten behoeve van kinderen opgesteld. De maker weet zeer wel, dat hij, als digter, daar door zeer weinig roem behalen kan, maar dat was ook zijn oogmerk niet. Hij bedoelde slegts eenige nuttige waarheden zo in rijm voortedragen, dat dezelven de kinderlijke vatbaarheid niet te boven gingen; en hij heeft ze zo klein gemaakt, op dat zij de…

'Zie daar eenige kleine gedigten, ten behoeve van kinderen opgesteld. De maker weet zeer wel, dat hij, als digter, daar door zeer weinig roem behalen kan, maar dat was ook zijn oog…

'Zie daar eenige kleine gedigten, ten behoeve van kinderen opgesteld. De maker weet zeer wel, dat hij, als digter, daar door zeer weinig roem behalen kan, maar dat was ook zijn oogmerk niet. Hij bedoelde slegts eenige nuttige waarheden zo in rijm voortedragen, dat dezelven de kinderlijke vatbaarheid niet te boven gingen; en hij heeft ze zo klein gemaakt, op dat zij des te gemakkelijker, door enkel leezen, zouden kunnen in het geheugen geprent worden, zonder dat het nodig was, datze van buiten geleerd werden; iets waar de maker zeer tegen is, en dat daarenboven, enkel door herhaald lezen, geschieden kan.'

Met bovenstaande woorden introduceerde Hieronymus van Alphen (1746-1803) de eerste van drie gedichtenbundels met 'Kleine gedigten voor kinderen' die hij publiceerde tussen 1778 en 1782. De gedichtjes waren meteen een enorm succes. Voor het eerst werden er in het Nederlands teksten geschreven speciaal voor kinderen vanuit hun eigen belevingswereld. De stijl van de gedichten is vlot en toegankelijk.

Proeve van kleine gedigten voor kinderen door Hieronymus van Alphen
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. BESCHRIJVINGSOPDRACHT
Titel
Proeve van kleine gedigten voor kinderen
Titelverklaring
Een boekje met kleine gedichten voor kinderen. In het boek staan de opvoedkundige idealen van de verlichting. Auteur
Hieronymus van Alphen
H van Alphen (1746-1803) werd in Gouda geboren. Hij kwam uit een patriciërsfamilie, studeerde rechten en letteren in Utrecht, later (1767) in Leiden. Als student leidde hij een levenslustig leven, maar in 1767 "bekeerde" hij zich tot een vroom, piëtistisch getint christendom. Dit was waarschijnlijk naar aanleiding van een ernstige ziekte van een medestudent. In 1768 behaalde hij de meestertitel. In zijn literaire werken ziet men de eerste sporen van zijn bekering in de Proeve van stichtelijke mengel-poëzij (1771; vervolgbundels: 1772, 1773, 1782), waarmee Van Alphen en Van de Kasteele samen debuteerden. Een persoonlijker geluid liet Van Alphen horen in de Klaagzang bij het overlijden van zijn eerste vrouw, zuster van de begaafde literator Rijklof Michaël van Goens. Van Alphen was een vernieuwer op kunsttheoretisch gebied. Hij verzette zich tegen de regel- en vormencultus van het classicisme. Hij pleitte voor "poëzie van de verbeelding". Met deze in 1775 geschreven, weldra in de bundel Gedigten en overdenkingen (1777; drie drukken) opgenomen elegie introduceerde Van Alphen de christelijke pre-romantiek, waarvan Young, Klopstock en Lavater in Europees verband al de nieuwe gevoelstoon en de nieuwe thema's - dood en onsterfelijkheid, godsdienst, deugd en liefde tot één verbond samengesmeed - hadden aangegeven. Met zijn verheven, in dezelfde toonaard geschreven oden distantieerde Van Alphen zich van de galante rococopoëzie die nog door andere dichters werd gebruikt werd. Zijn hoogtepunt als dichter was de publicatie van zijn drie deeltjes Kleine gedigten voor kinderen (1778: 1ste en 2de stukje; 1782: 3de stukje; bij elkaar 66 versjes, sedert 1787 in één bundel). Hieronymus schreef deze voor zijn eigen zonen van drie tot vijf jaar, voor wie hij na het overlijden van zijn vrouw zorgde. Met de uitgave zelf, die mede dank zij de aardige prentjes een groot succes werd, wenste hij geen enkele bemoeienis. Natuurlijk kost het geen moeite de toentertijd moderne pedagogische inzichten (`Mijn speelen is leeren', `Mijn vader is mijn beste vriend') belachelijk te maken. Maar de talloze herdrukken, roofdrukken en imitaties bewijzen hoe zeer de auteur erin was geslaagd de juiste toon te treffen. De opvoedkundige idealen van de verlichting werden hier omgezet in pakkende beelden, pregnante versregels die zich voorgoed in het geheugen van het volk hebben gegrift. Was Van Alphen met zijn kindergedichten ondanks zich zelf als het ware een literaire vernieuwer geworden, niet minder belangrijk was zijn betekenis in literair-theoretisch en kritisch opzicht. Door zijn grote belezenheid zowel wat betreft klassieke en moderne als Engelse en Duitse schrijvers zag hij met groeiende ergernis hoe de Nederlandse literatoren op een aantal fronten de aansluiting bij actuele ontwikkelingen op esthetisch gebied misten. Van Alphen hertrouwde, en werd in 1780 benoemd tot procureur-generaal bij het Provinciale Hof van Utrecht. In 1789 verhuisde hij als stadspensionaris naar Leiden en in 1793 volgde zijn benoeming tot thesaurier-generaal der Unie, zodat een nieuwe verhuizing naar 's-Gravenhage noodzakelijk was. Door al deze, steeds aanzienlijker, functies raakte hij, overigens overtuigd orangist, meer dan hem lief was betrokken bij de heftiger wordende politieke twisten van die dagen. Bij de komst van de Fransen in 1795 nam hij ontslag om de rest van zijn leven als ambteloos burger in Den Haag te slijten. Na 1787 is Van Alphens rol als literair vernieuwer vrijwel uitgespeeld. Zijn ambtelijke werk liet weinig tijd over voor poëziebeoefening. Wat echter zwaarder woog was zijn steeds duidelijker wordende aversie tegen het moderne paganisme dat hij in de figuur van Voltaire belichaamd zag. Met ontzetting zag hij, hierin gesteund door zijn zwager Van Goens, dat de dreigende ondergang van de christelijke kerk aanstaande was. Achter de schermen trachtte hij, vooral na 1795, een evangelische contra-verlichting op gang te brengen, waarmee hij andermaal op het 19de-eeuwse réveil vooruitliep. Dezelfde bedoeling zat voor bij een reeks geschriften die Van Alphen sedert 1787 uitgaf, o.a. De waare volksverlichting met opzigt tot godsdienst en staatkunde beschouwd (1793), Kleine bijdragen tot bevordering van wetenschap en deugd (1796), Predikt het evangelium allen creaturen (1801) en niet te vergeten zijn Proeve van liederen en gezangen voor den openbaaren godsdienst (2 dln., 1801-1802), waaruit menige tekst nadien werd opgenomen in de officiële bundel Evangelische gezangen ten dienste van de Nederlandse-Hervormde Kerk (1805). Zo eindigde van Alphens literaire loopbaan zoals zij begon: met stichtelijke poëzie. Van Alphens plaats in het geestelijke en culturele leven van zijn tijd was in hoge mate paradoxaal. Van nature geneigd alle risico's te vermijden, zelfs op het conservatieve af, heeft hij toch in drieërlei opzicht een vernieuwing ingeluid: als lyricus en kinderdichter, als kunsttheoreticus en als geestelijke vader van het réveil. Samenvatting
Een opsomming van de titels van de gedichtjes geeft een aardig beeld van de inhoud: "Aan twee lieve jongens" "Het kinderlijk geluk" "De kinderliefde" "Het vrolijk leeren" "Het medelijden" "De naarstigheid" etc. De gedichtjes in het boek zijn geschreven voor kinderen. De schrijver heeft hier rekening mee gehouden in zijn gedichten. De taal en de lengte van de gedichten zijn aangepast. Kinderen zouden volgens Van Alphen de gedichtjes na één keer lezen moeten onthouden. Ze zouden er een levensles uit kunnen trekken. In de gedichten zijn vaak de kinderen aan het woord. In onze tijd komen deze kinderen nogal wijsneuzig en braaf over. Ze zijn als mini-volwassenen. De kinderen trekken een wijze les uit de voorvallen. Ook ondervragen ze hun eigen geweten. Ze hebben geen kinderlijke fantasie, die fantasie is vervangen door verstandelijk inzicht. Bij de ouders ligt het accent op genegenheid. Jezus wordt voorgesteld ale de grote kindervriend en God als de wijze schepper en onderhouder van al het bestaande. Motivatie

Ik heb de schrijver H. van Alphen aangewezen gekregen. Dit boek leek mij het interessantste om meer van te weten te komen. Het gaat over kinderen en het boek is voor kinderen. Dit maakte het boek voor mij aantrekkelijk om te lezen. Ik verwachtte een leuk kinderboekje. Mijn verwachting is grotendeels ook uitgekomen. Het taalgebruik was het enige dat niet aan mijn verwachtingen voldeed. De vertellers in het boek (de kinderen zelf) praten erg "deftig". 2. VERDIEPINGSOPDRACHT
Het boek is geschreven in de tijd van de Verlichting, de tijd dat mensen onafhankelijk gingen denken, ze worden wijzer en beter. Mensen gingen nadenken over bijvoorbeeld het leven, opvoeding, verhouding tussen mensen en God en over de maatschappij. Het rationalisme en het empirisme waren belangrijk. In het boek springen zes onderwerpen in het oog die veel aandacht krijgen: (1) de verhouding tussen mens en God. God heeft het kind lief. Hij is goed en wijs. Het kind moet hem loven. (2) de relatie tussen ouders en kinderen (3) de verhouding tot mensen in het algemeen (4) de verhouding tot de natuur (5) lichamelijke zaken, lichaamspijn moet het gevoel van dankbaarheid jegens God versterken. (6) goede eigenschappen
Van Alphen bespreekt in zijn boek deze onderwerpen. Het boek heeft een opvoedend karakter. Het boek moet de kinderen wijzer maken en betere mensen maken. Opvoeding en onderwijs zijn belangrijke thema's in de verlichting. In deze periode word de eerste kinderliteratuur geschreven. Dit boek van van Alphen is het boek dat de weg baant in deze kinderliteratuur. Belangrijke onderwerpen in de gedichtjes zijn de studie-ijver, vlijt, de ouder-kindrelatie en deugden als oprechtheid en gehoorzaamheid. Het boek is ook echt speciaal voor kinderen geschreven: het perspectief ligt bij de kinderen. De kinderen zouden uit dit boekje wijze lessen kunnen leren. De leerstof diende voor de kinderen aantrekkelijk verpakt te zijn. De inhoud moest aansluiten bij de kinderlijke leefwereld en uitgaan van herkenbare situaties. Kinderlijke deugden, ideeën of gebreken zijn direct herkenbaar. De moraal word vaak verwoord door het kind zelf. Het kind zegt vaak "ik wil" in plaats van "ik moet". 3. EVALUATIE
Mijn eerste mening over het boek was dat het een leuk kinderboekje zou zijn. Toen ik het boek had doorgebladerd en stukjes had gelezen, dacht ik dat het ook wel een aardig en makkelijk te lezen boekje was. Het boek is geschreven, volgens Van Alphen, voor kinderen van 4 - 10 jaar. Ik denk dat het boek te moeilijk is voor kinderen van deze leeftijd. Misschien dat zij in de tijd dat het geschreven werd de gedichten wel goed begrepen, omdat ze andere taal gewend waren? Voor mij was het een boekje dat goed te begrijpen was. Er zijn eigenlijk geen elementen in de tekst die ik niet begrijp. Het zijn gedichtjes geschreven voor kinderen, het taalgebruik is wel vreemd, maar toch wel te begrijpen. Voor die tijd is het taalgebruik "eenvoudig en natuurlijk", wat woordkeus betreft zeker niet altijd kinderlijk: "Geen geld bekore ons" "Maar heiligheid en deugd" "De wijsheid is het noodigst goed" Vooral door deze woordkeus vind ik het vreemd dat kinderen deze gedichten begrepen. Over het uitvoeren van de beschrijvingsopdracht ben ik tevreden. Nadat ik het boek had bekeken en een samenvatting had gelezen, vond ik dit soort literatuur uit de 18de eeuw interessant om te bekijken. Ik ben hierna ook meer stukjes uit het boek gaan lezen. Het maken van de beschrijving was dus eenvoudig. Het maken van een samenvatting ging eerst niet zo goed. Ik heb toen een aantal punten opgenoemd die Van Alphen veel in de gedichtjes gebruikte. Over het uitvoeren van de verdiepingsopdracht ben ik uiteindelijk ook tevreden. Ik had eerst een aantal dingen niet goed beschreven. Het was lastig om de juiste culturele achtergrond te vinden en dan te beschrijven. Ik denk dat ik nu toch wel de belangrijkste punten heb behandeld. Mijn eindoordeel over deze gelezen tekst uit de 18de eeuw is dat ik het interessant vind om teksten uit deze tijd te lezen. Uit deze teksten haal je veel informatie over de mensen die in de 18de eeuw leefden.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Proeve van kleine gedigten voor kinderen door Hieronymus van Alphen"