Au pair door Willem Frederik Hermans

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
Boekcover Au pair
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 2771 woorden
  • 16 april 2001
  • 131 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
131 keer beoordeeld

Boekcover Au pair
Shadow
Au pair door Willem Frederik Hermans
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
A. ADMINSTRATIEF Ik heb de 2e druk van het boek Au pair, geschreven door Willem Frederik Hermans gelezen. Dit in Parijs geschreven boek verscheen voor het eerst in september 1989. Ik heb de 2e druk (De bezige bij) gelezen die ook in september 1989 verschenen is. Het boek telt 416 bladzijdes. B. Samenvatting Paulina is een negentienjarig meisje van 1 meter 92. Ze heeft pas haar gymnasiumdiploma gehaald in haar geboorteplaats Vlissingen. Ze wil graag Kunstgeschiedenis gaan studeren in Frankrijk. Dat laatste omdat ze al vaak in Frankrijk is geweest, want haar ouders hebben daar een vakantiehuisje en Parijs trekt haar erg aan. Omdat haar ouders niet genoeg geld hebben om haar studie en haar verblijf te betalen, besluit ze zich in te schrijven bij een bureau voor au pairs. Vrijwel meteen kan ze beginnen bij het advocatengezin Pauchard. Doordat het gezin nogal vreemd is en allerlei andere omstandigheden niet naar Paulina’s zin zijn, blijft ze daar maar een weekend. Bij het bureau voor au pairs krijgt Paulina meteen een nieuw adres: bij de oude en gepensioneerde generaal De Lune, aan rue Guynemer 2. Als ze daar aankomt ontmoet ze een Nederlander die haar voorspelt dat alles er heel anders voor haar uit gaat zien. Ze heel enthousiast ontvangen door de huishoudster van de generaal. Die brengt haar naar haar kamer: een prachtige, grote kamer met eigen badkamer. Ook krijgt ze nieuwe koffers en een behoorlijk voorschot op haar toelage. Tot haar eigen verbazing hoeft ze er eigenlijk niks voor te doen, alleen maar te luisteren naar de verhalen van de generaal over de in Vlissingen geboren kunstschilder Constantin Guys. Intussen leert ze de rest van de familie kennen die allemaal in hetzelfde reusachtige huis wonen; de twee zoons van de generaal, Michel en Armand, de vrouw van Armand, Jacqueline en hun zoon Edouard. Ze zijn allemaal erg blij met de komst van deze Nederlandse uit Vlissingen, maar Paulina weet niet goed wat ze met al die aandacht en vrijgevigheid moet. Dan komt het moment waarop Paulina ontdekt dat alle vrijgevigheid van de De Lunes niet geheel ontbaatzuchtig is. Edouard is allang bezig met de voorbereidingen van het plan. Hij vertelt haar dat zijn grootvader, de generaal dus, in de Tweede Wereldoorlog het kapitaal van zijn joodse buurman, Cremieux, in bewaring kreeg. De generaal zag het als zijn plicht om ervoor te zorgen dat het geld zijn waarde niet zou verliezen, dus hij heeft het, clandestien, belegd. Het kapitaal is nu twaalf keer zoveel waard. Aangezien de beleggingen clandestien gebeurd zijn, is het voor de wet strafbaar. De vraag is dus nu wat er met het geld moet gebeuren. Wanneer de generaal er zelf iets over wil vertellen aan Paulina, raakt hij zodanig over zijn toeren dat hij naar bed gebracht wordt. Daarna krijgt ze hem niet meer te spreken. Later maakt Edouard het verhaal af. Hij vertelt dat de erfgenaam de halfbroer is van mevrouw Cremieux. Deze Müller is een oud SS-officier. Het probleem is, moet het geld naar hem of naar een joodse organisatie in Israël? Uiteindelijk besluit de generaal dat het geld naar de joodse organisatie moet. Het volgende probleem is, hoe komt dit illegale geld de grens over? Paulina, blij iets terug te kunnen doen, zegt dat zij het geld wel over de Zwitserse grens wil brengen, omdat zij niet op zou vallen. Tot haar verbazing komt er opeens schot in de zaak. Meteen de volgende dag kan ze naar de notaris om alles te bespreken. Michel vertelt Paulina dat er al twee keer een au pair met het Cremieux kapitaal op stap geweest is, maar die waren onbetrouwbaar. Daarom werd hen een koffer met valse inhoud meegegeven. Paulina kan bij haar vertrek niet controleren wat er in de koffer zit, omdat de sleutel kwijt is. Ook krijgt ze in plaats van Zwitsers geld, Belgisch en Luxemburgs geld mee. Dit omdat de notaris haar zegt dat de plannen gewijzigd zijn en dat ze het geld naar Luxemburg moet brengen. Als ze naar Luxemburg gaat, ziet ze een klein mannetje die ze later ook weer in Luxemburg ziet. De overdracht wordt uitgevoerd. Ene Glesener neemt het geld aan en geeft haar een reçu mee en de transactie is rond. Als ze in de stad rondloopt, ziet ze Michel. Hij vertelt haar dat ze het geld niet heeft overgedragen aan de joodse organisatie, maar aan de ex-SS’er Müller. Het blijkt dat het om een complot gaat, waarvan iedereen op de hoogte was, behalve de generaal en Paulina. Iedereen zat in het complot, ook het kleine mannetje dat ze steeds zag. Ondertussen overlijdt de generaal en wordt zijn vrouw in het ziekenhuis opgenomen. Hiermee komt een einde aan Paulina’s diensten. Ze keert nog eenmaal terug, en weer wordt ze hartelijk ontvangen. Ze gaat op zoek naar een nieuwe kamer, en die vindt ze ook. Op een middag komt ze de Nederlander tegen die tegen haar zei dat alles er nu anders uit zou zien, hij heeft gelijk gekregen. Ze praat met de man over de roman die ze leest, en daarna gaat hij weer weg. C. Analyse 1a. De titel van dit boek is Au pair. De titel heeft eigenlijk geen verklaring nodig, want het gaat simpelweg over een meisje dat in Frankrijk gaat studeren en wil bijverdienen door te werken als au pair. b. Dit boek heeft geen opdracht of motto en is ook niet aan iemand opgedragen. 2. Au pair is een roman, want het is een lang verhaal waarin de hoofdpersonen bepaalde karakterveranderingen ondergaan. Zo verandert Paulina van een gewone alledaagse studente in iemand die af en toe heel erg kan twijfelen aan de goedheid van de mensen die haar in huis namen (dit was nog voordat bekend werd dat ze iets van haar wilden). 3. Er is maar een echte hoofdpersoon en dat is Paulina. Deze negentienjarige uit Vlissingen is 1 meter 92 lang en heeft blauwe ogen en lang blond haar (voor vele buitenlanders het stereotype Nederlander). Ze studeert Frans en kunstgeschiedenis aan de Sorbonne Universiteit van Parijs. Paulina is een lief meisje dat heel erg van kunst houdt. Ze past daarom ook wel gedeeltelijk in het gezin van de generaal, al zijn die allemaal wel wat artistieker en anders dan zij. Paulina is soms wat naïef en soms ook wat achterdochtig. Ook kan ze heel onzeker zijn over zichzelf en haar uiterlijk. Er zijn heel wat bijpersonen, maar die worden niet zo oppervlakkig beschreven dat het types zijn. Zij zijn, net als Paulina, karakters. Emile en Germaine de Lune, de generaal en zijn vrouw. Ze verkeren in hogere Franse kringen. De vrouw van de generaal is een vrouw die eigenlijk altijd aan de kant van haar man staat. Ze zou makkelijk over zich heen laten lopen. De generaal is een ouderwetse man die helemaal dol is op kunst. En dan in het speciaal de schilderijen van de in Vlissingen geboren Constantin Guys. Hij verzamelt alles van deze schilder. Armand en Michel de Lune, de twee zoons van de generaal. Ook zij zijn bijzonder lang, net als Pauline. Michel is pianist en streeft naar de onbereikbare perfectie. Armand wilde ooit dichter worden, maar dat is hem nooit gelukt. Hij is getrouwd met Jacqueline, samen zijn zij aan de drank geraakt. Ook zij heeft niet kunnen maken wat ze wilde van haar leven. Edouard is de zoon van Armand en Jacqueline. Hij heeft een gezicht dat lijkt op een roofvogelhoofd. Hij is econoom en dol op geld. Hij heeft dan ook veel geld en hij is de enige van zijn familie die daar geen schaamte over heeft. Verder zijn er ook types in het verhaal, bijvoorbeeld de Nederlander en het kleine mannetje. Zij komen wel regelmatig voor in het verhaal, maar je leert ze niet echt goed kennen. 4. Het chronologisch verteld verhaal speelt zich af in 1984, van ongeveer half september to half december. Er zijn geen flash-backs opgenomen in dit verhaal. 6. Au pair is een verhaal dat wordt beschreven in een alwetende vertelsituatie. Het verhaal wordt niet alleen door Paulina’s ogen gezien, alleen wordt door de alwetende vertelsituatie wel duidelijk hoe zij over dingen denkt. 7. Het verhaal speelt zich vrijwel geheel af in Parijs. Een klein gedeelte van het boek speelt zich af in Londen en de eerste paar bladzijdes spelen zich nog af in Vlissingen en Amsterdam. 8. Het verhaal is opgebouwd uit 96 hoofdstukken zonder titels. Het zijn ook niet echt lange hoofdstukken, sommige tellen maar twee bladzijdes en beschrijven alleen de weg van het huis van de generaal naar een restaurant. Er is ook geen voorwoord en ook geen nawoord. Het boek heeft geen echt gesloten, maar ook absoluut geen open einde. Het verhaal is wel afgelopen, maar het kan zeker nog een vervolg krijgen. Bijvoorbeeld dat Paulina naar de politie gaat om te vertellen wat er met het geld gebeurd is. Zo wordt ook zij ‘erbijgelapt’, maar misschien krijgt ze dan wel gelijk van de politie en moet het geld alsnog naar de joodse organisatie, omdat Cremieux dat waarschijnlijk liever gewild had. Hij is namelijk vermoord door mensen zoals zij zwager en zal dus niet willen dat hij nu ook nog van zijn geld kan profiteren. 9. De thema’s van dit boek zijn waarheid en bedrog, schijn en werkelijkheid. Het echte leven dus. Er gebeuren in dit boek dingen die niet zijn zoals ze lijken, en mensen blijken heel anders te zijn dan ze zich voordoen. Net als vaak genoeg in het dagelijkse leven gebeurd. 10. Het taalgebruik is niet moeilijk. Er staan Franse termen in, maar die worden een zin later direct vertaald zodat het toch goed te begrijpen is. Dit boek bestaat uit veel dialogen, maar ook de gedachtengang van Paulina wordt vaak beschreven. Ik heb gekozen om een stukje van Paulina’s gedachten te citeren. Het geeft heel goed aan hoe zij is (onzeker), maar ook het taalgebruik is heel typerend voor dit boek. ‘Paulina keek op van haar boek, verbaasd over wat ze had gelezen. Dit waren gedachten die nooit bij haar waren opgekomen. Was zij soms niet normaal? Of had Baudelaire zo maar wat verzonnen, wist hij helemaal niet wat vrouwen werkelijk wilden? Zij? ‘s Nachts in bed... daaraan denken... Maar niet overdag... Alleen als niemand het zien kon. Wat anders? Nog meer in de gaten lopen met haar lengte? Dat heilige vuur - sacré feu - zou in haar geval wel niets anders dan een stoplicht blijken te zijn. Een sacré feu rouge.’ Uit: Au pair, Willem Frederik Hermans, blz. 186
D. Informatie over de schrijver Willem Frederik Hermans werd op 1 september 1921 geboren in Amsterdam. Willem Frederik had ook nog een zus, Cornelia Geertruida (1918). Hun ouders, Johannes Hermans (1879) en Hendrika Hillegonda Eggelte (1884), werkten allebei in het onderwijs. Johannes was hoofdonderwijzer en Hendrika was tot haar huwelijk ook onderwijzeres. Willem Frederik en Cornelia gingen beiden naar het Barlaeusgymnasium. In 1938 werd Willem Frederik lid van de letterkundige vereniging D.V.S. en hij won de eerste prijs in een opstellenwedstrijd. Na aandringen van zijn vader ging hij in 1940 sociologie studeren aan de Universiteit van Amsterdam, maar na een jaar koos hij toch voor de opleiding fysische geografie, omdat deze studie beter bij zijn interesse voor exacte wetenschapsoefening paste. Vanaf 1944 publiceerde hij regelmatig gedichten of verhalen. In 1943 deed Willem Frederik Hermans kandidaatsexamen. In 1946 was hij redacteur van het tijdschrift Criterium, en in 1950 was hij redacteur van het blad Podium. In 1950 legde hij zijn doctoraal examen af. Vijf jaar later promoveerde hij cum laude op de resultaten van een bodemonderzoek in Luxemburg. Daarna werkte Hermans als fysisch geograaf in onder andere Scandinavië. En in 1957 werd hij benoemd tot lector van de Universiteit van Groningen. Als schrijver kreeg Hermans verschillende prijzen, maar die weigerde hij allemaal, op een na, omdat hij principieel tegenstander van literaire prijzen was. De enige prijs die hij wel in ontvangst nam, was de Grote Prijs der Nederlandse Letteren. In 1973 nam hij na een conflict ontslag al lector. Met schrijven stopte hij, gelukkig, niet. In 1995 is Willem Frederik gestorven. Boeken van W.F. Hermans (o.a.): * De donkere kamer van Damokles (1958) * Nooit meer slapen (1966) * Onder Professoren (1975) * Een heilige van de horlogerie * Het behouden huis
E. Eigen mening
Verrassend!? Laten we beginnen met waarom ik dit boek gekozen heb. Ik wilde per se een boek dat ik nog nooit gelezen had, want ik had ook geen zin om weer opnieuw te beginnen in een boek dat ik al kende. Ik besloot een boek te gaan lezen van een schrijver die me erg kon boeien. Al snel kwam ik uit op Willem Frederik Hermans, want ik had De donkere kamer van Damokles gelezen, en vind dit een van de mooiste boeken, zo niet het mooiste, die ik gelezen heb. Na een bezoek aan de bibliotheek kwam ik terug met Nooit meer slapen, maar dit boek sprak mij niet echt aan. Na zo’n 70 bladzijdes had ik er weer genoeg van. Ander boek dan maar. Het werd dus Au pair. Dit boek boeide me vanaf de eerste bladzijde, terwijl het heel lang duurde voordat er iets gebeurde. Na een bladzijde of 200 had ik last van een ‘dipje’, toen waren er al ongeveer 100 bladzijdes alleen maar dialogen en die begonnen tamelijk saai te worden. De ommezwaai vond ik erg goed bedacht, ik had ‘m helemaal niet verwacht. Ik bedoel, het verhaal ging tot de ommezwaai eigenlijk alleen maar over kunst en Paulina’s gedachten en gesprekken met de De Lunes. En de titel geeft ook helemaal geen hint (al moet ik wel zeggen, au pair is toch iemand die in het buitenland op andermans kinderen past tegen een slaapplaats en een kleine vergoeding? Want dan klopt de titel niet helemaal!). Ik vind Paulina een lief meisje, maar ze is af en toe wat onzeker. Iets wat ik niet altijd begrijp. Ze is soms wel wat achterdochtig, maar dat vind ik ook wel terecht. Ik bedoel, als mensen je aannemen voor werk waar ze andere mensen voor in dienst hebben, en ze je royaal betalen en overstelpen met cadeau’s, dan lijkt het me niet meer dan gezond dat je je soms afvraagt of ze echt alleen het beste met je voor hebben. Persoonlijk weet ik niet hoe ik daarop zou reageren, of ik te naïef zou zijn, of juist heel achterdochtig. Ik begrijp wel heel goed waarom ze dat geld over de grens wil brengen. Ze zag er niks kwaads in, en wilde graag wat terug doen. Ik vind het dus wel logisch dat ze het doet, al is het misschien wel naïef van haar, dat ze niet dacht van: hé, dit is misschien niet helemaal zuiver! Ik vond de ommezwaai dus heel onverwacht, maar wel leuk. Al moet ik er wel bij zeggen dat het niet heel erg geloofwaardig is. Het is wel geloofwaardig beschreven, maar ik dacht niet: dit zou best echt gebeurd kunnen zijn. Sterker nog; ik dacht helemaal niet na over dit boek. Ik vond het leuk om te lezen, maar heb niet ‘s nacht liggen denken over motieven van de personen. Het was gewoon zo: boek open en lichtje nadenken over het hoe en wat van de gebeurtenissen, boek dicht en iets totaal anders doen (film kijken, huiswerk maken, slapen). Bij De donkere kamer van Damokles was het totaal anders, dat boek zette me echt aan het denken. Het taalgebruik is gewoon het alledaagse Nederlands, geen moeilijke woorden of onbegrijpelijke zinnen, maar gewoon goed en begrijpelijk Nederlands. De vertelsituatie en de opbouw is ook heel logisch, al hadden die dialogen van mij niet zo lang gehoeven. Of niet zoveel, dat maakt niet uit, maar ongeveer honderd pagina’s is naar mijn idee wel erg veel als het niet eens heel diepgaand is. Echte verwachtingen had ik niet. De achterkant beschreef gewoon het begin van een roman, en de voorkant en de titel waren ook niet zodanig spectaculair dat je er bepaalde ideeën bij kreeg. Ik heb als titel voor mijn eigen mening gekozen voor ‘verrassend!?’, omdat de ommezwaai heel verrassend was, maar eigenlijk was het ook weer niet verrassend, omdat er gewoon iets moest gebeuren. Je kunt niet nog 200 bladzijdes volschrijven over het leven van Paulina in Frankrijk, dus er moest wel iets gebeuren. Al met al vond ik het een heel mooi boek. De eerste honderd bladzijdes waren boeiend, de volgende honderd waren iets minder boeiend vanwege het langdradige, maar kort daarna begint het boek weer helemaal te boeien (inderdaad, hoe vaak kun je ‘boeien’ in een zin proppen?). Het boek is zeker aan te raden, vooral als je zin hebt in ‘lichte kost’, al moet ik er wel bij zeggen dat niet alle gesprekken licht zijn. Kortom, een mooi boek, dat zeker het lezen waard is!

REACTIES

J.

J.

hey anna,
mooi boek verslag, heb je ook msn.
Greetz
Joep

20 jaar geleden

D.

D.

wow joep jij bent echt heel zielig!!
Anna goeie samenvatting! thanx

12 jaar geleden

I.

I.

Goede samenvatting, dankjewel! Haha, en idd, joep, je bent zieligg!

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Au pair door Willem Frederik Hermans"