Werk

Beoordeling 5.1
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • Klas onbekend | 893 woorden
  • 22 juli 2008
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 5.1
8 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Maatschappijleer begrippen: Thema's Politieke Besluitvorming, Massamedia, Werk

Arbeidsethos (124/125)

Onder arbeidsethos verstaan we de betekenis die mensen aan arbeid toekennen.
Middeleeuwen: werk is een noodzakelijk kwaad
Vanaf de zestiende eeuw: morele plicht
Vanaf de negentiende eeuw: maatschappelijke plicht
Nu: maatschappelijke plicht en ook een sociaal grondrecht

Sociale mobiliteit (129)

In Nederland zijn de stijgings- en dalingskansen op de maatschappelijke ladder veel groter dan vroeger.
Sociale mobiliteit: de mogelijkheid om te stijgen of te dalen op de maatschappelijke ladder


Intergenerationele mobiliteit: de maatschappelijke positie van kinderen kan hoger of lager zijn dan die van hun ouders (= toegenomen)

Intragenerationele mobiliteit: de maatschappelijke stijging of daling die iemand in zijn of haar loopbaan doormaakt (= afgenomen)

Ondernemingsraad (OR) (132)

Bij elk bedrijf met vijftig of meer werknemers is een ondernemingsraad verplicht. Deze ondernemingsraad besluit en praat over zaken die het hele bedrijf aangaan en heeft instemmingsbevoegdheid bij de volgende zaken:
- personele aangelegenheden:
- vakantieplanning
- beloningssystemen
- sollicitatieprocedures
adviesbevoegdheid bij de volgende zaken:
- Bedrijfseconomische beslissingen:
- fusie van het bedrijf
- overname van het bedrijf
- reorganisatie van het bedrijf
Ook heeft de OR recht op voorinformatie over het financieel en sociaal jaarverslag. Bij achtergehouden informatie kan de OR het bedrijf voor de rechter slepen.

Arbeidsvoorwaarden -en omstandigheden (133)

Arbeidsvoorwaarden: lonen, arbeidstijden, functiewaardering (zie ook blz 145)
Arbeidsomstandigheden: gezondheid, veiligheid, welzijn (zie ook blz 165, Arbo)


SER (136)

In de Sociaal-Economische Raad (SER) overleggen de top van de werkgevers- en werknemersorganisaties met elkaar, op landelijk niveau. Daarnaast zitten er in de SER onafhankelijke deskundigen, de zogenaamde Kroonleden die benoemd zijn door de regering. De SER adviseert de regering op sociaal en economisch gebied.

Poldermodel (139)

Werkgevers en werknemers overleggen regelmatig met de overheid. Dit heeft in Nederland geleid tot een harmonieuze samenwerking die bekend is geworden onder de naam poldermodel.
In een harmoniemodel willen partijen gezamenlijk oplossingen zoeken, uitgaande van hun wederzijdse afhankelijkheid.

Marktsystemen (140/141)

De rol van de staat in de markt (verkoop van goederen) volgens de...
Liberalen: de overheid moet zich terughoudend opstellen. De samenleving gedijt het beste als het individu zo goed mogelijk kan ontplooien. “De wet van vraag een aanbod werkt, via het prijsmechanisme, als een onzichtbare hand” (Adam Smith).
Communisten: de rol van de staat is overheersend omdat de productiemiddelen in handen zijn van de staat, die vervolgens vaststelt welke goederen er geproduceerd worden.
Sociaal-democraten: de overheid bemoeit zich hooguit met een gedeelte van het productieproces. In principe blijft de vrije, ondernemingsgewijze productie gehandhaafd, maar de overheid heeft een actieve rol om de positie van de zwakkeren te verbeteren.

Confessionelen: de staat heeft een tussenpositie. In principe moeten de mensen gezamenlijk, in harmonie, de samenleving vormgeven. Pas als dit niet lukt, of als zwakkeren in de verdrukking dreigen te komen, moet de staat ingrijpen.
--> een economie waarbij niet alles aan het marktmechanisme wordt overgelaten, maar waarin de overheid een voorwaardenscheppende en producerende rol vervult, noemen we een gemengde markteconomie.

Conjuncturele- en structuele werkloosheid (144)

Conjuncturele werkloosheid: de economie ontwikkelt zich niet in een rechte lijn, maar in een golfbeweging waardoor de vraag naar goederen en diensten nu eens toeneemt en dan weer afneemt. Bij toenemende vraag spreken we van hoogconjunctuur, bij een afnemende vraag van laagconjunctuur. Als de vraag naar goederen en diensten afneemt, loopt ook de werkgelegenheid terug. Dit soort werkloosheid is niet dramatisch; als de economie weer aantrekt, stijgt ook de vraag naar goederen en diensten en neemt de werkloosheid weer af.
Structurele werkloosheid: deze vorm van werkloosheid wordt veroorzaakt door het feit dat werkzaamheden verdwijnen naar landen waar de lonen lager liggen of worden ' weggeautomatiseerd'. Structurele werkloosheid is ernstig omdat er banen voorgoed verdwijnen.

Uitkereingskoppeling (loon <> uitkering) (145)

Wanneer het verschil tussen lonen en uitkeringen niet groot is, bestaat de kans dat mensen niet meer zo hard op zoek gaan naar werk. Daarom probeert de overheid de laatste jaren door belastingtechnische maatregelen dit verschil te vergroten. Deze financiële prikkels moeten ervoor zorgen dat meer werklozen sneller aan de slag zullen gaan. De hoogte van een uitkering wordt gekoppeld aan de hoogte van het laatstverdiende loon.

Marginale arbeidsplaatsen (152)

Aan de rand van de arbeidsmarkt zien we een categorie ontstaan van marginale arbeidsplaatsen, werk aan de 'onderkant' van de arbeidsmarkt (schoonmaken, typewerk enz...).

Geleide loonpolitiek (154)

Na de WOII was er weinig geld en er moest veel worden opgebouwd. Daarom was het belangrijk dat de lonen laag waren. Er werd een geleide loonpolitiek gevoerd: de regering besliste hoe hoog de lonen mochten zijn.

Bijstandswet (155)

De bijstandswet is een onderdeel van de verzorgingsstaat. De bijstandswet zijn allemaal sociale verzekeringen als de Werkloosheidswet (WW), Wet uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte (WULBZ), Ziektewet (ZW), Wet op de Arbeidsongeschiktheid (WAO) en de Ziekenfondswet (ZFW).


WAO (155)

Als iemand door ziekte of een ongeval langer dan een jaar niet kan werken kan hij of zij in aanmerking komen voor een uitkering krachtens de WAO. De hoogte van de uitkering hangt af van het laatstverdiende loon en de mate waarin men arbeidsongeschikt is.

Werknemersverzekeringen (155)

Werknemersverzekeringen zijn bestemd voor werknemers. De premie wordt door de sociale partners gezamenlijk betaald. De uitvoering van de verzekeringen gebeurt meestal ook door werkgevers en werknemers. Tegenwoordig is de hoogte van de uitkering gekoppeld aan het laatstverdiende loon.

Arbo-wet (165)

De Arbo-wet is een wet voor de arbeidsomstandigheden. De Arbo-wet bevat de volgende richtlijnen:
- Veiligheid
- Gezondheid
- Welzijn (werk mag niet geestdodend zijn en volstrekt zinloos)

Bovendien schrijft de Arbo-wet voor dat de werkgever een plan moet opstellen om het ziekteverzuim binnen zijn bedrijf terug te dringen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.