Migratiemotieven:
Oorzaken / redenen om te migreren.
Arbeidsmigranten:
Migreren voor economische verbetering, bijv: gastarbeiders 19-60 => betere baan.
Gastarbeiders:
Werknemers uit het buitenland (naam omdat NL dacht dat ze niet lag zouden blijven en ze dus ‘even’ te gast waren.
Kennismigranten:
Hoogopgeleide mensen die kennis meebrengen waar in NL behoefte aan is.
Illegalen:
Mensen die geen wettige toestemming hebben om hier te wonen en te werken.
Postkoloniale migranten:
Mensen uit kolonies die zich in het land waarvan de kolonie is / was vestigen.
Rijksgenoten:
Inwoner van koloniën die Nederlanders waren.
Gezinshereniging:
Mensen die legaal in NL verblijven en hun gezinsleden laten overkomen.
Gezinsvorming:
Nederlander / iemand met verblijfsvergunning die met een buitenlander trouwt en hier een gezin sticht.
Vluchteling:
Mensen die vervolgd worden vanwege hun geloof / politieke overtuiging / seksuele geaardheid of als zij moeten vluchten door oorlogsgeweld.
Klimaatvluchteling:
Persoon die zijn of haar leefomgeving is ontvlucht door de gevolgen van klimaatverandering.
Asielzoeker:
Iemand die in een land asiel aanvraagt. Dat betekent dat de vreemdeling zich blijvend wil vestigen in het andere land.
Immigratie- en naturalisatiedienst (IND):
Beslist of iemand wel of geen recht heeft op een verblijfsvergunning.
Universele Verklaring van Rechten van de Mens:
Hierin staan de universele mensenrechten. De landen moeten deze nakomen.
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens:
Zorgt ervoor dat landen verplicht gezinshereniging en gezinshervorming moeten toestaan => mogen wel hun eigen regels eraan verbinden.
VN-Vluchtelingenverdrag:
Vormt de basis voor het asielrecht.
Akkoord van Schengen:
Afspraak: vrij verkeer van mensen en goederen binnen een bepaald gebied.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden