Hoofdstuk 2

Beoordeling 4.8
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • 3e klas vwo | 413 woorden
  • 15 augustus 2005
  • 44 keer beoordeeld
Cijfer 4.8
44 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Paragraaf 5 Migranten: Mensen die van uit een land in een ander land komen wonen. Groepen mensen die van het enen gebied naar het andere gebied trekken. Kust: Scheiding tussen land en zee. Migrantenstroom: In een korte tijd komen veel mensen in 1 bepaald land wonen. Kolonisten: Mensen die een land in bezit hebben genomen. Gekoloniseerd: In bezit genomen. Verscheidenheid: Verschillende soorten. Weersomstandigheden: Soorten weer. Landschap: Omgeving. Klimaat: De gemiddelde weertoestand over een lange periode van 20 jaar. Kustvlakte: Vlakte tussen Appalachen kust. Landbouw: Een verzamelnaam voor 4 agrarische bestaansmiddelen: akkerbouw, tuinbouw, veeteelt en bosbouw. Reliëf: Hoogteverschillen in landschap. Hoogtegebergte: Meeste toppen hoger dan 1500 meter. Middelgebergte: Toppen tussen de 500 meter en 1500 meter. Heuvelland: Toppen tussen de 200 meter en de 500 meter. Laagland: Toppen lager dan 200 meter. Appalachen: Een middelgebergte in Amerika. Mount Mitchell: Hoogste top in Appalachen (2038 meter). Oud gebergte: Laag-afgerond gebergte. Bebost: Veel bomen op elkaar. Dalen: Laagte tussen hoogte. Landbouwgrond: Grond waar landbouw op ‘gepleegd’ kan worden. Centrale laagvlakte: Gebied tussen de Appalachen en de Rocky Mountains. Landbouw landschap: Omgeving met veel landbouw(bedrijven). Maïs: Eetproduct. Sojabonen: Eetproduct. Cornbelt: Landbouwgebied (corn = maïs). Paragraaf 6 Immigratie: Mensen die een land binnenkomen. Industriële Revolutie: Snelle omwenteling van agrarische samenleving naar industriële samenleving met behulp van de stoommachine. Frontier: Grens tussen het ‘ontdekte’, bewoonde deel van Amerika en het niet ‘ontdekte’ deel. Pullfactor: Aantrekkingskracht (mensen worden aangetrokken). Pushfactor: Mensen worden weggeduwd. Emigratie: Mensen gaan hun land uit (land uitgaan). Plantages: Tropische landbouwbedrijven die 1 of meer werkingen ondergaan. Sunbelt: Bijnaam voor het zonovergoten Zuiden en Westen van de VS. waar nieuwe industrie komt. Klimaat: De gemiddelde weertoestand over een lange periode van 20 jaar. Snowbelt: Oude industrie gebied in het Noord Oosten van de VS. Koude oorlog: Oorlog tussen de VS. en Rusland zonder dat er ooit gevochten is.
Paragraaf 7 Skyline: Gebouwen op de horizon. Mobiliteit: Bewegelijkheid. Migratie: Verhuizen van het ene woongebied naar het andere. Downtown: Binnenstad. Afro-Amerikanen: Bevolkinsgroep (negers). Hispanics: Bevolkingsgroep (Amerikanen van Spaanse afkomst). Beverly Hills: Wijk in LA. Suburbane wijken: Voorsteden. Santa Monica: Wijk in LA. Etnische ongereldheden: Rellen tussen rassen. Westerse wereld: Westerse cultuur. CBD: Central Business District. Bevolkingsgroep: Deel van de bevolking. Long Beach: Wijk in LA. Laagbouw: 1-2 verdiepingen. Autoland: Alles wordt met auto’s gedaan. Voorstadbewoners: Mensen in voorsteden. Agglomeratie: Voorsteden die een deel uitmaken van een grote stad. Edgecities (edgecity is enk.): Centra in buitenwijken. Shopping mall: Winkelcentrum (grote concentratie winkelbedrijven). Suburbs: Voorsteden. Metropool: Miljoenenstad. Automobiliteit: Zelfbeweging. Suburbanisatie: Trekkende voorstad. Getto’s: Zeer achtergebleven wijken op etnische gelegenheden.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.