Titel: Gimmick
Schrijver: Joost Zwagerman
Raam (Walter van Raamsdonk) is een jonge (25 jaar) Amsterdamse kunstschilder die liefdesverdriet heeft. Hij heeft twee belangrijke vrienden, die ook schilder zijn. Groen en Eckhardt, maar ook Sammie, Pet, Alex, Dolfijntje, de zwarte kanjer, Elma, Stoop en Rosita zijn belangrijke personages. Sammie is de ex-vriendin van Raam die niet vaak voorkomt, maar waar hij wel vaak aan denkt. Dolfijntje en na verloop ook de zwarte kanjer zijn de vriendinnen van Groen. Elma is het vriendinnetje van Eckhardt. Stoop en Alex zijn oude vrienden / vage kennissen van Raam, die hij liever niet zou kennen. Raam geeft minder om geld dan Groen en Eckhardt (die hard werken aan schilderijen), hierdoor en door zijn liefdesverdriet doet hij eigenlijk niks (hij heeft in het hele boek geen enkel schilderij gemaakt). Hij kijkt veel MTV en films (meestal porno) en draait muziek. Hij snuift erg veel cocaïne en slikt extacy pillen. ’s Nachts gaat hij naar de discotheek Gimmick (hier komt de titel van het boek vandaan) niet omdat hij dat leuk vindt, maar omdat het een gewoonte is en hij wil scoren. Meestal gaat hij ook met een meisje mee. In het tweede deel gaat hij naar Florence om een jeugdliefde te bezoeken. Hij vindt Pet een trutje geworden, met haar coupe soleil. Hij vermaakt zich wel, door met het geleende brommertje van de Duitse door Florence te toeren. Na Florence gaat hij met Groen en Eckhardt naar Tenerife, om exposities te bezichtigen. Het gaat weinig over kunst, maar meer over seks, drugs en geld. Hij neukt met Rosita, maar denkt nog steeds veel aan Sammie. Na Tenerife gaan Groen en Raam naar New York. Groen gaat op pad om contacten te leggen en Raam trekt in bij de gescheiden Mimi, omdat hij van Groen af wil en uit dat ‘kuthotel’ weg moet. Mimi denkt dat hij homo is en als ze naar haar werk is doet hij het huishouden. Hij blijft vrij lang en vertrekt dan zonder iets te zeggen. Thuis gekomen bezoekt hij een feestje bij zijn ouders en valt terug in z’n oude leventje. Hij krijgt veertigduizend gulden als hij de Raad van Kunst drie schilderijen van Alex laat zien. Ook komt hij Sammie weer tegen als hij een vriend bezoekt (om cocaïne te kopen). Hij gaat met haar een kopje koffie drinken, maar ze laat hem duidelijk merken dat ze hem niet meer terug wil en vertelt hem dat ze het met Alex doet, waarvan hij een beetje van streek raakt. Raam geeft samen met Groen en Eckhardt en tentoonstelling in het Stedelijk museum. Hij vindt de gasten een stelletje ‘opgeblazen klootzakken’ en hij snuift en slikt zich helmaal vol op de plee. Hij gaat out, maar na een etentje in gesloten kring, dat eindigt in een massale vechtpartij, gaat hij naar de Gimmick. De Gimmick is na lange tijd, dat hij er niet geweest is, niet meer zoals het was. Vol studenten, schooljeugd en hitsige neukdoosjes, dus snuift hij nog meer in de plee. In de plee wordt hij gegrepen door een uitsmijter die hem naar buiten smijt, hij wordt gered door een meisje, die hij al eerder heeft geneukt. Hij gaat met haar mee naar huis, maar onder de heftige seks krijgt hij een gigantische bloedneus. Ze wordt boos en hij gaat maar videofilms kijken. Als alles weer een beetje bedaard is gaat hij weer naar haar toe. Ze vraagt hem: “Wat wil je nou eigenlijk?” Hij denkt na: “Ik wil een taxi.”